Eén van de geweldigste tradities van Nederlanders is de voorjaarschoonmaak. Een dag per jaar poetsen, boenen, opruimen, weggooien, inruimen. Ik weet niet of dit herkenbaar is, maar ik herinner me dat bij ons thuis vroeger altijd in het voorjaar de grote schoonmaak plaatsvond. De geur van groene zeep en boenwas komt gelijk weer in me op. Als kind vond ik dat vreselijk en ging ik maar snel buiten spelen want heel het huis stond op zijn kop. Het fenomeen voorjaarsschoonmaak is bij velen van ons verwaterd. Maar toch blijkt zij wel degelijk noodzakelijk.
De gedachte aan de voorjaarschoonmaak laat mij denken aan alle spullen die ik in huis heb. Stichting OPEN (Organisatie Producentenverantwoordelijkheid E-waste Nederland) onderzocht welke apparaten wij Nederlanders allemaal in huis hebben. Onder apparaten wordt verstaan: alle apparaten met een batterij of stekker die in Nederlandse huishoudens te vinden zijn, inclusief hulpaccessoires. Het blijkt dat wij gezamenlijk 846 miljoen (!) elektrische apparaten hebben: Tv-toestellen, mixers afwasmachines, stofzuigers, koelkasten, laptops, mobieltjes, printers, geluidsinstallaties, adapters, airco’s, alarminstallaties, barbecues, ovens, ventilators, elektrische dekens, wekkerradio’s, enzovoort, enzovoort.
Voor alles wat ons leven makkelijker of leuker maakt kopen we een apparaat. Leveranciers te over, dagelijks rijden vele busjes door ons land. Een gemiddeld Nederlands gezin heeft 131 (!) apparaten in zijn bezit. Ter vergelijking: in 2012 waren dat er 93. Gebruiken we die ook allemaal? Het onderzoek laat zien dat zo’n 28 apparaten niet worden gebruikt (= 21%), en van dit aantal zijn er minimaal 3 kapot.
Een overzichtje:
Electrische apparaten > | In bezit | Niet in gebruik | Waarvan kapot |
Aantal in miljoenen stuks > | 846 | 178 | 21 |
Aantal in % > | 100 | 21 | 2 |
Bron: Stichting Open, 26 januari 2023
Toen ik dit las ben ik eens door het mijn huis gelopen. Dat leverde wel wat interessante ‘vondsten’ op; een (defecte) draagbare TV uit 1978, een wekkerradio met een kapotte antenne, een zaklantaarn waarvan de batterijen leeggelopen zijn, een Ipad met 3 verschillende adapters, een fototoestel met daarin nog een rolletje en een kapotte digitale filmcamera. Ik kan maar 1 conclusie trekken: ik pas in de doelgroep.
Als ik het onderzoek lees, begrijp ik dat ik voor een ‘kapitaal’ aan grondstoffen in huis heb liggen: al jaren onaangeroerd, ruimte verslindend, maar mogelijk bruikbaar voor anderen.
In de vakliteratuur tref je vaak een model aan, genaamd de 6 R-en. Ze worden gebruikt om verspilling tegen te gaan om tot het niveau van Zero- (of Minimal-) waste te komen. Iedere R staat voor een mogelijk te treffen actie:
Duidelijk is dat het aantal apparaten in huis, als we ons gedrag niet aanpassen, steeds verder groeit. Willen we daar echt iets aan doen dan zijn Refuse en Reduce interessant:
Tijdens de rondtocht door mijn huis bekroop me dat gevoel: was die droger nu wel echt nodig? Die magnetron heb ik amper gebruikt de laatste 5 jaar. Had ik die TV niet kunnen laten repareren in plaats van een nieuwe te kopen? Waarom heb ik dat fototoestel en dat filmapparaat nog? Jammer van al die schaarse grondstoffen en het heeft me veel geld gekost.
Die voorjaarsschoonmaak van onze ouders was zo slecht nog niet. Daarom zou ik willen pleiten voor een terugkeer, en laten we daarbij ook kijken naar al die elektrische apparaten in huis:
Waarschijnlijk heb je er nooit zo over gedacht maar op deze manier kun je een hele mooie duurzaamheidsbijdrage leveren.
Wim Meijer
Reacties