2013
enqu?te
De
renDa
renovatie
thema
toekomst-
scenario's voor
corporaties
renda special 2013/2 de renda renovatie enqu?te 201320
het geld is op;
wordt uitstel voortaan afstel?
De door het kabinet-Rutte II en
Centraal Fonds Volkshuisvesting
opgelegde heffingen, brengen
veel onzekerheid teweeg in de
corporatiesector. Woning-
corporaties stellen zichzelf deze
dagen essenti?le vragen: wat is
mijn toekomstige rol?, en voor
wie ben ik er straks nog?
Misschien nog wel belangrijker
is de vraag hoe de corporatie
alles gefinancierd denkt te krij-
gen. Want voor veel corporaties
waren nieuwbouw en verkoop
van woningen belangrijke inkom-
stenbronnen ? voor onder
andere onderhoud ? die nu weg
lijken te vallen. Deze verande-
rende rol vormde de aanleiding
voor de renda renovatie enqu?te,
waarbij specifiek is gekeken naar
de aanbodzijde; met name aan-
nemers en fabrikanten. Doel van
het onderzoek, uitgevoerd door
USP Marketing Consultancy, is
het in kaart brengen van de rol
die de aanbodzijde in dit hele
verhaal kan gaan spelen. Speci-
ale aandacht is er voor renovatie
en planmatig onderhoud.
enqu?te
De
renDa
renovatie
renda special 2013/2de renda renovatie enqu?te 2013 21
OnDeRzOekSOPzet en -VeRantWOORDIng
De centrale vragen van het onderzoek zijn als volgt
geformuleerd:
Op welke wijze willen corporaties bepaalde
doelstellingen realiseren?
Welke rol is weggelegd voor de aanbodzijde en
hoe dient deze rol optimaal vervuld te worden?
Welke garanties verlangt de vraagzijde van de
aanbodzijde?
Hoe moeten vraag- en aanbodzijde tot elkaar
komen om de huurder het optimale resultaat te
kunnen bieden?
Welke (prestatie-)eisen gaan corporaties neer-
leggen bij de aanbodzijde?
Aan dit onderzoek hebben 72 corporatieprofessio-
nals (managers vastgoed of beleidsbepalers) in
Nederland deelgenomen. Het onderzoek heeft in
twee fasen plaatsgevonden, waarbij er tijdens de
eerste zes diepte-interviews zijn geweest met
diverse corporatiebestuurders. Het doel van deze
gesprekken was te achterhalen welke rol zij de
corporatie van de toekomst toegedicht zien
worden en hoe de aanbodzijde op deze ontwikke-
lingen kan inspelen. Hieruit bleek al de grote onze-
kerheid die de sector de laatste maanden in zijn
greep houdt. Het is voor veel corporaties moeilijk
om toekomstplannen te maken, aangezien de
uiteindelijke maatregelen nog niet duidelijk zijn
geformuleerd. Veel corporaties beperken zich dan
ook tot het hoognodige, en dat zijn onderhoud en
nieuwbouw voor de primaire doelgroep.
De tweede fase van het onderzoek richtte zich op
hetgeen uit de eerste fase naar voren is gekomen:
focus op onderhoud (zowel renovatie als planmatig
onderhoud) en in iets mindere mate op de nieuw-
bouwplannen van corporaties. De corporatiepro-
fessionals vormen een representatieve afspiegeling
van de totale doelgroep in Nederland.
tekst annemiek van de burgt,
henri busker en ronald provoost,
usp marketing consultancy
renovatiebedrijfknaapengroep
renda special 2013/2 de renda renovatie enqu?te 201322
HIStORISCHe teRUgblIk
Dat de overheid zich bemoeit met de corporatiesector is niet nieuw.
Dat blijkt ook uit de volgende, korte historische schets, waarbij de
focus met name ligt op de laatste decennia vanaf de jaren tachtig.
Deze schets is een inleiding op het volgende deel van dit artikel, over
de belangrijkste ontwikkelingen voor de komende jaren in het alge-
meen, met specifieke aandacht voor onderhoud en nieuwbouw.
VOOrOOrlOgs
Woningcorporaties zijn, op particulier initiatief, eind negentiende eeuw
ontstaan uit idealistische overwegingen. Deze voorlopers van de
huidige corporaties bouwden woningen voor de armen, aangezien veel
mensen in donkere en vochtige kelderwoningen leefden. Vanaf de
introductie van de Woningwet in 1901 konden corporaties `toegelaten
instellingen' worden, mits zij aan bepaalde kwaliteitseisen en een non-
profit bedrijfsvoering voldeden. Het rijk gaf deze vervolgens subsidies
of voorschotten.
NAOOrlOgs tOt jAreN zeVeNtig
Na de tweede Wereldoorlog stond Nederland in het teken van de
wederopbouw. De daaruit voortvloeiende nieuwbouwproductie kwam
voor een groot deel voor rekening van woningcorporaties, die hiertoe
subsidies kregen van het rijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de
woningvoorraad van corporaties voor een aanzienlijk deel uit deze peri-
ode stamt. in die tijd gold veel meer het credo `kwantiteit boven kwali-
teit', waardoor het deel dat gebouwd is tussen de tweede Wereldoor-
log en midden jaren zeventig van matige kwaliteit is. Dit geldt voor
zowel de woontechnische als de bouwtechnische kwaliteit. gedurende
de jaren zeventig steeg de welvaart in hoog tempo, maar die stijging
kon niet worden bijgehouden door de kwaliteitsontwikkeling van de
nieuwbouw. Door middel van bouwvoorschriften voor de sociale
woningbouw werd echter een minimale ondergrens in de kwaliteit
geborgd.
jAreN tAcHtig eN NegeNtig
Begin jaren tachtig sloeg de hoogconjunctuur om in een recessie. De
bouw van vrijesectorwoningen viel stil. Om de nieuwbouwproductie op
niveau te houden, gaf het rijk veel subsidiegelden uit aan sociale woning-
bouw. Dit had een groot beslag op de rijksbegroting, wat uiteindelijk
leidde tot een parlementair onderzoek naar de bouwsubsidies. in de
tweede helft van de jaren tachtig werd de steun aan de sociale huursec-
tor geleidelijk afgebouwd en overgeheveld naar de gemeenten. instanties
die dit dienden te bewaken werden dan ook in die periode opgericht, te
weten het Waarborgfonds sociale Woningbouw (WsW) en het centraal
Fonds Volkshuisvesting (cFV) (fig. 1). De financiering voor sociale
Uit het onderzoek zijn de volgende conclu-
sies en aanbevelingen te formuleren:
Belangrijkste ontwikkelingen waar
corporaties de komende twee jaar mee
te maken krijgen, zijn: maatregelen met
betrekking tot efficiency en kostenbe-
sparing, invloed van de verhuurdershef-
fing en saneringsheffing, veranderingen
binnen het corporatiestelsel, en beper-
king van de financi?le middelen voor
investeringen.
De belangrijkste activiteiten liggen op
het vlak van zorgdragen voor de
primaire doelgroep (inkomen tot
34.000) en het waarborgen van de
financi?le continu?teit. investeringen in
leefbaarheid, wijkontwikkeling en zorg
voor hogere inkomens worden flink
teruggeschroefd.
corporaties bezuinigen vooral op het
eigen personeel, op nieuwbouwactivi-
teiten (minder of geen), en op bepaalde
activiteiten (met name leefbaarheid).
Het huidige overheidsbeleid heeft
vooral effect op nieuwbouw (uitstel en
afstel) en renovatie (uitstel). Planmatig
onderhoud wordt amper geraakt.
De belangrijkste knelpunten bij deze
drie activiteiten zijn de betaalbaarheid,
het feit dat het tijdrovend is voor
betrokken afdelingen, en dat het voor
onderhoud niet duurzaam of energiezui-
nig genoeg is.
Manieren om de knelpunten op te
lossen, liggen voornamelijk op het vlak
van samenwerken (communicatie en
planning).
corporaties voorzien een toenemend
belang van totaaloplossingen in plaats
van losse producten. De rol van
aannemer, onderhoudsbedrijf, installa-
teur of fabrikant moet er dan met name
op gericht zijn om kennis in te brengen,
de corporatie te ontzorgen, afspraken
na te komen (doen wat je belooft) en
met standaard maatwerk te komen
(concepten).
Ketensamenwerking wordt al mondjes-
maat toegepast, maar staat nog in de
kinderschoenen. De eerste geluiden
zijn positief omdat het de corporaties
uiteindelijk minder tijd ? en dus minder
geld ? kost en ze meer waar voor hun
geld krijgen.
COnClUSIeS en aanbeVelIngen
renovatiebedrijfknaapengroep
renda special 2013/2de renda renovatie enqu?te 2013 23
woningbouw werd geen directe verantwoordelijkheid meer van het rijk,
maar verschoof voor haar naar de achtergrond als laatste opvang.
De plannen om woningcorporaties volledig te verzelfstandigen, werden
eind jaren tachtig openbaar gemaakt door staatssecretaris enne?s
Heerma in de nota `Woningbouw in de jaren `90'. De plannen van
Heerma werden tussen 1990 en 1995 uitgewerkt. Het kwam erop
neer dat de toekomstige financi?le toezeggingen van het rijk aan
corporaties in ??n keer werden afgelost in 1995. ter voorbereiding op
de verzelfstandiging van corporaties werd in 1992 de subsidie per
woning afgebouwd in het Besluit Woninggebonden subsidies (BWs).
toen in 1997 de allerlaatste objectsubsidies vervielen, moesten corpo-
raties hun financi?n volledig zelf rond krijgen. Hiervoor waren wel
bepaalde spelregels opgesteld waaraan zij zich dienden te houden. in
deze periode, vanaf eind jaren negentig, kwamen corporaties dan ook
steeds verder onder regeldruk te staan. er werden steeds meer doel-
stellingen toegevoegd, terwijl tevens een inflatievolgend huurbeleid
werd ingevoerd. Doordat de huren met maar maximaal de inflatie
verhoogd mochten worden, kwamen de corporatie-inkomsten onder
druk te staan. Het kwam erop neer dat corporaties meer regels kregen
waaraan zij zich moesten houden, maar minder geld tot hun beschik-
king hadden voor de navolging hiervan.
eeNeNtWiNtigste eeUW
Wanneer in 2002 de nieuwbouwproductie van woningen flink terugvalt,
verlangt het rijk dat corporaties de productie weer op peil brengen.
Hiertoe stelt zij echter, in tegenstelling tot momenten van eerdere
overheidsingrepen, geen subsidiegelden beschikbaar. Verder wordt de
aanpak van `krachtwijken' een nieuw speerpunt en wordt per 2008
voortaan vennootschapsbelasting geheven, welke een paar jaar later
weer wordt geschrapt. Het rijk legt in deze periode dus een behoor-
lijke financi?le druk op de corporatiesector.
Naast Den Haag, oefent ook europa druk uit op onze corporatiesector.
90 procent van de sociale huurwoningen moet worden toegewezen
aan de doelgroep (mensen met een norminkomen volgens de Wet op
de huurtoeslag), en de WsW-borging op activiteiten buiten de sociale
doelstellingen mag niet meer plaatsvinden. ten slotte hangt corpora-
ties op dit moment de verhuurdersheffing boven het hoofd. Hoewel
72% van de corporaties
gaat minder aandacht
besteden aan stads-
en dorpontwikkeling
72%
beleIDSOntWIkkelIng 1980-HeDen
Parlementaire Nationaal Akkoord
commissie BWS 1992 Aflopen laatste Wonen Vpb voor EC-regels
Bouwsubsidies subsidie corporaties corporaties
79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
Inflatievolgend Verhuurdersheffing,
Oprichting WSW Nota Heerma
Bruterings-
operatie
huurbeleid Bouwopdracht inkomensafhankelijke
en CFV corporaties van huurverhoging
BBSH minister van VROM
Figuur 1
eigenhaard
renda special 2013/2 de renda renovatie enqu?te 201324
belangRIjkSte aanDaCHtSgebIeDen Van WOnIngCORPORatIeS VOOR De tOekOMSt
9%
45%
4%
2%
6%
34%
25%
15%
23%
17%
6%
21%
2%
6%
49%
25%
53%
43%
49%
25%
47%
26%
19%
28%
32%
2%
26%
19%
21%
49%
13%
32%
17%
9%
8%
2%
2%
9%
9%
19%
11%
40%
51%
45%
47%
4%
2%
6%
17%
13%
Zorg voor primaire doelgroep
(tot 34.000)
Waarborgen van de
financi?le continuiteit
Kwalitatief in stand
houden van woningbezit
Huisvesting voor ouderen,
gehandicapten, zorgbehoevenden
Zorg voor middeninkomens
( 34.000 - 43.000)
Bevorderen van de leefbaarheid
Betrekken bewoners
bij beleid en beheer
Stads- en dorpontwikkeling
Zorg voor hogere inkomens
(boven 43.000)
Werkgelegenheid
waarborgen in de wijken
Goed onderwijs in de wijk
Veel meer
Iets minder
Iets meer
Veel minder
Evenveel als nu
Weet niet/geen mening
Figuur 2
De renda renovatie enqu?te geeft een
goed beeld van de corporatiewereld anno
2013. investeringen staan onder druk en
de focus van corporaties ligt meer en
meer bij de kerntaak: het huisvesten van
de primaire doelgroep. Nieuwbouw en
groot onderhoud worden uitgesteld dan
wel afgesteld. conserveren gaat onver-
minderd door en zal in toenemende mate
op basis van total cost of ownership
plaatsvinden, waarbij een fabrikant ? al dan
niet is samenspraak met een installateur
? de in personeel afgeslankte corporatie
ontzorgt.
Met all-in-concepten en een duidelijk
investeringsplan kunnen fabrikanten
opdrachtgevers helpen duidelijkheid te
scheppen, zodat vooraf ambities, investe-
ringen, kosten en baten inzichtelijk zijn.
Maar ook zodat bewoners tevreden zijn
en een energiezuinige woningvoorraad
daadwerkelijk binnen handbereik is.
Hoewel fabrikanten op dit vlak al een
omslag gemaakt lijken te hebben naar
een conceptaanpak, blijkt het toepassen
ervan in de praktijk nogal moeizaam te
gaan. Dit juist ook door een veranderend
speelveld binnen de corporatiewereld en
een lager investeringsniveau.
itho Daalderop werkt continu aan innova-
tie en doorontwikkeling van producten en
systemen, en stelt deze samen tot
concepten voor opdrachtgevers al naar-
gelang de renovatieambitie. Hierbij wordt
de bewoner als eindgebruiker centraal
gesteld. Uitgangspunten voor toe te
passen concepten zijn energiebesparing,
comfort en gebruiksgemak. Door een
veranderende markt is het lastig hierin
mee te bewegen of ?berhaupt te laveren
in het speelveld van corporaties. Dat zou
beter en effici?nter kunnen. De vraag is
alleen wie de eerste stap moet zetten.
Ambities realiseren
Naast concepten zijn er kansen voor trans-
formatie, met nieuwe, creatieve financie-
ringsmodellen op basis van woonlasten.
Het contant maken van de toekomstige
energierekening biedt mogelijkheden om nu
te investeren in comfortabele en energie-
zuinige woningen. Hierbij is ketensamen-
werking een kritische succesfactor. Want
goed samenwerken in de gehele bouwke-
ten, brengt de realisatie van de ambitie
voor een energiezuinige woningvoorraad
sneller dichterbij.
Door het getekende energieakkoord
komen labelambities terug op de agenda.
Ketensamenwerking in plaats van over de
schutting gooien, biedt een deel van de
oplossing om deze ambities te realiseren.
Open begrotingen en optimale co?peratie
leidt tot lagere kosten. Daarnaast leidt
ketensamenwerking gemakkelijker tot
nieuwe samenwerking in een volgend
project. toch blijkt dit nog altijd een heikel
punt te zijn door vragen als: wie doet wat
in een project, wie blijft betrokken, maar
ook: wie neemt zijn verantwoording voor
het uiteindelijke resultaat? De focus zou
meer op deze vragen moeten komen te
liggen, waardoor financiering simpeler kan
worden en de ambities voor een energie-
zuinige woningvoorraad, woonlastenreduc-
tie en comfortverhoging zonder al te veel
hordes binnen handbereik zijn. De hand-
schoen oppakken en binnen de opnieuw
gestelde kaders opschakelen. Het k?n niet
alleen, het m?et ook. `Hoe sneller, hoe
beter' is een veelvuldig gebruikte
uitspraak. en hoe clich?matig ook, hij is
meer dan ooit van toepassing op een
veranderende en opnieuw in ontwikkeling
zijnde markt.
Arco Knoester,
Manager Woning renovatie Projecten,
itho Daalderop
ketenSaMenWeRkIng alS kRItISCHe SUCCeSFaCtOR
renda special 2013/2de renda renovatie enqu?te 2013 25
hier tegenover staat dat corporaties de huren mogen verhogen boven
de inflatie, gedifferentieerd naar inkomensklassen, weten de corpora-
ties niet hoe zij met de nieuwe regelgeving een toekomstbeleid
kunnen formuleren.
OnzekeRHeID OVeR De tOekOMSt
Anno 2013 staat de corporatiesector nog altijd in de schijnwerpers en
is er minder geld beschikbaar dan enkele jaren terug. De verwachtin-
gen van corporaties waar in 2012 nog over werd gerept (renda special
2012/2), zijn een jaar later drastisch teruggeschroefd, zo komt naar
voren uit het onderzoek. Daar waar vorig jaar nog sprake was van
actieve deelname vanuit de corporaties aan bijvoorbeeld leefbaarheid
in wijken, zorg en welzijn, veiligheid en het stimuleren van de lokale
economie, daar zien de corporaties nu hun belangrijkste taken met
name weggelegd op twee gebieden. ten eerste de zorg voor de
primaire doelgroep, de huishoudens met een inkomen tot 34.000 euro
(26 punten op een schaal van 100, te verdelen over allerlei activitei-
ten), en ten tweede een sterke interne focus op het waarborgen van
de financi?le continu?teit (25 punten). Verder richten de woningcorpo-
raties zich op het kwalitatief in stand houden van het woningbezit (18
punten). richting de toekomst zal met name de financi?le huishouding
veel aandacht krijgen; 70 procent van de corporaties zegt daar meer
aandacht aan te gaan besteden.
Door verschillende heffingen en teruglopende inkomsten vanuit nieuw-
bouw en verkoop van woningen, ziet het huishoudboekje er anders uit
dan pakweg 5 tot 10 jaar geleden. Hierdoor zijn corporatie genood-
zaakt anders te kijken naar hun activiteitenportefeuille. Was het vanaf
2007 zo dat veel corporaties een belangrijke rol speelden in de aanpak
van de zogenoemde Vogelaarwijken of aandachtswijken; nu verwacht
een grote groep de komende jaren minder aandacht en ook minder
geld hieraan te besteden. De focus komt echt te liggen op huisvesting
van de primaire doelgroep. Dit gaat dan ten koste van stads- en dorp-
ontwikkeling (72% zegt daar minder aandacht aan te gaan besteden),
het bevorderen van leefbaarheid (68%), en zorg voor hogere inko-
mens ten behoeve van een goede mix van woningen en huishoudens
(68%) (fig. 2).
De onzekerheid komt ook aan het licht als gevraagd wordt naar de
belangrijkste ontwikkelingen voor de komende twee jaar (fig. 3). een
verdere horizon dan twee jaar kon, op basis van de diepte-interviews,
niet in kaart worden gebracht vanwege deze onzekerheid. De top 4
van belangrijkste ontwikkelingen wordt gedomineerd door overheidsin-
vloed (verhuurdersheffing en saneringssteun, alsmede veranderingen
in het corporatiestelsel) en door de eigen financi?le huishouding (maat-
regelen met betrekking tot efficiency en kostenbesparing, alsmede
beperking van de financi?le middelen voor investeringen). Op plek 5
pas komt een aspect dat in 2012 nog als een belangrijk speerpunt van
corporaties werd gezien: het bevorderen van energiebesparing en
duurzaamheid.
eFFeCten Van Het OVeRHeIDSbeleID
Dat de maatregelen uit het verleden en de toekomst hun invloed
hebben op hetgeen corporaties doen, mag geen verrassing zijn. Maar
hoe gaan corporaties om met deze opgelegde maatregelen? Allereerst
proberen corporaties hun financi?le huishoudboekje op orde te houden
door met name te gaan bezuinigen op het eigen personeel (71% van
de corporaties zegt dit te doen). Daarna zal minder (52% van de
corporaties) of geen (20% van de corporaties) nieuwbouw worden
belangRIjkSte OntWIkkelIngen VOOR WOnIngCORPORatIeS
VOOR De kOMenDe tWee jaaR
39%
31%
29%
27%
16%
14%
7%
7%
7%
6%
4%
2%
1%
1%
Maatregelen m.b.t. efficiency
en kostenbesparing
Invloed verhuurdersheffing
en saneringssteun
Veranderingen in het
corporatiestelsel
Beperking van de financi?le middelen
voor investeringen
Bevorderen energiebesparing
en duurzaamheid
Woonlasten die sterk
zullen oplopen
Imago-ontwikkeling
van de sector
Verkoop van
woningen
Scheiden Wonen
en Zorg
Financiering van
niet-DAEB woningen
Bewonersparticipatie
Hervorming van de woningmarkt
door Europese regels
Anders
Weet niet/
geen mening
Figuur 3
71% van de corporaties
wil gaan bezuinigen op
het eigen personeel
71%
quawonen
renda special 2013/2 de renda renovatie enqu?te 201326
55% van de corporaties
voorziet uitstel van
nieuwbouw
55%
HOe kan RenOVatIe eFFICI?nteR?
Onderzoekrespondenten noemden verschillende elemen-
ten om renovatie zo effici?nt mogelijk te laten verlopen:
"Duidelijke prestatie-eis en vertrouwen"
"een goed proces; heldere stappen en duidelijke
communicatie"
"een aannemer die met bewoners kan communiceren"
"goede co?rdinatie van werkzaamheden en flexibiliteit
van de partners"
"ineffici?ntie zit vaak in communicatie met bewoners.
Ook kan effici?ntie bereikt worden door eerder met
partijen om tafel te gaan en niet pas als er al een volle-
dig bestek ligt"
"Ketensamenwerking"
"Beloftes nakomen en eindverantwoordelijkheid
pakken"
"samenwerking tussen uitvoerders en sterke regie
door de opdrachtgever"
"Vooraf een goed plan van aanpak, duidelijke informatie
voor de bewoners en de bewoners er vooraf bij
betrekken"
en de rol die de aanbodzijde bij dit onderhoud kan spelen:
"Aanbieden totaalpakket tegen vaste prijs per type
woning"
"Afspraken nakomen, en ook bij onvoorziene zaken
goed communiceren"
"concepten aanbieden voor onderhoud en energie-
besparing"
"Door in ketens totaaloplossingen voor de schil of de
inbouw aan te bieden"
"eerder aan tafel komen zitten en zich ontwikkelen in
de communicatie met bewoners"
"Vanuit faciliterende functies meedenken in het voor-
traject en meewerken aan bewonersvoorlichting"
"Ketensamenwerking en dus samen de processen zo
verbeteren, dat er voor alle partijen winst in zit: meer
met minder"
"Meedenken en marktontwikkelingen inbrengen"
"stroomlijnen van de processen op de werkvloer"
"Waarmaken wat gezegd wordt en verantwoordelijkheid
hierin nemen, ook als het tegenzit"
renovatiebedrijfknaapengroep
renda special 2013/2de renda renovatie enqu?te 2013 27
gepleegd en worden bepaalde activiteiten (vooral op gebied van leef-
baarheid) niet meer uitgevoerd (43%). Verder geeft een derde van de
corporaties aan dat zij onderhoud uitstelt om kosten te besparen (fig.
4). Hierover later meer.
Deze verminderde activiteiten zullen, afgezien van onderhoud, niet
leiden tot veel protesten vanuit de huurders. Uit ander onderzoek van
UsP Marketing consultancy onder huurders eerder dit jaar, is namelijk
gebleken dat zij vinden dat woningcorporaties mogen bezuinigen op 1)
nieuwbouw voor middeninkomens (27%), 2) voorzieningen in buurt of
wijk (24%), en 3) het verbeteren van de contacten met buurtbewo-
ners.
Maar wat zijn nu concreet de gevolgen van het huidige overheidsbe-
leid, betreffende de drie pijlers (renovatie, planmatig onderhoud en
nieuwbouw) waar de renda renovatie enqu?te op is gebaseerd? Het
blijkt dat nieuwbouw het zwaarst wordt getroffen door de huidige
maatregelen: maar liefst 41 procent van de corporaties ziet afstel van
nieuwbouw, en nog eens 55 procent voorziet uitstel van nieuwbouw
(fig. 5). Ook renovatieprojecten worden getroffen aangezien ruim twee
derde van de corporaties aangeeft dat zij deze activiteiten zal uitstellen
onder invloed van het huidige overheidsbeleid. Planmatig onderhoud
wordt het minst geraakt, zo blijkt: driekwart van de woningcorporaties
geeft aan dat de huidige situatie hier geen invloed op heeft.
Veel van het voorgenomen afstel en uitstel heeft te maken met de
(financi?le) onzekerheid binnen corporaties. Welke rol de aanbodzijde
hierbij kan innemen, zal blijken uit de volgende alinea's. Overigens is
het bezuinigen op onderhoudskosten niet iets van het afgelopen jaar.
Als we de cijfers van het cFV van de laatste jaren erbij pakken, zien
we een gestage daling van 1500 euro per verhuureenheid in 2008 en
2009, naar 1400 euro per verhuureenheid in 2010 en 2011. Met name
de post planmatig onderhoud is in die jaren sterk gedaald (-11%),
terwijl klachtenonderhoud (+3%) en mutatieonderhoud (-3%) redelijk
op niveau zijn gebleven. Dit bevestigt de bevinding dat met name op
renovatie wordt bezuinigd.
knelPUnten bIj RenOVatIe
Dat er, naast nieuwbouwactiviteiten, voornamelijk bezuinigd wordt op
renovatie, is al eerder geconstateerd. Om toch te zorgen dat huurders
comfortabel kunnen blijven wonen, is het echter wel noodzakelijk om
op zijn tijd onderhoud te plegen aan de woning. Aan corporaties is dan
ook de vraag voorgelegd wat de grootste knelpunten zijn bij renovatie.
Het blijkt dat voor ruim driekwart van de woningcorporaties (78%) de
betaalbaarheid een belangrijk struikelpunt vormt. Andere obstakels die
zij bij deze activiteiten zien, zijn `niet duurzaam, energiezuinig genoeg'
(30%), `tijdrovend voor de afdeling onderhoud en beheer' (24%) en
`langdurige processen voorafgaand aan onderhoud' (22%).
Wil de aanbodzijde een belangrijkere rol gaan spelen, dan is het
belangrijk om bovenstaande knelpunten weg te nemen of in ieder
geval te verminderen. De sleutel tot succes om het renovatieproces
effici?nter te laten verlopen, waarbij een rol is weggelegd voor de
aanbodzijde, ligt volgens de corporaties met name op het gebied van
1) planning, 2) communicatie met bewoners, en 3) totaaloplossingen
of ontzorgen. De overkoepelende term die hierbij past is natuurlijk
ketensamenwerking. Dit is iets wat als een rode draad door alle drie
de activiteiten (renovatie, planmatig onderhoud en nieuwbouw) loopt
en waarop later in dit artikel uitgebreider wordt ingegaan.
eFFeCt Van Het HUIDIge OVeRHeIDSbeleID OP OnDeRHOUD en nIeUWbOUW
18%
76%
2%
69%
18%
55%
12%
4%
41%
Grootschalig onderhoud/
renovatie
Kleinschalig/dagelijks
onderhoud
Nieuwbouw
van woningen
Geen effect Uitstel Afstel Weet niet/geen mening
Figuur 5
tOP 5 Van bezUInIgIngen DOOR WOnIngCORPORatIeS
Figuur 4
Volgens corporaties
Waar in de organisatie probeert u te bezuinigen?
Volgens huurders
Waar mogen corporaties op bezuinigen?
1 Personeelskosten verminderen 71% 1 Nieuwbouw voor middeninkomens 27%
2 Minder nieuwbouw plegen 52% 2 Voorzieningen in de buurt/wijk 24%
3 Bepaalde activiteiten niet meer doen 43% 3 Verbeteren van contacten buurtbewoners 23%
4 Onderhoud uitstellen 32% 4 groen in de buurt/wijk 19%
5 geen nieuwbouw plegen 20% 5 zorg en welzijn 10%
Bron: Personderzoek, UsP Marketing consultancy, april 2013
enqu?te
De
renDa
renovatie
renda special 2013/2 de renda renovatie enqu?te 201328
sUccesVOlle BeWONersPArticiPAtie
een mooi voorbeeld van het succesvol toepassen van een effici?nt
grootonderhoudsproject is er een van WonenBreburg. De corporatie
gaf in een aanbestedingstraject voor aannemers voor een renovatie-
project, de bewoners een stem in welke aannemer gekozen diende te
worden. in dit aanbestedingstraject telde, naast de offerte, de aanpak
en communicatie met bewoners van de aannemer mee. Door aanne-
mers op hun sociale aanpak te screenen ?n bewoners te laten
meestemmen, verwachtte WonenBreburg dat het onderhoudstraject
beter zou verlopen. De offerte moest voldoen aan de vereiste mini-
male kwaliteit van het onderhoud. Aannemers waren vrij om verbete-
ringen voor te stellen die de kwaliteit zouden verbeteren of de kosten
konden verlagen.
Ook dienden aannemers uit te leggen hoe zij de overlast dachten te
beperken. tijdens renovatie bleven de huurders namelijk het liefst in
hun woning wonen. Dat zou echter wel veel bouwstof en bouwgeluid
in huis betekenen ?n bouwvakkers over de vloer. De winnaar van de
aanbesteding, BAM Woningbouw Breda, pakte dit bij de uitvoering aan
door bijvoorbeeld goed na te denken over de manier en het moment
van toevoer van bouwmaterialen. Daardoor hoefde er veel minder
gebruik te worden gemaakt van de trappenhuizen. Ook stemde BAM
met alle partijen iedere werkdag de voortgang af, wat ervoor zorgde
dat het werk in de woningen zo snel als mogelijk opgeleverd kon
worden. een van de bewoners zei na afloop: "Door het zien van de
presentaties en het mee mogen stemmen over wie de aanbesteding
krijgt, ben ik meer betrokken geraakt bij het project en de woningcor-
poratie".
ObStakelS bIj PlanMatIg OnDeRHOUD
Dat er op planmatig onderhoud amper bezuinigd wordt en er ook niet
veel uitstel van planmatige onderhoudsactiviteiten plaatsvindt, wil nog
niet zeggen dat deze processen optimaal verlopen. Het belangrijkste
knelpunt bij dit type activiteiten is, evenals bij renovatie, de betaalbaar-
heid oftewel de oplopende kosten. Bijna twee derde van de woning-
corporaties (63%) geeft aan dat dit het belangrijkste obstakel vormt.
HOe kan PlanMatIg OnDeRHOUD eFFICI?nteR?
In de enqu?te noemden respondenten de volgende
elementen om planmatig onderhoud zo effici?nt mogelijk
te laten verlopen:
"clusteren en langjarig uitbesteden"
"co?rdinatie in combinatie met communicatie"
"goed contact tussen de uitvoerende partij en de
huurder"
"goede voorbereiding, plan van aanpak, bewoners tijdig
informeren, en duidelijkheid naar de uitvoerende
partijen toe"
"Heldere en eenduidige procedures en kwaliteits-
omschrijvingen"
"zowel probleem als oplossing helder omschrijven"
"Procesafspraken ten behoeve van tevredenheid van
de klant of huurder"
"Vaste mensen, ketensamenwerking"
"Vaste partners en softwarematig alles goed regelen"
"Werken met vast partners die afspraken, processen en
normen van onroerend goed kennen.
"Heldere prestatieafspraken wat betreft kosten, tijd en
kwaliteit"
De rol die de aanbodzijde hierin kan spelen:
"Het aanbieden van een slimme manier van onderhoud
uitvoeren. Kan ook tegen een scherpere prijs dan een
corporatie"
"Het aanbieden van vaste contracten voor bijvoorbeeld
30 jaar, met vastgelegde kwaliteitscriteria en proce-
dures"
"Afspraken nakomen en kritische factoren monitoren"
"complete onderhoudsplannen aanbieden, passend bij
de strategie van de corporatie"
"e?n partij als aanbieder van meerdere activiteiten"
"Ketensamenwerking; afspraken bijvoorbeeld recht-
streeks inplannen bij de aannemer, onder bepaalde
voorwaarden"
"Klantgericht worden richting onze corporatie en onze
klanten"
"Meer denken vanuit zowel de klant als de keten"
"Ondersteuning bieden bij (tijdig) informeren van
bewoners en tijdens de uitvoering goed overleggen
met hen. Overlast tijdens de uitvoering zo veel moge-
lijk beperken"
63% van de corporaties
noemt oplopende kosten
als belangrijkste obstakel
bij planmatig onderhoud
63%
woonbedrijf
renda special 2013/2de renda renovatie enqu?te 2013 29
Andere knelpunten zijn vergelijkbaar met die van renovatie, te weten
`tijdrovend voor de afdeling onderhoud en beheer' (28%) alsmede `niet
duurzaam, energiezuinig genoeg' (19%). er is hier echter een struikel-
punt dat bij planmatig onderhoud sterker naar voren komt dan bij reno-
vatie, en dat is onvoldoende aandacht voor de eindgebruiker (22%).
Daar waar bij ingrijpende werkzaamheden de huurder wel wordt
betrokken in het proces, lijkt deze er bij planmatig onderhoud minder in
gemengd te worden.
Om het onderhoudsproces van planmatig onderhoud effici?nter te
laten verlopen, voorzien woningcorporaties met name een belangrijke
rol voor communicatie, prestatieafspraken, het nakomen van afspra-
ken en het afsluiten van langdurige contracten met vaste partners. Dit
laatste moet de aanbodzijde als muziek in de oren klinken, aangezien
dit een vaste inkomensstroom per jaar betekent. Mits de aannemer,
vastgoedonderhoudsbedrijf of fabrikant haar afspraken nakomt en de
beloofde kwaliteit levert.
De renda renovatie enqu?te 2013 signa-
leert onzekerheid. De vraag is of de
veranderingen niet veel fundamenteler
van aard zijn. Nog even en de s-curve
wordt een ingeburgerd begrip.
terugkijkend op de economische
geschiedenis, kende de wereld tot aan de
industri?le revolutie een gebrek aan alles:
gezondheidszorg, hygi?ne, gevarieerde
voeding, energie, huisvesting. tussen
1850 en 2000 worden de meeste
schaarsteproblemen opgelost en feitelijk
is er een enorm overaanbod gecre?erd.
De eenentwintigste eeuw wordt funda-
menteel anders. echte schaarste komt
terug in de behoefte aan schone energie,
zoet water en (de distributie van) voedsel
voor een groeiende wereldbevolking.
Het nieuwe millennium begint in deze
optiek in 2008 met de financi?le crisis.
De economie transformeert; welvaart
gaat niet langer om meer behoeften,
maar vooral om de kwaliteit ervan. in
maar 200 jaar zijn we van schaarste, via
kwantiteit, naar kwaliteit gegaan. We
staan aan de rand van de s-curve, met
een enorme versnelling van technologi-
sche ontwikkelingen die breder en mondi-
aal beschikbaar komen. een structurele
verschuiving dient zich aan, van materi?le
consumptie naar waarden die gaan over
behoud van natuur en cultuur, een gezond
leefklimaat, duurzame energie, waterma-
nagement en het afwenden van de
klimaatdreiging.
De goede dingen goed doen
Maakt ook corporatieland nu geen trans-
formatie van kwantiteit naar kwaliteit
door? Het is een boeiende gedachtegang.
Het eenzijdige denken in volumes van de
jaren zestig ligt achter ons, evenals het
ongebreidelde ontwikkelen van de afgelo-
pen decennia. corporaties richten zich
weer op de primaire taakstelling. er komt
minder nieuwbouw, maar betere. De
bestaande voorraad verdient eveneens
een kwaliteitsimpuls (lange termijn), maar
wordt nog geremd door de onzekere
financi?le situatie (korte termijn). Waar-
mee ik aangekomen ben bij de titel van
deze tekst: langetermijndenken, korteter-
mijnscoren.
Voor de korte termijn is er inderdaad een
sense of urgency. Door financi?le beper-
kingen zijn alleen de hoogst noodzakelijke
investeringen mogelijk. Als vertegen-
woordiger van de toeleverende (kerami-
sche) industrie, zeg ik dan: doe de goede
dingen goed. Dus ?ls we geld uitgeven,
doe het dan met een focus op kwaliteit.
Dat is een structurele levensduurverlen-
ging, via gerichte ingrepen met duurzame
materialen, die minder onderhoud vragen.
inderdaad, bespaar niet op onderhoud,
maar wel op onderhoudskosten.
zegeningen kenniseconomie
Wienerberger pleit ervoor al eerder te
denken in levensduur en total cost of
ownership. Met de huidige keramische
bouwmaterialen en technologie?n kunnen
woningen generatielang meegaan. en
juist de schil vormt de basis voor
comfort, leefbaarheid en energiereductie.
Het onderzoek gaat ook over de terechte
corporatiezorgen ten aanzien van effici-
ency en besparingen. Als we tegelijkertijd
een kwaliteitsbehoefte constateren, dan
moeten we eens echt werk gaan maken
van de zegeningen van de kennisecono-
mie. De belangrijkste knelpunten die
zowel voor renovatie, planmatig onder-
houd als nieuwbouw opgaan, zijn betaal-
baarheid, de grote tijdsinspanning voor
de betrokken afdelingen, en onderhoud
dat niet duurzaam of energiezuinig
genoeg wordt uitgevoerd, zo staat in de
onderzoeksresultaten. Plus dat de verbe-
terpunten om deze knelpunten op te
lossen, voornamelijk liggen op het vlak
van samenwerking. We moeten dus
denken in totaaloplossingen, gebruikma-
kend van flexibele kennispartners. Want
samenwerken is ook je zorgen maken
over het werk van een ander.
geert Kamps,
Productmanager dak, Wienerberger BV
langeteRMIjnDenken, kORteteRMIjnSCORen
enqu?te
De
renDa
renovatie
renda special 2013/2 de renda renovatie enqu?te 201330
DIleMMa'S ROnD nIeUWbOUW
Hoewel nieuwbouw geen speerpunt van renda is, is er toch voor geko-
zen om deze voor de corporatie belangrijke activiteit in het onderzoek
mee te nemen. reden hiervoor is dat een deel van de opbrengsten uit
verkoop van bestaande en/of nieuwe woningen ingezet kan worden
voor planmatig onderhoud of renovatie.
Dat de woningbouwproductie de afgelopen jaren bijna gehalveerd is, is
niet te wijten aan de corporaties. zij waren de afgelopen jaren goed
voor zo'n 20.000 nieuwe woningen per jaar, en daarmee een
constante factor. Hun aandeel in de nieuwbouwproductie is dan ook
gestegen van 20 procent aan het begin van deze eeuw, naar 35
procent in 2011 (fig. 6). Of zij de komende jaren nog steeds zo veel
woningen zullen blijven bouwen, valt nog te bezien. We zagen eerder
al dat woningcorporaties en masse aangeven minder of geen nieuw-
bouw te plegen. Dit wordt bevestigd door de cijfers van het cFV.
Belangrijkste reden hiervoor is dat corporaties zich weer moeten gaan
richten op de primaire doelgroep en dus niet meer op koop- of huur-
woningen voor een duurder segment. Dit wil niet zeggen dat deze
woningtypen helemaal niet meer gebouwd zullen worden door corpo-
raties. Dit is namelijk wel toegestaan tot een bepaald limiet, maar het
zal wel veel minder gaan gebeuren.
Ook wat betreft nieuwbouw is in het onderzoek gevraagd naar de
belangrijkste knelpunten. Naast de `vaste nummer ??n' van betaal-
baarheid en oplopende kosten (79% van de corporaties heeft dit
aangegeven), vormen bij dit onderdeel ook de langdurige processen
voorafgaand aan het bouwen een belangrijk dilemma (63%). Andere
problemen die relatief veel naar voren komen, zijn de tijd ? tijdrovend
en het kost veel tijd voor de ontwikkelafdeling (42%) ?, lange door-
looptijden (26%) en onzekerheid en afbreukrisico (26%).
Verbeteringen in het nieuwbouwproces om dit effici?nter te laten
verlopen, zitten veel minder op het communicatie- en planningsvlak
dan bij de onderhoudsprojecten. Bij nieuwbouw gaat het vooral om
een goede medewerking vanuit de gemeente, maar ook om een
strakke organisatie en vaker conceptueel bouwen. De rol van de
aanbodzijde is vooral die van het aanbieden van goede concepten,
meedenken in het hele proces, en partners worden met corporaties en
onderaannemers.
OntWIkkelIng Van nIeUWbOUWPRODUCtIe DOOR WOnIngCORPORatIeS en HUn PROgnOSeS
0
10
20
30
40
50
60
70
0
10000
20000
30000
40000
50000
60000
70000
80000
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Nieuwbouw door corporaties % van totale productie
Figuur 6
nieuwbouw, sloop en verkoop
realisatie
2009-2011
Prognose
2011-2015
Nieuwbouw woongelegenheden 1,4% 1,3%
sloop woongelegenheden 0,4% 0,4%
Aankoop woongelegenheden 0,2% 0,1%
Verkoop woongelegenheden 0,7% 0,5%
Nieuwbouw koopwoningen 0,4% 0,2%
HOe kan nIeUWbOUW eFFICI?nteR?
In de enqu?te noemden respondenten de volgende
elementen om nieuwbouwprojecten zo effici?nt mogelijk
te laten verlopen:
"een goed Pve vanuit de corporatie"
"goede afspraken met de gemeente die ook na worden
gekomen. snelle doorlooptijd om fluctuaties in markt
voor te zijn"
"Het proces beter organiseren en meer standaardiseren"
"een goede samenwerking, ook aan het begin van het
proces"
"Ketensamenwerking"
"Meewerkende gemeente en goede planning bij de
aannemer"
"Prestatieovereenkomst met de gemeente afsluiten"
"een standaardwoning die repeterend wordt gebouwd"
"strakke regie van gemeente en opdrachtgever en de
toepassing van bouwconcepten"
De rol die de aanbodzijde hierin kan spelen:
"Het aanbieden van concepten, risicoverdeling en
ontzorgen"
"concepten ontwikkelen die hergebruikt kunnen worden"
"innovativiteit"
"Meedenken in het proces"
"communiceren, fouten oplossen en planning"
"Het ontwikkelen van bouwconcepten, gevolgd door
onderhoud na oplevering voor een periode van circa
tien jaar"
"Partners zoeken voor een goede samenwerking"
"standaardconcepten aanbieden"
"totaalsystemen aanbieden waardoor de ontwikkeltijd
ingekort kan worden"
79% van de corporaties
vindt betaalbaarheid
knelpunt bij nieuwbouw
79%
renda special 2013/2de renda renovatie enqu?te 2013 31
renovatiebedrijfknaapengroep
renda special 2013/2 de renda renovatie enqu?te 201332
De grote onzekerheid onder woningcorpo-
raties op allerlei terreinen bevestigt de
renda renovatie enqu?te ondubbelzinnig.
Ketensamenwerking, prijskwaliteitverhou-
ding en ook een heldere communicatie
richting bewoners, zijn speerpunten voor
de toekomst.
Ook bij Faay Vianen is dit doorgedrongen,
door het volgen van diverse kennissessies
en door deel te nemen aan een innovatie-
werkgroep die zich richt op de binnen-
ruimte van woningen. Hieruit is ons geble-
ken dat de afstand tussen bewoner en
fabrikant in de bouwkolom groot is, maar
tegelijk ook weer niet. De afstand is groot
waar het gaat om communicatie. Binnen
de huidige werkwijzen zitten er diverse
communicatieschijven tussen, die op aller-
lei manieren verstorend (kunnen) werken.
Daarentegen staan bewoner en fabrikant
vlak naast elkaar bij het directe gebruik
van het product van die fabrikant in de
woning. Per slot van rekening is de bewo-
ner de gebruiker. Hierin zie ik zeker een
grote uitdaging voor ons bedrijf.
Uitdaging voor corporaties
een uitdaging voor woningcorporaties die
uit het rapport naar voren komt, is die van
het kostenplaatje van grootschalig onder-
houd (renovatie). Die onzekerheid is een
paar jaar geleden flink aangewakkerd door
de in het regeerakkoord vastgelegde
`betaalbaarheidsheffing op huurwoningen',
ofwel het meebetalen aan de huurtoeslag
door corporaties. Dit principe wordt vanaf
2014 ge?ffectueerd. Het uitstel van groot-
schalig onderhoud zoals dit al een tijdlang
te zien is, zal vanaf dat moment naar mijn
verwachting een structureel karakter gaan
krijgen. Banen en milieu zullen de klos
worden. terwijl bij een stilliggende nieuw-
bouw het duurzaam aanpassen van
bestaande woningen juist een uitstekende
manier is om bouwpersoneel aan het werk
te krijgen en te houden.
Dat kostenbewustzijn een onomkeerbare
realiteit is, is duidelijk. echter het op de
lange termijn verkleinen van de geldstroom
die duurzaam onderhoud en levensloopbe-
stendigheid van woongebouwen ten goede
moet komen ? de betaalbaarheidsheffing is
een regelrechte aanslag op de investerings-
capaciteit van corporaties ?, is niet de weg
die we moeten willen nemen. Bovendien
heeft het nog een neveneffect, want als
corporaties hun renovatieplannen op de
lange baan bl?jven schuiven, ontstaat er hoe
dan ook een achterstand. en wie gaat, als
de conjunctuur weer aantrekt, die plannen
uitvoeren? Met een personele terugloop in
de bouw kunnen we tegen een situatie
aanlopen waarbij er te weinig uitvoerend
personeel is. een scenario dat we met zijn
allen niet moeten willen.
slimme ketensamenwerking
ik, en gelukkig samen met mij vele ande-
ren, zoek het dan ook veel meer in kosten-
bewuste en slimme ketensamenwerking.
Dit principe heeft zich de laatste drie, vier
jaar voldoende bewezen om objectief vast
te kunnen stellen dat het daadwerkelijk
financi?le zoden aan de dijk zet. We
maken het zelf dagelijks mee. Door ande-
ren tailor made te ontzorgen, bespaar je
niet alleen, je maakt elkaars werk ook inte-
ressanter ?n de kwaliteit gaat omhoog.
Ook op productniveau valt er nog genoeg
te winnen om grootschalig onderhoud
kostenbewuster uit te voeren, met ruimte
voor nieuwe trends als het levensloopbe-
stendig maken van woningen. tip van Flip:
met onze wanden en plafonds transfor-
meert een woning probleemloos mee met
elke veranderende gebruikersbehoefte.
Om terug te komen op wat ik eerder
schreef: worden productmogelijkheden
duidelijk en op tijd naar bewoners gecom-
municeerd, dan is er nog een wereld te
halen. in dat opzicht kunnen zelfs bewo-
ners deel gaan uitmaken van ketensamen-
werking.
Monique de Vos-Faay,
Directeur Faay Vianen B.V.
eR IS nOg een WeRelD te Halen
37% van de corporaties
is positief over
ketensamenwerking
37%
renovatiebedrijfknaapengroeprenovatiebedrijfknaapengroepfutura
renda special 2013/2de renda renovatie enqu?te 2013 33
ketenSaMenWeRkIng nOg geen geMeengOeD
Bij de verschillende activiteiten die een corporatie ontplooit ten
aanzien van haar bezit, zien we veelal dezelfde verbeterpunten terug-
komen. Om de effici?ntie van de drie processen (renovatie, planmatig
onderhoud en nieuwbouw) te verbeteren, worden genoemd:
1) communicatie met huurders;
2) strakke en goede planning van de uit te voeren activiteit;
3) goede samenwerking tussen opdrachtgever en -nemer en tussen
opdrachtnemers onderling, en
4) het aanbieden van concepten.
Met name de eerste drie aspecten kunnen goed worden opgepakt
indien er actief gewerkt wordt aan ketensamenwerking.
De drie onderdelen vloeien eigenlijk voort uit het traditionele bouwpro-
ces zoals dat tegenwoordig nog veel wordt gebezigd: de opdrachtge-
ver, in dit geval de corporatie, schrijft een project uit en verleent de
opdracht aan een opdrachtnemer (veelal de aannemer). Deze zoekt
vervolgens onderaannemers en zo wordt iedere schakel betrokken op
een ander moment. Bij ketensamenwerking is het ultieme doel dat alle
betrokken partijen vanaf het begin meedoen in het proces, of in ieder
geval op de hoogte worden gehouden. Hierdoor zou er betere commu-
nicatie plaatsvinden, kunnen er betere en realistischere planningen
worden afgegeven, en is er sprake van een goede samenwerking.
Op dit moment is ketensamenwerking echter nog geen gemeengoed
in de corporatiesector. Uit de verkennende diepte-interviews aan het
begin van het onderzoek bleek al dat sommige corporaties de term
wel kennen maar nog geen project in ketensamenwerking hebben
uitgevoerd. Andere corporaties hebben tot volle tevredenheid al een
paar pilotprojecten gedraaid. e?n zwaluw maakt nog geen zomer, maar
de eerste stapjes worden voorzichtig gezet. Op dit moment is 37
procent van de corporaties dan ook positief over ketensamenwerking.
woonbedrijf
quawonen
renda special 2013/2 de renda renovatie enqu?te 201334
PaRtIjen WaaR In De keten Mee SaMengeWeRkt IS en De Mate Van IMPORtantIe Van De VeRSCHIllenDe PaRtIjen
49%
43%
37%
26%
26%
23%
20%
17%
9%
3%
31%
Aannemer/bouwbedrijf
Installateur
Architect
Ontwikkelaar
Gespecialiseerde aannemer
Vastgoedonderhoudsbedrijf
Constructeur
Fabrikant
Gemeente
Anders
Weet niet/geen mening
Figuur 7
top 5 partijen die door ketensamenwerking
een belangrijke rol zullen krijgen
1 Aannemer/bouwbedrijf
2 Vastgoedonderhoudsbedrijf
3 installateur
4 Architect
5 gespecialiseerde aannemer
top 5 partijen die door ketensamenwerking
een minder belangrijke rol zullen krijgen
1 gemeente
2 Ontwikkelaar
3 Architect
4 installateur
5 gespecialiseerde aannemer
enqu?te
De
renDa
renovatie
futura
renda special 2013/2de renda renovatie enqu?te 2013 35
redenen waarom deze groep positief is over de vorm van samenwer-
ken, zijn dat zij `een betere kwaliteit tegen maximaal gelijke prijs krij-
gen', `faalkosten worden verminderd', `het proces sneller verloopt' en
`de samenwerking beter verloopt omdat alle partijen hetzelfde doel
nastreven'. De rest van de woningcorporaties staat er neutraal tegen-
over (26%) of kan zich geen mening hierover vormen (37%), veelal
omdat ze ketensamenwerking nog niet hebben toegepast.
De belangrijkste voordelen voor een corporatie zijn dus:
Meer waar voor je geld; een beter product voor een betere prijs
Optimale kennisdeling en -benutting
Minder faalkosten
Hoewel de voorbereiding meer tijd vergt, kan het totale proces
sneller worden doorlopen
een effici?nter proces
De belangrijkste nadelen die worden voorzien, zijn:
Verwachtingen worden niet goed op elkaar afgestemd
er is meer afstemming, co?rdinatie en voorbereiding nodig
Partijen kunnen minder invloed uitoefenen, waardoor de angst
heerst dat er niet volledig transparant wordt gewerkt
indien er meer en meer in de keten wordt samengewerkt, betekent dit
een grotere rol voor de uitvoerende partijen (aannemers, installateurs
en vastgoedonderhoudsbedrijven) (fig. 7). De ontwikkelende (project-
ontwikkelaars) en ontwerpende (architecten) partijen zullen genoegen
moeten nemen met een minder belangrijke rol. reden hiervoor is dat
door ketensamenwerking kennis wordt gedeeld en er concepten
ontstaan. Deze concepten worden met ieder uitgevoerd project verder
geoptimaliseerd (zowel proces als eindproduct), waardoor er niet
telkens opnieuw ontworpen of gerekend hoeft te worden.
tOegePAste KeteNsAMeNWerKiNg
Hoewel er nog niet op grote schaal gebruik wordt gemaakt van keten-
samenwerking is er wel een goed voorbeeld van te vinden. Dit kan als
rolmodel dienen voor toekomstige projecten. Woningcorporatie
Portaal bouwde samen met projectontwikkelaar era contour onder
meer 42 sociale huurappartementen in de wijk Nieuw leyden in
leiden. Alle marktpartijen (architect, leveranciers, aannemer) verwerk-
ten hun bouwplannen gedetailleerd in een 3D-model en maakten een
gezamenlijke planning. Doordat het bouwproces voor een groot
gedeelte werd overgelaten aan de markt, bespaarde de corporatie tijd
en kosten (voordeel 1). "De uitvoering kost nog maar ??n tot ander-
half jaar (voordeel 2, red) waardoor ook de risico's van zo'n project
omlaag gaan (voordeel 3, red). je weet dat als je iets bedenkt, het er
over twee jaar kan staan", meldt Portaal. De kosten van het project in
leiden lagen uiteindelijk 15 procent onder de reguliere norm voor
onrendabele toppen bij woningcorporaties.
Met vernieuwende vormen van opdrachtgeverschap wil Portaal ook
huurders meer inspraak geven in het bouwproces. De corporatie
bedacht NiaNesto, een bouwconcept voor energienotaloze sociale
huurwoningen, waarbij de toekomstige bewoners met het bouwbedrijf
om tafel gaan om hun woonwensen te bespreken. Huurders kunnen
hun wensen toevoegen aan vaste concepten van bouwbedrijven,
zolang de huurprijs daardoor niet boven de liberalisatiegrens uitkomt.
nabIje tOekOMSt
concluderend kan worden gesteld dat er veel onzekerheid heerst
onder Nederlandse woningcorporaties. Hoewel de daadwerkelijke
effecten van de huidige situatie nog niet helemaal uitgekristalliseerd
zijn, bereiden ze zich voor op de nieuwe situatie. ze zullen zich gaan
richten op de primaire doelgroep, waarbij alleen nog maar de hoogno-
dige nieuwbouw wordt uitgevoerd. Verder zullen ze het met name
moeten hebben van de bestaande woningvoorraad. Bijkomend
probleem is echter de financi?le situatie van de corporatie. Kon zij
voorheen nog een deel van haar activiteiten (bijvoorbeeld onderhoud)
financieren vanuit nieuwbouw en verkoop van woningen, nu is dat veel
minder het geval. corporaties zullen dus enerzijds op het eigen perso-
neel gaan bezuinigen (met name de ontwikkelafdeling aangezien er
minder nieuwbouw gepleegd gaat worden), en anderzijds op onder-
houd en dan voornamelijk renovatie. Het is aan de aanbodzijde om dit
laatste te voorkomen. zij moet de corporaties ervan overtuigen dat
met haar kennis, vaardigheden en totaaloplossingen hetzelfde resul-
taat kan worden bereikt als bijvoorbeeld sloop-nieuwbouw, maar dan
tegen een gunstigere prijs. Ook uitstel hoeft geen optie te zijn om geld
te besparen.
een belangrijke stap in dit proces is ketensamenwerking: door middel
van samenwerking worden ieders capaciteiten volledig benut, waar-
door een optimaal resultaat voor zowel opdrachtgever (goede kwaliteit
tegen gunstige prijs) als opdrachtnemer (winst) in het verschiet ligt.
De slogan voor de aanbodzijde kunnen we ? in termen van beter goed
gejat dan slecht bedacht ? samenvatten als `bespaar niet op onder-
houd, maar wel op onderhoudskosten'.
renovatiebedrijfknaapengroep
2013
Aan de renda renovatie enqu?te
werkten onder andere de volgende
woningcorporaties mee:
AlleeWonen
christelijke Woningstichting
Patrimonium
HeeMwonen
laris
Nijestee
Ons Doel
Poort6
rijswijk Wonen
sprengenland Wonen
stichting Ouderenhuisvesting
rotterdam
Volkshuisvesting Arnhem
Welbions
WonenBreburg
Woningbouwvereniging Nieuw-
lekkerland
Woningbouwvereniging Poortugaal
Wooninc.
Woonstad rotterdam
Woonzorg Nederland
Colofon
De renda renovatie enqu?te wordt jaarlijks uitgevoerd door
UsP Marketing consultancy in opdracht van renda, kennis-
platform bestaande bouw.
USP MaRketIng COnSUltanCy
Annemiek van de Burgt, Henri Busker en ronald Provoost
RenDa
?bele Kluwer (uitgever)
janneke Klunder (eindredactie)
VORMgeVIng
twin Media bv, rimke Bartels, culemborg
ReageRen?
Heeft u een vraag/opmerking over dit artikel? Neem dan gerust
contact met ons op via renda@aeneas.nl
VOORWaaRDen
Niets uit dit artikel mag worden overgenomen zonder toestem-
ming van de uitgever. De algemene publicatievoorwaarden van
de uitgever worden verondersteld bekend te zijn en zijn op
aanvraag beschikbaar. Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt
besteed aan de inhoud van het blad, zijn redactie en uitgever
van renda niet aansprakelijk voor de gevolgen, van welke aard
ook, van handelingen en/of beslissingen gebaseerd op de
informatie in dit artikel. Niet altijd kunnen rechthebbenden van
gebruikt beeldmateriaal worden achterhaald. Belanghebbenden
kunnen contact opnemen met de uitgever.
De renda renovatie enqu?te is alleen beschikbaar voor expertle-
den van renda, kennisplatform bestaande bouw. Het volledige
onderzoek is na inloggen voor expertleden te downloaden via
www.renda.nl.
expertlidmaatschap per jaar: 249,- excl. btw
Kijk voor de voordelen en om u aan te melden op www.renda.nl
Reacties