Het Pantheon in Rome is een van de grootste meesterstukken van de Romeinse architectuur, niet alleen omdat een van de best bewaarde antieke gebouwen is. Zowel ontwerp, constructie en materiaalgebruik waren innovatief en uiterst gedurfd. Zo is de koepel met een diameter van 43,3 meter nog steeds de allergrootste niet gewapend betonnen koepel ter wereld. Het pantheon is dan ook terecht een meesterstuk van de Romeinse ingenieurs en bouwtechniek.
Innovatief en gedurfd 26 ClassIQ
Maarten Dolmans
Het Pantheon in Rome is een van de grootste meesterstukken van
de Romeinse architectuur, niet alleen omdat een van de best
bewaarde antieke gebouwen is. Zowel ontwerp, constructie en
materiaalgebruik waren innovatief en uiterst gedurfd. Zo is de
koepel met een diameter van 43,3 meter nog steeds de allergrootste
niet gewapend betonnen koepel ter wereld. Het pantheon is dan ook
terecht een meesterstuk van de Romeinse ingenieurs en
bouwtechniek.
Het Pantheon (pan theos) is, zoals het woord zegt, een tempel vanal≤goden′.Deeerstetempelis∞rspronkelijk≥bouwd∈27of25v.Chr.d∞rMarcusAgrippa,vriendensch∞nz∞nvankeizerAugustus.Dezetempelwashetbedoeldomdegens Julia', de familie waar Augustus toe be-
hoorde, te verheerlijken en de overwinning op Marcus Antonius en Cleopa-
tra in Actium (31 v.Chr.) te vieren. In de tempel stonden beelden van Venus
en Mars, die werden beschouwd als voorouders van de familie. Bekend is
dat het beeld van Venus oorringen bevatte, gemaakt van de parels van
Cleopatra. Dit gebouw brandde af in 80 n.Chr en werd enkele jaren later
door keizer Domitianus vervangen door een nieuwe tempel met wederom
een houten conische koepel. Het was waarschijnlijk deze tempel die offici-
eel aan alle goden was gewijd en de naam Pantheon kreeg. Nadat ook
deze in 110 n.Chr. door brand werd verwoest, gaf keizer Hadrianus (117-
ClassiQ
Innovatief en gedurfd
Innovatief en gedurfd 27 ClassIQ
Voor de bouw van het nieuwe Pantheon werd een compleet nieuwe ruim 4
meter diepe fundering aangelegd als basis voor het podium. Op het podi-
um werd de monumentale porticus met de 16 grote zuilen gebouwd, met
daarachter de grote ronde ruimte voorzien van de enorme koepel.
Het grondplan van het Pantheon lijkt vrij eenvoudig. De 34 meter brede en
13,6 meter diepe porticus, geleden in het noorden, lijkt sterk op een mo-
numentale klassieke rechthoekige tempel met een front van 8 zuilen. De
bezoeker betreed de porticus via de trappen en treedt zo binnen in een
bos van 11,8 hoge uit een stuk gehouwen (monolithische) Korinthische
zuilen, bedoeld om te imponeren. De eerste rij van 8 zuilen heeft bases van
Pentelisch marmer uit Griekenland met zuilen van grijs graniet uit Mons
Het lijkt erop dat keizer Hadrianus, die zeer ge?nteresseerd was in architectuur, zelf
heeft meegewerkt aan het basisontwerp. Uiteindelijke ontwerper en bouwer was
echter Appolodorus, een toen al befaamd architect.
138 n.Chr.) opdracht voor de bouw van compleet nieuw gebouw met een
compleet andere vorm dan de voorgangers. Het lijkt erop dat Hadrianus,
die zeer ge?nteresseerd was in architectuur, zelf heeft meegewerkt aan het
basisontwerp. Uiteindelijke ontwerper en bouwer was echter Appolodorus,
een toen al befaamd architect. Door de bouw zette Hadrianus nadrukkelijk
zijn stempel op deze plek als opvolger van Augustus en diens familie
Christelijke kerk
In 609 werd het Pantheon door Paus Bonifatius IV als eerste heidense
tempel omgedoopt in een christelijke kerk, de Santa Maria ad Martyres. Uit
de naam blijkt dat daarmee deels vastgehouden aan de traditie om in het
Pantheon alle heiligen te eren. Waarschijnlijk heeft de overgang naar een
christelijke kerk het Pantheon beschermd voor afbraak, iets wat bij vele
andere heidense tempels in Rome wel is gebeurd. Wel werden bij de trans-
formatie de antieke godenbeelden vervangen door christelijke altaren en
grafmonumenten. Ook in de eeuwen daarna werden van en uit het Pan-
theon veelvuldig materialen verwijderd. Zo verwijderde Constantius II in
663 de bronzen vergulde dakplaten en andere waardevolle beplating en
materiaal. Anderen, zoals paus Benedictus II (684-85), probeerden een
deel van de schade te herstellen door restauratiewerkzaamheden uit te
laten voeren. Toch konden noch hij, noch zijn opvolgers verhinderen dat
het Pantheon nog vele malen werd gebruikt als groeve voor materiaal. In
de eeuwen daarna verdwenen grote delen van de marmeren buitenbekle-
ding. Nog in 1632 roofde paus Urbanus VIII Barberini al het brons aan de
binnenzijde van de koepel en aan de het plafond van de ingangspartij, om
hiervan door Bernini het baldakijn van het hoofdaltaar van de St. Pieter te
laten maken. Deze actie werd als een grof schandaal beschouwd en leidde
tot een beroemd geworden uitspraak: quod non fecerunt barbari, fecerunt
Barberini, vrij vertaald: wat de Barbaren niet hebben gesloopt, hebben de
Barberini wel afgebroken. Desondanks behield het Pantheon zijn aantrek-
kingskracht. In de zestiende eeuw bestudeerde Michelangelo het Pan-
theon uitgebreid voordat hij de koepel van de St. Pieter ontwierp, terwijl
vanaf de Renaissance vooraanstaande Italianen, als de schilder Rafael en
koning Victor Emmanuel II en koning Umberto I, er begraven werden.
Ontwerp
Staande voor het Pantheon heeft de bezoeker nu een heel andere blik op
het gebouw dan in de oudheid. Oorspronkelijk stak het gebouw hoog uit
boven de omgeving en was het geplaatst op een 1,8 meter hoog podium
met 5 treden. Nu moet de bezoeker enkele trappen af om op het podium
te komen. Daarnaast kende het ontwerp 2 rechthoekige zuilengalerijen die
aan beide zijden van de huidige ingangspartij stonden en in noordelijke
richting liepen. Deze galerijen zijn verdwenen en hebben plaatsgemaakt
voor de kleinere en hoger gelegen Piazza della Rotonda, daardoor het aan-
zicht aanzienlijk is veranderd.
In de loop der tijden is het Pantheon meerdere malen beroofd van kostbaarheden
als marmer, brons en andere materialen. Deze zuilen van roze graniet uit Egypte zijn
bewaard gebleven.
Innovatief en gedurfd 28 ClassIQ
het gat in het midden fungeert als een doorkijkje naar de wereld van de
goden.
De 21,65 meter hoge muren vormen de benedenhelft van de cirkel. De muur
is verdeeld in 2 verdiepingen. In het onderste deel wordt de muur doorbro-
ken door 7 diepe nissen. Recht tegenover de ingang is een door 2 vooruit-
geschoven zuilen geflankeerde apsis zichtbaar die duidelijk de aandacht
opeist. Hier staat nu het hoofdaltaar met daarachter een 7de eeuwse icoon
van Madonna met kind. De nissen links en rechts daarvan, zijn elk geflan-
keerd door 2 dieper liggende zuilen en zijn afwisselend rechthoekig en cirkel-
vormig. In de oudheid stonden in de apsis en nissen godenbeelden, nu staan
er altaren en de grafmonumenten. Boven de nissen is een zone zichtbaar
met geblindeerde vensters. Het vreemde is dat deze vensters niet in lijn lig-
gen met de eronder liggende nissen. Het lijkt erop alsof dit een bewuste
keuze is geweest van de antieke architecten met als doel de symmetrie van
de ruimte minder strak te maken. De polychrome marmeren vloer met rood
porfier en geel Numidisch marmer, is verdeeld in vierkante en ronde patro-
nen, gebaseerd op het oorspronkelijke vloerontwerp.
Bouwkundige ervaringen
Bij de bouw van het Pantheon is gebruik gemaakt van enkele beproefde
bouwkundige ervaringen. Zowel beton als gebakken stenen werden zo'n
honderd jaar eerder tijdens de regeerperiode van keizer Augustus al toege-
past. Gebakken steen (later coctus) was een grote vooruitgang in de bouw.
De daarvoor gebruikte gedroogde bakstenen (later crudus) moest eerst 2
jaar drogen voor gebruik, om niet te spreken van de krimp die optrad. De
baksteen werd geproduceerd in 3 standaard maten die elk gemakkelijk in
kleinere standaard maten konden worden geslagen. De grootste maat was
2 voet of 59,2cm lengte, de kleinste 2/3 voet of 19,8 cm. Berekend is dat
in het Pantheon bijna 2 miljoen bakstenen zijn gebruikt, waarvan heel veel
waren voorzien van stempels waarop de werkplaats, de eigenaar, de pro-
ducent en de namen van de regerende consuls werden aangegeven. Uit
de stempels blijkt dat de eigenaren meestal uit zeer rijke aristocratische
families kwamen.
Naast de baksteen was beton (opus caementicium) het bouwmateriaal.
Beton werd al vanaf de tweede eeuw v.Chr. gebruikt, maar werd in de loop
der eeuwen steeds verder verbeterd. De ontdekking en gebruik ervan
maakte vele nieuw architectonische ontwerpen mogelijk die constant door
architecten werden verfijnd en onderzocht. Het Romeinse beton bestond
uit kalk, water, stenen en Pozzuolana, een vulkanisch zand uit Pozzuoli
(nabij Naples). Dit zand reageert met kalk en water en wordt zelfs hard
onder water. De Romeinen waren meesters in het experimenteren met dit
beton om zo steeds lichtere varianten te krijgen.
Voor de bouw van het Pantheon was een leger aan gespecialiseerde en
ongespecialiseerde arbeiders nodig. Arbeiders die in een zeer goed door-
dacht en geolied werkproces de bouw continu konden blijven voorzien van
bouwmateriaal en architecten, metselaars, timmerlieden, steenhouwers en
andere specialisten om de tempel daadwerkelijk te bouwen. En dan heb-
ben we het nog niet over de enorme logistieke uitdaging om de diverse
natuurstenen delen vanuit Griekenland, Egypte, Numidi? en Itali? op tijd af
te leveren. Volgens de antieke schrijver Aurelius Victor was de bouw daad-
werkelijk met een militaire precisie georganiseerd. Zo waren er speciale
werkplaatsen waar sterk gespecialiseerd werk door individuele werkers in
een lopende band proces werd uitgevoerd. Alles met als doel de productie
en kwaliteit hoog te houden en een constante stroom van bouwmaterialen
te garanderen.
Claudianus in Egypte en fijne Korinthische kapitelen van wit Carrara (Itali?)
marmer. De 2 rijen van elk 4 daarachter waren oorspronkelijk allen van roze
graniet uit Asswan (Egypte), waarvan enkele bij restauraties zijn vervangen.
De kapitelen in de porticus zijn identiek aan de kapitalen in de centrale
ruimte, waaruit blijkt dat de porticus en de centrale ronde ruimte gelijktijdig
zijn gebouwd. De zuilen zijn zo geplaatst dat ze een schip met 2 zijbeuken
vormen. Deze zijbeuken komen uit in 2 nissen waar vroeger standbeelden
van Augustus en Agrippa stonden. Samen ondersteunen de zuilen het pla-
fond en dak van de porticus. Zoals aangegeven bevatte de cassettes in het
plafond oorspronkelijk bronzen platen. Bij de antieke bezoeker was vrijwel
zeker bekend welke enorme prestatie geleverd was om de 80 tot 84 ton
zware zuilen uit oostelijke woestijn van Egypte naar Rome te vervoeren.
Maar ook het enorme 8,6 meter grote marmeren blok dat onderdeel uit-
maakt van de kroonlijst was bedoeld om te imponeren. Nadat de bezoeker
van de eerste verwondering was bekomen, betrad hij via het schip en in de
oudheid gemaakte bronzen deuren (van elk 20 ton!) de adembenemende
cirkelvormige ruimte met de enorme koepel.
Centrale ruimte
Bij binnenkomst ziet de bezoeker een ruimte, de cella, waarvan het klas-
sieke ontwerp bijzonder goed is behouden. De centrale ruimte is meer dan
53.000 kubieke meter groot en heeft de vorm van een perfecte geometri-
sche cirkel met een hoogte en diameter van 43,3 meter. Een bol met een
diameter van 43,3 meter zou dus perfect in de ruimte passen. De koepel
vormt daarbij de helft van de bol. In de top van de koepel zit een 9 meter
grote opening, oculus of oog genoemd, waardoor de zon de ruimte ver-
licht. De koepel bestaat uit 5 rijen met elk 28 diepgelegen cassettes. In de
oudheid waren deze cassettes omlijst met verguld bronzen randen en
voorzien met grote bronzen rozetten. De cassettes zelf zorgen niet alleen
voor vermindering van het gewicht van de koepel, maar dragen ook bij aan
de uitstraling van het gebouw. Alle cassettes lijken even diep en rechthoe-
kig, maar in werkelijkheid zijn ze allen asymmetrisch en zo geprofileerd dat
het centrale vlak iets naar boven is geschoven. Hierdoor is het zicht op de
centrale vlakken vanaf de vloer optimaal. Waarom elke rij 28 cassettes
heeft is niet duidelijk. Een van de theorie?n is dat het `t aantal dagen van
de maankalender betreft. De koepel zou het universum voorstellen waarbij
Het Pantheon in Rome is zowel qua ontwerp, constructie als materiaalgebruik
innovatief en uiterst gedurfd. Zo is de koepel met een diameter van 43,3 meter nog
steeds de allergrootste niet gewapend betonnen koepel ter wereld.
Innovatief en gedurfd 29 ClassIQ
Constructie
De constructie van de centrale ruimte is misleidend. Van binnenuit lijkt de
koepel te rusten op de binnenzuilen langs de muren. In werkelijkheid dra-
gen zes betonnen pijlers die deel uitmaken van de muur, de 5000 ton
zware koepel. Het beton van de muur is niet zichtbaar door de bakstenen
schil, maar vastgesteld is dat de muren opgebouwd zijn uit meerdere soor-
ten beton die naar boven toe steeds lichter worden. In de kern van de
muren zitten horizontale rijen stenen die gebruikt werden voor het storten
van het beton. Zo kon gemakkelijk per laag worden gestort. Tegelijkertijd
zorgen apsis, nissen en ingangspartij en niet zichtbare paddenstoelvormi-
ge ruimten in de 6,2 meter dikke betonnen muren ervoor dat deze lichter
wordt. Daarnaast zijn op meerdere plekken tegen de muur ook steunbo-
gen aangebracht om de druk van de muur te leiden.
De koepel zelf is een meesterstuk van de Romeinse ingenieurs en bouwers
en een bewijs van de snelle technologische veranderingen in de bouw. Bij
de bouw was de koepel tweemaal zo groot als eerdere koepels. Omdat de
koepel geen wapening kent moet de koepel over een houten bekisting in
een snel en soepel productieproces gestort zijn. Daarbij hebben vele hon-
derden werklieden ervoor gezorgd dat nieuw beton werd gestort ruim
voordat het eerder aangebrachte beton de tijd kreeg om uit te harden. Ook
het storten van de betonnen koepel is daarom een bewijs van de zeer goed
geoliede organisatie.
Voor de bouw van de koepel gebruikten de ingenieurs een zeer sterke
zelfondersteunende houten constructie waarop het beton werd gestort. In
deze constructie waren de mallen van de asymmetrische cassettes aange-
bracht. Het maken van de houten constructie alleen was al een meester-
stuk op zich. In het centrum van deze constructie stond zeer waarschijnlijk
een houten toren met lift die door de bouwers werd gebruikt om het natte
beton zo snel mogelijk naar de koepel te vervoeren om het te kunnen stor-
ten. Wat de bouw en de constructie van de koepel bemoeilijkte was het feit
dat de onderste delen ervan in relatief zwaar beton moesten worden uitge-
voerd, terwijl nieuwe en hoger gelegen lagen in lichter beton werd gestort.
Dit lichtere beton werd verkregen door diverse soorten stenen in het beton
te mengen. In de diverse lagen mengden de bouwers eerst natuursteen,
zoals basalt, daarna het lichtere baksteen met tufsteen en tenslotte rond
de opening de nog lichtere puimsteen met een rand van tufsteenblokken.
Puimsteen is zelfs zo licht dat het op water drijft.
Door het gebruik van het steeds lichtere beton konden muren het gewicht
van de koepel dragen en werd voorkomen dat de koepel door zijn eigen
gewicht zou instorten. Maar ook door de cassettes en de dikte van de
koepel steeds dunner te maken, werd deze lichter. Zo heeft de koepel bij
het gat nog maar een dikte van 1,2 meter terwijl deze aan de basis 4,6
meter dik is. Het gat in de top van de koepel zorgt voor verdere afname van
het gewicht. Ook blijft de koepel hierdoor enigszins soepel en is hij relatief
veilig tegen aardbevingen.
Aanpassing
Uit de bouw van het Pantheon kunnen we afleiden dat niet alles conform
origineel ontwerp is uitgevoerd. De fundering van de porticus is extreem
zwaar uitgevoerd. De reden daarvoor is een aanpassing in het bouwplan
als gevolg van een logistiek probleem. De 11,8 meter hoge zuilen lijken
tweede keuze. Gelet op de fundering en de ruimte tussen de zuilen moeten
dikkere en circa 14,8 meter (50 Romeinse voet) hoge zuilen beoogde te
zijn. Maar deze waren op dat moment niet voldoende aanwezig, omdat ten
tijde van de bouw ook de tempel van Traianus werd gebouwd. Hadrianus
gaf er de voorkeur aan de tempel met deze 50 voet zuilen te bouwen,
waardoor er geen 50 voet zuilen meer beschikbaar waren voor de bouw
van het Pantheon. Het Pantheon kwam bewust op een tweede plaats.
Voor de hedendaagse bezoeker maakt dat niets uit. Die is nog steeds van
mening dat het Pantheon een meesterlijk gebouw is, dan niets voor niets
expliciet genoemd wordt op de werelderfgoedlijst.
De bezoeker betreed de porticus via de trappen en treedt zo binnen in een bos van
11,8 hoge uit een stuk gehouwen (monolithische) Korinthische zuilen, bedoeld om
te imponeren.
In de top van de koepel zit een 9 meter grote opening, oculus of oog genoemd,
waardoor de zon de ruimte verlicht. De koepel bestaat uit 5 rijen met elk 28
diepgelegen cassettes. In de oudheid waren deze cassettes omlijst met verguld
bronzen randen en voorzien met grote bronzen rozetten.
Reacties