Stichting Dakmeester houdt zich al meer dan 25 jaar bezig met de kwaliteit van de hellende daken in Nederland. Door de samenwerking van gekwalificeerde dakdekkers en toonaangevende producenten is het echter ook in de perfecte positie om het duurzame karakter van hellende daken te borgen en verder te ontwikkelen. Belangrijk speerpunt is daarbij circulariteit, maar er is ook aandacht voor het ecologische aspect.
Een hellend dak wordt anno 2023 door meerdere architecten niet altijd meer tot de meest favoriete oplossingen gerekend. “Jammer”, vindt voorzitter van Stichting Dakmeester Will Verwer. “Een hellend dak past juist in ons klimaat en kan wel honderd jaar meegaan. Dat ga je met een plat dak niet redden.” De keuze voor een hellend dak is volgens Verwer dus bij uitstek een keuze voor een duurzaam dak. “De meeste onderdelen van een hellend dak kun je hergebruiken of weer terugbrengen in nieuwe producten.”
Dat begint bij de dakbedekking. Voor een duurzaam en milieuvriendelijk dak zijn betonnen dakpannen de beste keus. Ze hebben de laagste CO2-belasting bij de productie ten opzichte van alle andere dakbedekkingsmaterialen. Een keramische (gebakken) dakpan heeft dan weer als voordeel dat hij makkelijker te hergebruiken is. “Van een betonnen pan kun je wel vrij simpel weer een basismateriaal van beton maken”, legt Verwer uit. “Je kunt het fijnmalen en zorgen dat het weer als een zandvervanger gebruikt wordt. Acht jaar geleden hebben we al een convenant gesloten met recyclingbedrijven om dat mogelijk maken. Daarnaast hebben we een overeenkomst met leverancier BMI Monier dat zij zich in gaan zetten om oude dakpannen weer in nieuwe te verwerken. Dat is op dit moment nog niet zo ver, maar ze zijn heel erg druk bezig om dat voor elkaar te krijgen. De uitdaging zit hem er voornamelijk in om dat te doen zonder kwaliteitsverlies. Ze bieden een productgarantie van dertig jaar. Die moet wel overeind blijven.”
Ook andere partners van Stichting Dakmeester timmeren al aan de weg op het gebied van circulariteit. Verwer: “Velux neemt oude dakramen in en zorgt ervoor dat ze op een sociale werkplaats uit elkaar worden gehaald. De onderdelen worden weer hergebruikt. Dat noemen ze de Take-backservice. Dan heb je het bijvoorbeeld over het aluminium, maar ze zijn nu ook al zover dat het hout wordt verwerkt in nieuwe dakramen.”
Reacties