Om te kunnen lezen, schrijven en werken hebben we zo’n 200 tot 300 lux nodig. Maar om echt goed te kunnen presteren hebben we minimaal 1000 lux nodig. De gebouwen waarin we leven maken het gebruik ervan mogelijk, maar stimuleren ons lichaam niet en dat is juist wat we in deze donkere tijd nodig hebben.
Door de huidige bouwpraktijk wordt dit helaas ook niet gestimuleerd. In tegendeel, juist voor deze periode proberen we onze gebouwen zo veel mogelijk te isoleren door onder andere zo min mogelijk glas toe te passen. Is energieverlies dan werkelijk zo bepalend? Hebben Ed en Eduard hun taak nu al volbracht, door alleen maar naar energiebesparing te kijken en het woongenot en gezondheid van de gebruiker ondergeschikt te laten zijn aan energieverbruik?
Is het dan geen tijd we meer op energieverbruik gaan letten? Zeker niet, dit blijft heel belangrijk. Maar het kan ook heel goed samengaan met veel daglicht en een gezond binnenklimaat. De zon die in de winter schijnt kunnen we goed gebruiken om de woning te helpen verwarmen. En door de steeds hogere isolatiewaarden van het huidige glas kun je deze warmte ook echt binnenhouden. Deze hoge isolatiewaarde helpt in de zomer de warmte buiten te houden, wat door middel van (actieve) zonwering nog eens kan worden versterkt. Als we in die periode ’s nachts zowel de ramen beneden als boven openzetten – waardoor er een natuurlijke trek ontstaat – is het ’s ochtends weer lekker koel en fris en besparen we ook nog eens op koeling. Uiteindelijk heb je dan meer daglicht, een gezonder binnenklimaat en energiebesparing. Glashelder.
Architect, Velux Nederland B.V.
Reacties