In het energieakkoord staat dat er voor 2020 6000MW aan windenergie op land gerealiseerd moet zijn. Daar is veel over te doen. Tegenstanders vragen zich af of al die windmolens wel in het landschap passen en voorstanders benadrukken de noodzaak van meer windmolens voor een hoger percentage duurzame energie. Een aantal lokale energiecoöperaties in Noord Brabant wil een verbinding leggen tussen de voor- en tegenstanders van windenergie door lokale burgers, bedrijven en organisaties te laten meeprofiteren van rendementen uit windenergie.
10 Energie+ nr 1 maart 2014Windenergie kan in principeduurzaam zijn, maar is dat niet inEuropa. Als gevolg van het huidigeEuropese emissiehandelsrechtensysteem(ETS) is CO2-reductie door duurzame energieminimaal. Dit komt door het zogenaamdewaterbedeffect. Dat wil zeggen, de reductiedie wij hier realiseren wordt elders in Europaop korte of langere termijn weer benut zolanger op Europees niveau geen emissierechtenuit het systeem worden gehaald. En deverwachting is dat dat vanwege de huidigegeopolitieke verhoudingen niet snel zalgebeuren. Verder gaat het bouwen van extrawindmolens gepaard met hoge maatschappe-lijke kosten in de vorm van aantasting van deleefomgeving. Daarnaast worden de windmo-lens gefinancierd uit extra heffingen op deenergierekening van met name kleinverbrui-kers. Deze heffing gaat ieder huishouden inNederland vanaf 2016 jaarlijks gemiddeldongeveer 45 euro per jaar extra kosten. Extrawindturbines dragen dus nauwelijks bij aanhet verminderen van de CO2-emissie, omdathet ETS niet werkt. Hierdoor kunnen demaatschappelijke kosten slechts verant-woord genomen worden als die 6000MW aanwindenergie niet als een op zichzelf staanddoel wordt beschouwd. Het moet gezienworden als een middel voor energiebespa-ring, dat tevens bijdraagt aan de bewustwor-ding van burgers, bedrijfsleven en organisa-ties. Zij kunnen het heft in eigen hand nemenen zelf energie produceren door lokaal inco?peratief verband te investeren in de eigenlokale economie en de eigen leefomgeving.Daarom willen verschillende samenwerkendeBrabantse energieco?peraties de termSociaal Levende Windmolens introduceren.Dat zijn windmolens die in eigendom zijn vangemeenschapsco?peraties waarvan burgers,lokale bedrijven en organisaties lid zijn.Iedereen moet mee kunnen doen. Alleen opdeze manier kan een langdurige, bewuste enactieve betrokkenheid van burgers wordengerealiseerd voor het behouden van eenvitale lokale samenleving die gericht is op hetdaadwerkelijk verminderen van de CO2-emis-sie.BetalenVia de Wet opslag duurzame energie gaatiedere energiegebruiker via de SDE+-regelingmeebetalen aan de windmolens. Een gemiddeldparticulier huishouden betaalt daarvoor in 2016een bijdrage van ongeveer 45 euro per jaar. Alle7,5 miljoen huishoudens samen dragen dan in2016 345 miljoen euro bij. Bij ongewijzigd beleidbetalen huishoudens in 15 jaar, de economischelevensduur van een windmolen, 5,1 miljard euroen de grootverbruikers ook nog eens 5,1miljard euro. Maar de rendementen vanwindenergie gaan naar de bestaande energie-bedrijven, ontwikkelaars en grondeigenaren.De SDE+-regeling voorziet immers in eenrendement op ge?nvesteerd eigen vermogenvan 15 procent en 6 procent op vreemdvermogen. Dit is beduidend meer dan de renteop een spaarrekening. Vanwege deze rende-menten is momenteel een gevecht gaande omde gunsten van grondeigenaren en gemeen-ten. Grondeigenaren en ontwikkelaarsproberen daarmee de langjarige en profijtelijkeexploitatie veilig te stellen. Zonder aanvullendoverheidsbeleid en actieve gemeenschappenstaat de burger in zijn hemd. De samenwer-In het energieakkoord staat dat er voor 2020 6000MW aan windenergieop land gerealiseerd moet zijn. Daar is veel over te doen. Tegenstandersvragen zich af of al die windmolens wel in het landschap passen envoorstanders benadrukken de noodzaak van meer windmolens voor eenhoger percentage duurzame energie. Een aantal lokale energieco?pera-ties in Noord-Brabant wil een verbinding leggen tussen de voor- entegenstanders van windenergie door lokale burgers, bedrijven en organi-saties te laten meeprofiteren van rendementen uit windenergie.Iedereen moet meekunnen doenTekst Martijn Messing, voorzitter Energie Dongen en Michael Daamen, initiatiefnemer Energiek Moerdijknr 1 maart 2014 Energie+ 11kende Brabantse energieco?peraties vragendaarom aan gemeenten om een eigen windvisieop te stellen. Daarin moeten ze dwingendesociale randvoorwaarden stellen, zoalsvergaande participatie-eisen. De provincie zoudie visies moeten faciliteren. Het gaat dan ommeer dan beperkte deelname met wat obliga-ties.MeeprofiterenMet windturbines die zo veel mogelijk doorgemeenschapsco?peraties worden beheerd enge?xploiteerd, kan de gemeenschap volopmeeprofiteren. Met de opbrengsten kunnen zeinvesteren in hun eigen omgeving. Als participa-tie door lokale co?peraties niet mogelijk is, gaater jaarlijks 342 miljoen euro van burgers enandere kleinverbruikers naar energiebedrij-ven, projectontwikkelaars, grondeigenaren enfinanciers. Welke wethouder kan zonder degestelde sociale randvoorwaarden noguitleggen dat extra windturbines in degemeente verantwoord zijn? Het is dus beterom voor een brede participatie door burgers teijveren bij de realisatie van de windmolens.Betrokkenheid bij de energietransitie via eendeelname in de opbrengst zal bovendien inhoge mate de energiebewustwording doentoenemen. Burgers die investeren in zonnepa-nelen of meedoen met windmolens zijn ookveel eerder geneigd om te investeren inisolatie en andere energiebesparendemaatregelen, blijkt vaak uit de praktijk. Dezemaatregelen leiden vaak tot besparingen opaardgasverbruik, en dat heeft nog een extravoordeel. Anders dan bij elektriciteit leidtbesparen op gasverbruik wel direct totverminderen van de CO2-emissie omdat gas nietonder het ETS valt. Iedere kubieke meter gasminder draagt direct bij aan een verlaging vande CO2-uitstoot.UitdagenParticipatie is in het buitenland al heelnormaal. Zo heeft Denemarken participatiedoor burgers en omwonenden in de wetverankerd. In deze wet staat dat in iederproject minimaal 20 procent burgers moetenkunnen participeren. De Deense overheidzorgt er via een nationaal revolverendontwikkelfonds zelfs voor dat de hoge risico'sin de voorfase door lokale energie co?peratiesgefinancierd kunnen worden. De Britseregering komt dit voorjaar met haar visie opcommunity energy. Met het vaststellen van deLocalism Act en de Social Value Act zijn deBritten al bekend met een sociale vorm vanaanbesteden. Op grond van deze wetgevinghebben lokale gemeenschappen of specialesocial enterprises voorrang op biedingen voorhet realiseren van publieke waarden. Hetbiedingsrecht ( right to bid ) en het recht omde lokale gemeente uit te dagen( right to challenge ) met een beter bod tekomen, kan ook toeg past worden als het gaatom gemeenschapsco?perties die in eigenbeheer windmolens willen exploiteren.WedrenOp dit moment is een wedren gaande onderenergiebedrijven en ontwikkelaars om zoveelmogelijk grondposities te verwerven. Gemeen-tebesturen worden onder druk gezet omexploitatieovereenkomsten te sluiten. Departicipatievoorstellen die daarbij wordengedaan gaan meestal niet veel verder dandeelname in obligaties. Bij steeds meergemeenten is echter een kentering gaande. Zebegrijpen dat het om veel meer gaat dan louterom een ruimtelijke opgave. Maar voor veelgemeentebesturen is het allemaal nog nieuw.Nationale regelgeving naar Deens of Britsvoorbeeld zou enorm kunnen helpen. Het geeftde burgers meer handvatten om eenvoudiger tekunnen participeren en de energietransitie devolgende fase in te helpen. Veranderingenkomen van onderop, dat geldt meestal ook voorwetgeving.
Reacties