‘Fixeren op nieuwbouw heeft geen zin,’ vindt Ronald Paping, directeur van de Woonbond. ‘Kwaliteitseisen stellen aan nieuwbouwwoningen is goed maar de grote winst, onder andere op het gebied van energie, is te behalen in de bestaande voorraad. Maar liefst de helft van de woningen heeft geen spouwmuur en dakisolatie. Daarmee moeten we nu direct stevig aan de slag en daarbij mag de lat best hoger liggen dan de 20 procent energiebesparing die door de corporaties voor de periode 2007-2015 is voorgesteld.’
10INTERVIEW
ronald paping
NR 4
december 2007
interview
ronald
paping
tekst martin liebregts
en peter de koning
11INTERVIEW
ronald paping
NR 4
december 2007
`Fixeren op nieuwbouw heeft
geen zin,' vindt Ronald
Paping, directeur van de
Woonbond. `Kwaliteitseisen
stellen aan nieuwbouwwo-
ningen is goed maar de gro-
te winst, onder andere op
het gebied van energie, is te
behalen in de bestaande
voorraad. Maar liefst de helft
van de woningen heeft geen
spouwmuur en dakisolatie.
Daarmee moeten we nu di-
rect stevig aan de slag en
daarbij mag de lat best ho-
ger liggen dan de 20 procent
energiebesparing die door
de corporaties voor de perio-
de 2007-2015 is voorge-
steld.'
CV RonalD PaPing (51)
Studeerde economie in Groningen.
Beleidsmedewerker bij de provincie
Overijssel.
Rijksuniversiteit Groningen: co?rdinator
van de Wetenschapswinkel Economie.
Maakte een tijd deel uit van de gemeen
teraad van Groningen.
Stapte in 1996 over naar ABVAKABO
FNV. Was daar eerst hoofd van de
beleidsafdeling en later lid van het dage
lijks bestuur als co?rdinator arbeids
voorwaardenbeleid.
Bij de FNV: hield zich bezig met de poli
tieke lobby voor de Tweede Kamer
verkiezingen.
Sinds 1 januari 2007 algemeen direc
teur van de Nederlandse Woonbond.
De energieprijzen zijn de laatste jaren sterk gestegen, in de periode
20002006 met liefst 68 procent. In januari 2007 betaalden huishou
dens plotseling 4,8 procent meer voor energie dan in december 2006.
Elk huishouden gaat in 2007 ruim 85 euro meer betalen. `Voor het tref
fen van dure energiebesparende maatregelen zijn huurders afhankelijk
van hun verhuurder,' constateert Paping. `Ik maak me dan ook ernstig
zorgen over de invloed van die alsmaar stijgende energieprijzen op de
betaalbaarheid van het wonen.' Paping weet ook dat je maatregelen
moeilijk kunt afdwingen. `Maar je kunt het wel onderwerp van discussie
maken. En het energielabel, dat per 1 januari wordt ingevoerd, kan
helpen om hierop de aandacht te vestigen. Als bewoners zich bewust
worden van de energetische en financi?le voordelen van isolatie, zal de
weerstand zich omdraaien en gaan ze noodzakelijke maatregelen zelf
afdwingen bij hun verhuurder. Laat ik het een initiatiefrecht noemen:
bewoners kunnen zelf met idee?n komen en ik weet zeker dat corpora
ties open staan voor redelijke en haalbare voorstellen.'
EigEnDoMsnEutRaal De VROMRaad heeft op
17 oktober een advies uitgebracht over de toekomst van de woning
markt. Waar het kabinet in het coalitieakkoord min of meer verbiedt om
daarover na te denken, komt de VROMRaad nu met een verfrissend
advies over hoe het anders en beter kan. Uitgangspunt is dat huurders
en kopers gelijk moeten worden behandeld en dat iedereen die zijn
woonlasten niet (meer) kan opbrengen een beroep moet kunnen doen
op een nieuw subsidieinstrument, de woontoeslag. Huurders ?n kopers.
`Een prima uitgangspunt,' vindt Paping. `De VROMRaad wil de hypo
theekrenteaftrek en de huurtoeslag in ??n eigendomsneutraal systeem
gieten. Een systeem dat huurders en kopers, afhankelijk van hun inko
men en woonuitgaven, op basis van draagkracht in gelijke mate subsidi
eert. Zo komen publieke middelen voor vraagondersteuning gerichter
terecht bij de mensen die het nodig hebben. Want laten we eerlijk
wezen: momenteel gaat er 2 miljard euro naar de huurdersmarkt en
12 miljard naar de hypotheekrenteaftrek van kopers. Dat is natuurlijk
veel te scheef. Ik begrijp de populariteit van kopen, mensen vinden
vermogensvorming nu eenmaal belangrijk. Maar moet je dat fiscaal
ondersteunen? En waarom geen belasting op de torenhoge verkoop
winsten van kopers? Ze hebben dat geld niet verkregen door arbeid
maar door maatschappelijke omstandigheden die voor hen toevallig
gunstig uitpakken. Belasting zou volstrekt logisch zijn.'
De strikte scheiding tussen kopen en huren is volgens Paping de
oorzaak van de slecht functionerende woningmarkt. Het pompt in beide
segmenten de prijzen op. `Het huidige systeem is ook niet effectief,
omdat het zich grotendeels vertaalt in hogere koopprijzen, waardoor
een koopwoning voor minder in plaats van meer mensen bereikbaar
12INTERVIEW
ronald paping
NR 4
december 2007
ernstige
zorgen
over
betaal-
baarheid
wordt. Ik hoop dat de hypotheekrenteaftrek plaats maakt voor een
ander fiscaal systeem dat minder druk veroorzaakt op de huurprijzen.
Dat zou een goede aanzet zijn tot een rechtvaardiger systeem voor
inkomensondersteuning. George Orwell had het al over `decent living'
en bedoelde daarmee dat iedereen recht heeft op een redelijke woning.
Wie dat niet goed kan betalen, krijgt ondersteuning. Op de huurders
markt praat je momenteel over een miljoen huishoudens die huursubsi
die ontvangen, 15 procent van alle huishoudens. Vooral deze groep
moet niet vergeten worden in het streven naar meer kwaliteit. Het is
misschien van belang om maatschappelijk nog duidelijker de basiskwali
teit te defini?ren, en die gaat verder dan alleen veiligheid en gezond
heid.'
tRansitiEtRajECt In haar advies van 17 oktober be
steedt de VROMRaad weinig woorden aan het transitietraject van het
vrijer maken van de huurmarkt. De Raad vindt regulering van het huur
beleid gewenst (terecht, vindt Paping), maar wil wel meer marktprikkels
invoeren. Deels door regionale differentiatie in het woningwaardering
stelsel, deels door een ruimer huurbeleid (welvaartvolgend huurbeleid,
met een mogelijkheid voor hogere huurstijgingen) en deels door het
vergroten van het geliberaliseerde huursegment. `Marktprikkels zijn niet
vies, maar leiden in een imperfecte woningmarkt gemakkelijk tot volle
dig verkeerde en ongewenste uitkomsten,' reageert Paping. `Het is bij
voorbeeld de vraag of regionale verschillen niet weer leiden tot andere
problemen. Neem het loonniveau. Als dat over het hele land groten
deels gelijk is, kunnen grote regionale verschillen in woonlasten leiden
tot nieuwe knelpunten, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt. Belangrijker is
echter dat zolang er nog sprake is van aanbodbeperking en onvolko
menheden in de rest van de markt (hypotheekrenteaftrek), meer markt
werking alleen maar leidt tot hogere prijzen; in dit geval hogere huren.
Daar kan de Woonbond niet mee leven. Het transitieproces binnen de
huursector kun je niet los zien van het transitieproces binnen de koop
sector.' De minimale voorwaarde die de Woonbond stelt is dat een
nieuw woningmarktbeleid leidt tot lagere gemiddelde huurlasten voor de
lagere en middeninkomens onder de huurders. De huidige ongelijkheid
tussen de gemiddelde netto huurquote (24,2%) en netto koopquote
(16,1%) zou bij een nieuw systeem moeten verdwijnen. Het deel dat
huurders van hun nettoinkomen kwijt zijn aan de huur is in verhouding
veel te groot.
tussEnMoDEllEn Paping vervolgt: `Door verkoop
van huurwoningen ontstaat er een grotere variatie in huur en koopvor
men en een breed spectrum van posities tussen de traditionele huurder
en verhuurder. Huur en koop groeien duidelijk naar elkaar toe. Er ont
13INTERVIEW
ronald paping
NR 4
december 2007
staan veel tussenmodellen en dat is prima zolang de betaalbaarheid in
stand blijft. Door al die tussenvormen wordt de relatie tussen de corpo
ratie en zijn `klanten' wel veel complexer. De betrokkenheid van de ver
schillende groepen bewoners zal namelijk sterk afhangen van hun posi
tie. De `gewone huurder' bestaat straks niet meer. Nu al zie je her en
der in het land discussies ontstaan tussen huurders en kopers die sa
men in ??n complex wonen. Hoe moet dat als er straks ook diverse
huurkopers en koophuurders wonen? Het zal in zulke situaties vaak las
tig zijn om alle belangen te kanaliseren tot een onderhoudsbeleid waar
mee iedereen het eens is. Deze ontwikkeling vereist dat oplossingen
en benaderingen, waarbij het gaat om de behartiging van de belangen
van de woonconsument, in de context ingevuld moeten worden.'
Tegelijkertijd signaleert Paping een verminderende tweedeling tussen
huurder en corporatie en een versterking hiervan door de algemene
individualisering in de maatschappij. `Dat maakt een complexgewijze
aanpak nog ingewikkelder. Met als mogelijk gevolg een verschuiving
naar een individuele aanpak met meer maatwerk.' Het vergroten van de
individuele keuzevrijheid vindt de Woonbondvoorzitter een groot goed
en op die manier ook een collectief belang. Een componentachtige
aanpak zou volgens hem in zulke gevallen prima kunnen voldoen. `De
tijd is voorbij dat de corporatie een busje met luidspreker de wijk in
stuurde met de boodschap `iedereen krijgt een nieuwe douche'. Alhoe
wel, dat busje kan nog een tijdje mee als je erbij roept `u kunt daar en
daar gaan kijken naar de keuzemogelijkheden'. Hoe dan ook, we zitten
midden in een omslag van aanbodgericht naar vraaggericht. Corpora
ties hebben bewonersgroepen en huurderscommissies nodig om de
vraag te organiseren.'
Het uitgebreide ZAVbeleid (Zelf Aangebrachte Veranderingen) laat toe
dat de kwaliteit in de woning steeds afgestemd kan worden op de indi
viduele huurder/bewoner. Dit beantwoordt ook aan de toenemende
behoefte van de consument aan meer kwaliteit naar eigen keuze. `Ook
de vraaggestuurde verbeteringen spelen hierop in. Als het niet project
matig wordt uitgevoerd, verdient de kostenkwaliteitsverhouding extra
aandacht. De voordelen van projectmatige aanpak met seriekorting
moet niet volledig verloren gaan.'
DiFFEREntiatiE `Energie is het onderwerp voor
de komende jaren. Nederland gaat op allerlei vlakken naar steeds meer
differentiatie en dat maakt vraagstukken voortdurend anders en com
plexer. Zulke processen moet je niet sturen op conjunctuur,' vindt de
Woonbonddirecteur. Een goede woning moet volgens hem minstens
100 jaar meekunnen, eigenlijk wel 200 jaar. Dat overstijgt elke conjunc
turele golfbeweging. `Welke kwaliteit wil de consument over 100 jaar?
Dat is nu de centrale vraag. Mensen worden steeds meer consument,
PaRtiCuliERE VERhuuR
De woningmarkt is niet overal
gelijk. het is vooral een regio-
nale markt. in sommige gebie-
den is sprake van een krimpen-
de vraag, zoals in oost
groningen en Zuid limburg, en
in andere streken is dat juist an-
dersom. `in gebieden met een
groot tekort, zoals amsterdam
en utrecht, vormt de sector van
de particuliere verhuur een ex-
tra groot probleem,' vertelt Pa-
ping. `slechte kwaliteit tegen
een zeer hoge prijs. het is nog
steeds moeilijk in deze sector
adequaat op te treden. De re-
gelgeving is niet het grote pro-
bleem, wel het woningtekort.
Dat maakt de verhuurder mach-
tig. goede communicatie en
een doortastende klachtenbe-
handeling kunnen de positie
van de huurder versterken, plus
natuurlijk de nodige maatrege-
len aan de aanbodkant.'
worden steeds kritischer. De behoefte aan kwaliteit neemt toe, de toe
nemende behoefte aan energiekwaliteit is daarvan een sprekend voor
beeld.'
Paping vervolgt: `De inkomensgroei van ruim 2 procent per jaar leidt in
circa tien jaar tot een toename van de besteding van zo'n 25 procent. Dit
betekent, dat er ruimte moet zijn om ook in het wonen de gewenste
kwaliteit toe te voegen. Ook in de afgelopen decennia is er een sterke
toename van het te besteden inkomen geweest. De woningen dateren
grotendeels uit de periode dat er economisch minder ruimte was. In de
woningbouw zal die kwaliteitssprong dus gemaakt moeten worden.
Natuurlijk is een belangrijke sprong in de afgelopen vijftig jaar de ruimte
consumptie per persoon geweest. Bewoonden in het verleden grote
gezinnen de woningen, nu is de gemiddelde woningbezetting bijna twee
personen. Het is de kunst om op dit soort ontwikkelingen te anticiperen.'
Reacties