Houtsnippers verbranden voor duurzame warmte én landschapsonderhoud is een win-winsituatie die helemaal van deze tijd is. In Groningen draait een dergelijke biomassa-installatie om een kleinschalig warmtenet te verwarmen. Lokale reststromen worden gebruikt voor lokale warmtevoorziening en het stimuleren van de lokale economie. De installatie is succesvol en is mogelijk gemaakt door een bijzondere samenwerking tussen de gemeente en een particulier bedrijf.
nr 3 september 2013 Energie+ 5 productieTekst Imke Hamacher, Voxx CommunicatieDe verduurzaming van warmte in degemeente Marum is een mooiresultaat, maar was geen doel op zich,vertelt Sander Ploeg, beleidsmedewerkermilieu van de gemeente. "We zijn het projectbegonnen met landschapsonderhoud alsmotief. In het Westerkwartier in Groningen ishet landschap omgeven met zo'n 1100kilometer aan karakteristieke houtsingels,waarvan het onderhoud een grote hoeveel-heid houtsnipperafval oplevert. Subsidievoor onderhoud loopt terug, dus zochten wein samenwerking met de gemeentenGrootegast en Leek naar nieuwe manierenom dit afval te gebruiken. Een biomassa-installatie die draait op houtsnippers leekons de ideale oplossing. De houtsnippers zijndan geen afval meer, maar dienen alshernieuwbare brandstof en leveren boven-dien geld op. Zo combineren we landschaps-onderhoud met verduurzaming." Hoewel zijhet plan bedacht, wilde de gemeente nooitvoor energiemaatschappij spelen. "Daaromnamen we vooral een faciliterende rol aan enprobeerden we andere lokale partijen tebetrekken als exploitant", vertelt Ploeg. Al inDuurzame warmte ?nlandschapsonderhoud2005 maakte de gemeente de eerste plannenvoor de biomassa-installatie en het warmte-net, maar zag die in 2007 stranden na eenmislukte aanbestedingsprocedure. Deagrari?rs die de installatie zouden exploite-ren kregen koude voeten, dus belandde hetplan een tijdlang in de ijskast. Daarvan heeftde gemeente Marum geleerd, vertelt Ploeg."Voor een project als dit heb je een techni-sche partner nodig. Je kunt een agrari?r nietzomaar ook stadsverwarmingsexploitantmaken, alleen al bij het onderhoud komtzoveel kijken."Het roer omIn 2008 krijgt het project in Marum eendoorstart met Bio Forte, een bedrijf datduurzame biomassa-installaties initieert,realiseert en exploiteert. Het bedrijf heront-wikkelde de plannen en gooide op een aantalpunten het roer om. Belangrijk was de keuzevoor een kleinere verbrandingsketel met dehelft van het vermogen in combinatie met eenwarmtebuffer, vertelt Jaap Koppejan,directeur van Bio Forte. "Het aanleggen vanHoutsnippersverbrandenvoorduurzamewarmte?nlandschapsonderhoudiseenwin-winsituatiediehelemaalvandezetijdis.InGroningendraaiteendergelijkebiomassa-installatieomeenkleinschaligwarmtenetteverwar-men.Lokalereststromenwordengebruiktvoorlokalewarmtevoorzieningenhetstimulerenvandelokaleeconomie.Deinstallatieissuccesvolenismogelijkgemaaktdooreenbijzonderesamenwerkingtussendegemeenteeneenparticulierbedrijf. productie6 Energie+ nr 3 september 2013 productieeen te grote ketel is een klassieke fout in veelprojecten. Om een biomassa-installatie goedin bedrijf te houden, moet je altijd minimaal20 tot 25 procent van het vermogen benutten.Met een te grote ketel zit je in de zomer, bijtropische temperaturen en een lage warmte-vraag met een overschotprobleem. De ketel isgroot genoeg om in de warmtebehoefte vanhet net te voorzien tot aan buitentemperatu-ren van -8 ?C. Bij strengere kou helpt degasgestookte back-up ketel mee, maar datkomt weinig voor. Snelle wisselingen in dewarmtevraag vangen we op met de warmte-buffer: een energieopslag van 20 kubiekemeter. Het verbrandingsproces is namelijkniet zo snel te vari?ren dat het sterkefluctuaties in de vraag kan bijhouden. Hetaanleggen van een buffer is relatief goedkoopen dus een goede oplossing." Dankzij eenkunststof warmtenet kon Bio Forte ook forsop de aanlegkosten besparen. Het innova-tieve materiaal kon een groot deel prefabgeleverd worden. Bovendien hebben deleidingen een lange levensduur wanneer detemperatuur van het water laag wordtgehouden.LokaalIn mei 2012 verbrandde de Marumse instal-latie de eerste houtsnippers, op jaarbasisgaat het om ongeveer 700.000 kilo. Degemeente co?rdineert de inzameling enlevering van de snippers aan Bio Forte. Desnippers worden op de gemeentewerfverzameld en naar de installatie vervoerddoor medewerkers van de gemeentelijkebuitendienst. Zij kunnen op afstand in eencomputersysteem zien wat het snipperge-halte in de bunker is en dus of bijvullen nodigis. In de toekomst komt er wellicht verande-ring in deze aanpak, vertelt Ploeg. "Agrari?rsen particuliere landschapseigenaren uit deomgeving zijn bezig een gebiedsco?peratieop te richten om onder andere het beheer ende logistiek van de te oogsten houtsnippers teregelen. Als dat lukt, kan de gemeente zichterugtrekken als tussenpersoon. We stellendan wel de gemeentewerf beschikbaar, maardragen niet meer de verantwoordelijkheid."Een co?peratie past goed binnen de lokaleambities van het project. Koppejan: "Werealiseren lokale warmtevoorziening dielokale reststromen gebruikt en zorgt voorontwikkeling van de lokale economie.Daarmee maken we de lokale kringloop zosluitend mogelijk, een principe waar weachter staan als bedrijf en dat bovendien veelsteun krijgt bij de bevolking en de lokalepolitiek."Geen huishoudensOp het warmtenet in Marum zijn negen grotepartijen aangesloten: de bibliotheek, hetgemeentehuis, een woonzorgcentrum, hetopenluchtzwembad, het lifestylecentrum,een sporthal, de voetbalvereniging, degymzaal en een school. Geen particulierehuishoudens dus; een bewuste keuze, legtPloeg uit. "We hebben vooraf voorbeeldenvan andere netten in Duitsland en Denemar-ken bekeken. Met huishoudens haal je jeadministratief en financieel veel meer op dehals: meer aansluitingen, meer contracten enmeer gelegenheid tot storingen of wanbeta-lers. Voor een eerste project leek ons dat nietverstandig." Koppejan beaamt dit: "Ditproject is een demonstratie van wat wekunnen. Negen grote afnemers bedienen ismakkelijker dan driehonderd kleine. We latennu eerst zien dat het werkt: stadsverwarminguit biomassa." In het begin had de installatiewel eens een storing, maar die waren altijdsnel op te lossen en tegenwoordig komen zenog zelden voor, vertelt Koppejan. "Als hetgebeurt, en ook als we onderhoud plegen,schakelen we tijdelijk over op de gasketel,zodat de afnemers er niets van merken. Ookhet zorgvuldig inzamelen en verwerken vande houtsnippers is belangrijk om storingen tevoorkomen; voorwerpen die niet in debiomassa thuishoren kunnen het procesbelemmeren. Nu we een jaar draaiend zijn,kunnen we zeggen dat de installatie heelbetrouwbaar is." Hoewel er in principegenoeg houtsnippers zijn om een veel groterdeel van Marum te verwarmen, is datvoorlopig toekomstmuziek, denkt Koppejan."We gebruiken nu een derde van de hoeveel-heid snippers en zitten daarmee aan decapaciteit van onze installatie. Op andereplekken hebben we projecten in ontwikkelingdie volledig op huishoudens zijn gericht."Goodwill bij inwonersHoewel ze geen directe afnemer van destadsverwarming zijn, is het project welbekend bij de inwoners van Marum. Draag-vlak cre?ren bij de burger is belangrijk,vertelt Ploeg. "We hebben steeds duidelijk enopen gecommuniceerd over het doel van deinstallatie, door stukken in de krant teplaatsen en de plannen openbaar te maken.De aanleg van het warmtenet duurde maardrie weken, dus hebben bewoners er niet veelhinder van gehad. Als er sprake was vanoverlast, deed Bio Forte brieven bij omwo-nenden in de bus. Ook heeft Bio Forte eenopen dag met activiteiten rondom het projectgeorganiseerd. Dit alles heeft gezorgd voorveel goodwill en belangstelling voor hetinitiatief. Burgers vinden het interessant engoed voor het milieu, landschap en de lokaleeconomie. We hebben nauwelijks klachtenbinnengekregen." Waren die er wel, danprobeerde Bio Forte het probleem zo snelmogelijk op te lossen, vertelt Koppejan."Door een te lage schoorsteen was er bij som-mige weersomstandigheden en bedrijfscon-dities sprake van geuroverlast. Toen hebbenwe besloten een hogere schoorsteen teKunststof leidingen voor het warmtenet.nr 3 september 2013 Energie+ 7 productieplaatsen. De gemeente Marum is gelukkigdaadkrachtig en heeft hiervoor snel toestem-ming verleend. We merken dat het eldersvaak moeizamer gaat om dingen voor elkaarte krijgen."SubsidiesOm het project rendabel te krijgen warensubsidies onontbeerlijk. Van de bijna 1,1miljoen euro aan investeringskosten, is vijfton afgedekt met verschillende subsidierege-lingen. Van het LEADER-programma van hetEuropees Landbouwfonds voor Plattelands-ontwikkeling ontving het project 350.000euro subsidie vanwege de bijdrage aanlandschapsonderhoud. Het warmtenet inMarum kreeg bovendien als eerste project inNederland SDE+-subsidie voor groenewarmte. Ook maakte Bio Forte gebruik van defiscale Energie-Investeringsaftrek (EIA) enkreeg het subsidie uit het Unieke KansenProgramma (UKP) voor het kunststofleidingsysteem. Deze drie subsidies zijnverleend door Agentschap NL. "De opbreng-sten uit de warmteafname zijn niet hooggenoeg om de businesscase zonder subsidiesluitend te krijgen", vertelt Koppejan. "Weverkopen de warmte tegen een niet-meer-dan-anders-tarief, wat betekent dat klantenhetzelfde of een beetje minder betalen dan denormale prijs. We kunnen het verbruik opafstand inzien via een slim regelsysteem datbij alle afnemers is ge?nstalleerd. Eens permaand ontvangen ze een factuur." Overvijftien jaar heeft Bio Forte de investering inhet warmtenet terugverdiend, dat naarverwachting vijftig jaar meegaat. "Op ditmoment halen we break-even, maar in detoekomst wordt het project bij stijgendeenergieprijzen voor iedereen financieelinteressanter. Klanten hoeven dan niet devolledige prijsstijging te betalen die ze metgas wel zouden hebben." Het voordeel voorde klanten zit hem niet alleen in het kosten-plaatje, maar vooral ook in het groene imago,zegt Ploeg. "Ze dragen bij aan verduurzamingen de instandhouding van het gemeenteland-schap. De voetbalvereniging en de schoolbelden zelf of ze mee konden doen. Diecre?ren daaromheen een heel thema metactiviteiten, dat zorgt voor bewustwordingvan duurzaamheid bij kinderen."SuccesverhaalDe langdurige samenwerking tussen debetrokken partijen in Marum is een voorbeeldvoor andere, soortgelijke initiatieven.Koppejan: "Een adviesbureau kan een mooiadvies en rapport opstellen, maar is daarnaweer vertrokken. Wij zijn zowel ontwerper alsexploitant van het net en dragen ook deverantwoordelijkheid voor het proces. Datneemt de gemeente veel werk uit handen."Samenwerking is een belangrijk speerpunt,voegt Ploeg toe. "We hebben elkaar zoveelmogelijk aangevuld. Lukte het Bio Forte nietom ergens de voet tussen de deur te krijgen,dan zorgde een telefoontje van de wethouderdaar wel voor. Door dit samenspel is hetproject ondanks de moeizame start een lokaalsuccesverhaal."Houtsnippers worden verbrand voor het warmtenet in Marum.Geleerde lessen? Zoek een partner met technischeexpertise.? Besteed veel aandacht aan eenoptimaal installatieontwerp dat past bijde warmtevraag en beschikbarebrandstof in de omgeving.? Bereid een aanbestedingstraject goedvoor.? Maak goede afspraken met (hout)leveranciers over de toelevering vanbiomassa.? Kies je klanten zelf.? Cre?er goodwill in de omgeving.? Zorg voor een goede verstandhoudingtussen partijen en vul elkaar aan.Geleerde lessen
Reacties