Een gezond binnenmilieu realiseren kost vaak extra energie: denk aan verwarming, koeling, ventilatie en verlichting. Toch kunnen aandacht voor gezondheid en energiebesparing ook goed samengaan. Hoe zit dat in de utiliteitsbouw? Een pleidooi voor integraal ontwerpen, in zowel nieuwbouw als bestaande bouw.
12 N OV E M B E R 2005
energiebesparing en een gezond binnenmilieu? In de prak-
tijk blijkt een combinatie van vergaande energiebesparing
en een gezond binnenmilieu goed mogelijk, maar het vergt
wel aandacht.
Bestaande bouw
In de jaren '70 leidde vergaande energiebesparing in de
woningbouw ? in combinatie met onjuist ventilatiegedrag
? in een aantal gevallen tot een verslechtering van het bin-
nenmilieu. In veel woningen waren er bijvoorbeeld vocht-
en schimmelklachten. Ook in de utiliteitsbouw wordt de
mogelijke tegenstelling tussen `gezond' en energiebewust
al jaren onderkend.
G e z o n d e e n e n e r g i e z u i n i g e
Een gezond binnenmilieu realiseren kost vaak extra energie:
denk aan verwarming, koeling, ventilatie en verlichting. Toch
kunnen aandacht voor gezondheid en energiebesparing ook goed
samengaan. Hoe zit dat in de utiliteitsbouw? Een pleidooi voor
integraal ontwerpen, in zowel nieuwbouw als bestaande bouw.
energie&gezondheid
Integraal ontwerp
Eric Bouten & Els Sonnemans
Als gevolg van het voorgenomen overheidsbeleid en de
stijgende energieprijzen staat energiebesparing weer volop
in de belangstelling. Ook een gezond binnenmilieu haalt
volop de pers, en dan met name in relatie tot milieuver-
ontreiniging. Maar wat is het verband tussen vergaande
De uitbreiding van het gebouw van Onafhankelijk Toneel naar ontwerp van Franz Ziegler
Foto:PeterRuig
N OV E M B E R 2005 13
In de beoordelingsrichtlijn BRL 9500 (de beoordelings-
richtlijn voor certificeerders, waarin de eisen staan om-
schreven waaraan het eenenergiecertificaat (zoals bedoeld in
de EPBD) moet voldoen) wordt daarom ook specifiek
aandacht geschonken aan mogelijke koppelingen van de
Energie Prestatie Adviezen (EPA) aan comfort en gezond-
heid.
Gezondheidstoetsen
Ook met gezondheidstoetsen kunnen de comfortproble-
men in kaart worden gebracht. In de adviezen kunnen
naast energiebesparende maatregelen ook maatregelen ter
voorkoming van comfortproblemen worden meegeno-
men. Op dat moment snijdt het mes aan twee kanten: het
comfort in het gebouw verbetert en het energiegebruik
wordt lager.
Voor een echte verbeterslag in utiliteitsgebouwen is de or-
ganisatorische inbedding van de energie- en comfortadvie-
zen van wezenlijk belang. Negatief in dit kader is de posi-
tie en het wettelijk kader van de arbodiensten. Het is te-
genwoordig minder logisch deze in te schakelen dan een
aantal jaren geleden. Veel organisaties hebben echter ook
KAM (kwaliteit, arbo en milieu)-medewerkers en hoewel
die eigen aandachtspunten hanteren, hebben zij ook mo-
gelijkheden voor inbedding van energie en gezondheid in
de organisatie.
Nieuwbouw
Om een nieuw gebouw `gezond' en tegelijkertijd energie-
zuinig te maken is een integraal ontwerp met de juiste in-
Op dit moment is er weer hernieuwde aandacht voor zo-
wel het thema energiebesparing als voor gezondheid; sla
er de krant maar op na. Naast de aanscherping van de
EPC is onder meer de invoering Energy Performance Buil-
ding Directive (EPBD) een belangrijke stimulans. De
EPBD zal, zeker in combinatie met stijgende energieprij-
zen, op termijn een enorme impuls gaan geven aan ener-
giebesparing in de bestaande bouw. In het kader van de
EPBD zullen veel bestaande gebouwen ge?nspecteerd gaan
worden op energiebesparende mogelijkheden. Een ideaal
moment om tegelijkertijd ook gebouwen te inspecteren op
het gebied van gezondheid en comfort en eventueel zelfs
op het gebied van onderhoud en beheer.
u t i l i t e i t s b o u w
is het halve werk
DE AUTEURS
Mevr. ir. E. Sonne-
mans is senior ad-
viseur energie &
gezondheid en
dhr. ir. E. Bouten
is senior adviseur
integraal ontwer-
pen, bouwfysica
& installaties,
beiden bij EBM-
consult BV.
Ontwerprichtlijnen
Hoe kunnen energiebesparing en een gezond binnenmi-
lieu optimaal samengaan? Enkele richtlijnen:
: Maak nuttig gebruik van de natuurlijke omgeving. Ge-
bruik de zonnewarmte in de winter, de nachtelijke
koelte (nachtventilatie) in de zomer, de natuurlijke
luchtstroming voor spuien en ventileren en optimali-
seer de daglichttoetreding.
: Neem bouwkundige elementen als gebouwschil, ther-
mische massa en kleur mee in het klimaatconcept. De
gebouwschil bijvoorbeeld fungeert als eerste klimaat-
regeling door het gedoseerd (en liefst regelbaar) toe-
laten van warmte, koude, lucht, geluid en licht. Het
gebruikmaken van de thermische massa is een van de
manieren om onbehaaglijk grote temperatuurschom-
melingen of een extreme energievraag te voorkomen.
Lichte kleuren in het interieur verminderen de behoefte
aan (kunst)licht. Minder `hard' bewezen is het effect
van planten op het algemeen welbevinden van de ge-
bruiker.
: Hou rekening met het specifieke gebruik en klimaat-
wensen. Dit kan door het opsplitsen van de klimaatin-
stallaties per klimaatzone, individuele klimaatregeling
per vertrek of werkplek en vraaggestuurde klimatise-
ring. Belangrijk is wel dat grote klimaatverschillen in
een gebouw worden voorkomen.
: Hou rekening met gebruikers en beheerders, bijvoor-
beeld door het aanbrengen van begrijpelijke en ge-
bruiksvriendelijke installaties. Maak de installaties niet
complexer dan nodig.
De doos-in-doos-con-
structie in de uitbreiding
van het gebouw van On-
afhankelijk Toneel draagt
bij aan een ingenieus
maar simpel en energie-
zuinig luchtverversings-
systeem.
Bron:FranzZiegler
energie&gezondheid
14 N OV E M B E R 2005
buitenschil. Tussen de binnenzaal en de buitenschil bevin-
den zich de verkeersruimten. De omvang van de installatie
is eenvoudig en gering, omdat optimaal is gebruikge-
maakt van bouwkundige elementen. Verse toevoerlucht
wordt ingeblazen in de verkeersruimten en via spleten be-
neden in de houten toneelzaal middels het verdringings-
principe toegevoerd onder de zittribunes. Daar waar ver-
se koele lucht nodig is, staan de spleten open. Op andere
plaatsen zet de gebruiker ze eenvoudig dicht.
Warme lucht
Het toneellicht en de lichaamswarmte van de aanwezigen
warmen de toegevoerde verse lucht op. De warme lucht
stijgt op en wordt in de nok afgezogen. In de luchtbehan-
delingkast wordt de warmte uit de afgezogen lucht terug-
gewonnen. Het energiegebruik voor verwarming is daar-
door laag. De temperatuur boven in de nok kan oplopen
tot ruim 40?C, terwijl de temperatuur op de tribunes door
de ingeblazen lucht aangenaam koel is (circa 19?C). In de
zomer is dus soms wel aanvullende koeling nodig. In de
praktijk zal de koelmachine echter relatief weinig aan
hoeven, omdat de temperatuur van de toevoerlucht rela-
tief hoog is (circa 19?C), de aanzuigopening van de lucht-
behandelingkast op het noorden is geori?nteerd en omdat
de optredens meestal in de avond plaatsvinden en de bui-
tenlucht dan al redelijk is afgekoeld.
Comfort
Het voor het Onafhankelijk Toneel gebruikte concept
leidde niet alleen tot een goed thermisch, maar ook een
gunstig akoestisch comfort. Omdat de toevoerlucht niet
rechtstreeks in de toneelzaal wordt ingeblazen maar in de
verkeersruimten, voldoet de zaal op eenvoudige wijze aan
de zeer strenge geluidseisen. Op eenvoudige, energiezuini-
ge en goedkope wijze kan hiermee niet alleen het comfort
van de aanwezigen gewaarborgd worden, maar ook aan
alle overige eisen en wensen van opdrachtgever en gebrui-
ker worden voldaan. Mede dankzij een enthousiast en ge-
dreven ontwerpteam leidde een integraal ontwerpproces
zo tot een gezond en energiezuinig theatergebouw. ????s
teractie tussen omgeving, gebouw, installatie en gebruiker
onontbeerlijk. In het kader wordt een aantal ontwerpuit-
gangspunten genoemd die bijdragen aan een comfortabel
en energiezuinig gebouw. Naast de ontwerpuitgangspun-
ten is ook het gekozen ontwerpproces essentieel.
Het is belangrijk dat opdrachtgevers, gebruikers, architect
en adviseurs zich betrokken voelen bij het ontwerpproces
en zich in het eindresultaat herkennen. Dat kan alleen als
bijzondere oplossingen een breed draagvlak in het hele
team hebben. In een meer traditioneel ontwerpproces
blijft ieder ontwerpteamlid binnen de grenzen van zijn ei-
gen vakgebied. In een integraal ontwerpproces kijken de
leden ook over de grenzen van hun vakgebied en proberen
ze gezamenlijk oplossingen te vinden voor ontwerppro-
blemen. Een van de mogelijke hulpmiddelen daarbij is de
ontwerpmethodiek IEA taak 23 (zie kader).
In Nederland is inmiddels een aantal duurzame utiliteits-
gebouwen gerealiseerd met aandacht voor zowel energie-
zuinigheid als gezondheid, zoals het Waterschapshuis Wa-
terschap Vallei en Eem te Leusden, het XX-gebouw in
Delft, de Thermostaete-DWA in Bodegraven en het Rijn-
landshuis-Hoogheemraadschap te Leiden. Uit onderzoek
blijkt dat deze gebouwen wat betreft de kwaliteit van het
binnenmilieu net zo goed als of beter scoren dan het ge-
middelde Nederlandse kantoor (zie o.a. Duurzaam Bou-
wen, maart 2003 en de `Handreiking voor innovatieve en
duurzame gebouw- en installatie-systemen' van SBR).
Toneelzaal
Een ander voorbeeld van een gebouw waar energiebespa-
ring en een gezond binnenmilieu gecombineerd wordt is
de uitbreiding van het Onafhankelijk Toneel in Rotter-
dam. De gebruiker, het Onafhankelijk Toneel, wilde graag
een comfortabele maar volledig lege toneelzaal, dus zon-
der installaties en met volledig flexibel te plaatsen tribunes
en podia. Verder wilde hij de installaties zelf kunnen be-
dienen en gebruiken. De architect (Franz_Ziegler bureau
voor architectuur en stedenbouw) wilde juist de toneel-
zaal etaleren, door de contouren van de zaal in de glazen
foyer door te zetten.
Het resultaat is een toneelzaal die bestaat uit een volledig
houten binnenzaal die als volume volledig los staat van de
Integraal ontwerpen
Het realiseren van gezonde en energiezuinige gebouwen
vereist onder meer aandacht in het ontwerpproces. Een
van de mogelijke hulpmiddelen bij integraal ontwerpen
is de ontwerpmethodiek IEA taak 23. Deze is ontwikkeld
in een grootschalig internationaal onderzoek in opdracht
van het International Energy Agency (IEA). Met deze me-
thodiek is inmiddels al een aantal projecten ontwikkeld,
zoals de Deutche Post te Bonn (Duitsland), Bentall Crest-
wood 8 Building in Richmond (Canada), Community
Centre in Kolding (Denemarken) en Schiecentrale fase
4a in Rotterdam.
Info: www.iea-shc.org/task23.
De score van de
uitbreiding van het
Onafhankelijk
Toneel, volgens de
ontwerpmethodiek
uit IEA taak 23.
Reacties