Alles wijst erop dat we binnen zeer korte tijd (2018-2020) nog uitsluitend (bijna) energieneutrale gebouwen mogen bouwen. Dat is vastgelegd op nationaal niveau in het Lenteakkoord, en op Europees niveau in de revisie (recast) van de EU EPBD-regeling. Ook in de bestaande bouw wordt gezocht naar oplossingen om deze voorraad zo energiezuinig mogelijk te maken. Een baanbrekend project op dit gebied is de renovatie in Kerkrade West van 153 woningen uit begin jaren zeventig tot PassiefHuis-niveau.
1
EPC staat echte innovatie in de weg
27-05-2013
Alles wijst erop dat we binnen zeer korte tijd (2018-2020) nog uitsluitend (bijna)
energieneutrale gebouwen mogen bouwen. Dat is vastgelegd op nationaal
niveau in het Lenteakkoord, en op Europees niveau in de revisie (recast) van
de EU EPBD-regeling. Ook in de bestaande bouw wordt gezocht naar
oplossingen om deze voorraad zo energiezuinig mogelijk te maken. Een
baanbrekend project op dit gebied is de renovatie in Kerkrade West van 153
woningen uit begin jaren zeventig tot PassiefHuis-niveau.
Tekst Ronald Rovers en Wendy Broers, faculteit B?ta Sciences and Technology, Zuyd Hogeschool
Het gros van de 153 woningen is in eigendom van woningcorporatie HEEMwonen. De eerste
fase van 95 woningen was voor eind 2012 opgeleverd; de renovatie van fase 2 is op dit
moment in volle gang. Ook internationaal komt de nadruk steeds meer op de bestaande
bouw te liggen, omdat dit de grootste bouwopgave omvat voor de komende jaren. Er wordt
De renovatie van fase 2 in De Wijk van Morgen, Kerkrade West, is op dit moment in volle gang.
2
hard gewerkt en gestudeerd op definities en uitvoeringspakketten zoals in het IEA Annex 52-
project (Annex 52 Towards Net Zero Energy Solar Buildings, red.). De vraag is alleen of we
wel de juiste instrumenten in handen hebben om deze grootschalige aanpak van de
bestaande voorraad te begeleiden en te faciliteren.
Nearly zero energy
De EPBD-recast (Energy Performance of Buildings Directive) spreekt over nearly zero
energy, maar wat wordt daar nu precies mee bedoeld? Zero energy betekent, kort gezegd,
dat het gebouw zelf voorzien is van alle middelen om de operationeel gevraagde energie
binnen het bouwperceel met hernieuwbare bronnen op te wekken. Op jaarbasis is er een
balans tussen de energievraag van een gebouw en de energieproductie van het gebouw.
Daarmee is niet gezegd dat deze energievraag op het laagst mogelijke niveau moet liggen.
Ofwel: het is niet nodig om de energiebesparing tot extreme hoogten door te voeren, als de
gevraagde energie maar binnen de perceelgrenzen opgevangen kan worden. Waar die
balans ligt, wordt in hoge mate bepaald door de materialen die aangewend moeten worden
om dat mogelijk te maken, zoals zonnepanelen of bodemwarmtewisselaars. En dat betekent
dus in feite dat er een afweging gemaakt moet worden tussen materiaalbelasting door de
energievraag extreem te reduceren (isoleren, dubbelglas et cetera), of de materiaalbelasting
voor een bepaalde hoeveelheid energieopwekking, zoals meer of minder zonnepanelen. Dit
materiaalgebruik vertegenwoordigt ook een initi?le energiebelasting, namelijk de energie die
nodig is om de materialen te winnen en in de vorm van producten te fabriceren en te
transporteren. Dit heet ook wel embodied energy; de opgeslagen energie in de
bouwproducten. In feite is bij nulenergiegebouwen de operationele energievraag niet meer
relevant omdat deze op jaarbasis nul is. Daardoor is het uitsluitend nog de energiebelasting
van bouwmaterialen die een milieu- en CO2-belasting opleveren.
De Wijk van Morgen
In De Wijk van Morgen, die
gerealiseerd wordt door Zuyd
Hogeschool en een breed
consortium van marktpartijen en
overheid, ontwerpen en bouwen
studenten van verschillende
opleidingen aan ambitieuze
nulenergiegebouwen. Na de
realisatie van het eerste gebouw
luidde de conclusie dat het
materiaalgebruik voor installaties
uit de hand loopt, iets wat niet de
bedoeling kan zijn van
energiebesparing. Om die reden
is voor het vierde gebouw het
uitgangspunt `installatiearm',
zodat aan de materiaalkant winst
gemaakt kan worden om zo de
afhankelijkheid van steeds meer installaties te verkleinen. Een breed vertegenwoordigd
De eerste fase van 95 woningen was voor eind 2012 opgeleverd.
3
onderzoeksteam, bestaande uit bedrijfsleven, studenten en onderzoekers, heeft veel opties
overwogen. Gekozen is voor een eenvoudig wtw-ventilatiesysteem in combinatie met
infrarood stralingspanelen. Hiermee zou een zeer lage energievraag gerealiseerd kunnen
worden, en tegelijk een zeer beperkte hoeveelheid materialen voor installaties en isolatie van
het gebouw.
Een integrale afweging is gemaakt tussen operationeel energieverbruik en de embodied
energy van de materialen. Energiereductie en -productie gebeurt op het perceel zelf en
veroorzaakt geen extreem hoog materiaalgebruik. Maar ook voor dit gebouw moet volgens
het Bouwbesluit natuurlijk een EPC-berekening gemaakt worden. Helaas zijn er nog geen
gelijkwaardigheidsverklaringen voor infraroodverwarming, en moeten er standaardwaarden
worden ingevuld (forfaitaire waarden) die geen recht doen aan de feitelijke situatie. Hierdoor
komt de EPC-berekening uit in de buurt van 1,0. Vanuit het Bouwbesluit moet deze op 0,6
liggen. Anders gezegd zijn we straks misschien wel energieneutraal met een zeer lage
energievraag, maar wordt dat niet gereflecteerd in de EPC-waarde.
De gevolgen
Genoemde feiten leiden tot een aantal conclusies. Ten eerste zal de hoogte van de
energiebalans worden bepaald door een afweging van in te zetten materialen voor
energiereductie en -opwekking, niet alleen van operationele energie. Afhankelijk van de
situatie kan het gunstiger zijn om meer energie op te wekken en wat minder energie te
reduceren met bijvoorbeeld isolatie. Hieruit volgt een nieuwe versie van de Trias Energetica;
stap 1 energievraag beperken, en stap 2 energie duurzaam opwekken, moeten met elkaar in
balans zijn. Dit wordt mede bepaald door de energie-inhoud van de toegepaste materialen.
De Wijk van Morgen. Foto MAXergy building
4
Ten tweede is daarmee ook de energieprestatiebenadering (EPC) achterhaald. Deze streeft
naar een zo laag mogelijke energievraag en laat de energie-inhoud van materialen buiten
beschouwing. Sterker nog, de EPC stimuleert suboptimale oplossingen en staat daardoor
echte innovatie in de weg. In wezen is dat nog steeds een relict van de
`maatregelbenadering' (checklijsten) uit begin jaren negentig, terwijl we juist naar integrale
oplossingen toe willen.
Dan hebben we het alleen nog maar over de energiecomponent van materiaalinzet gehad.
Er is ook nog de massacomponent, zoals uitputting van grondstoffen en landbeslag door
agroproductie in de biobased economy. Dat effect wordt in de huidige regelgeving ook nog
niet meegenomen.
De wereld verandert
Een interessant afgeleid gevolg is de constatering dat het begrip `primaire energie' daarmee
ook de prullenbak in kan. Immers, het rekent steeds terug op basis van
conversierendementen van fossiele brandstoffen. Niet voor niets is het ontstaan vanuit de
destijds haast uitsluitend fossiele energiewereld.
Maar de wereld is aan het veranderen, en met nulenergiegebouwen is de feitelijke enige
externe bron de zon geworden. Het terugrekenen naar zonne-energierendement zal dus
binnenkort de norm dienen te worden*. Het is tijd om de EPC te vervangen door een
compleet nieuwe aanpak, waarbij niet een minimale verbetering van vergelijkbare oudere
(slechte) gebouwen voorop staat, maar waar een nulbalans gerealiseerd en gemeten wordt
(of in ieder geval in hoeverre men daar nog van verwijderd is). Er zal moeten worden
uitgegaan van het einddoel energieneutraal om vervolgens te berekenen welke stappen nog
moeten worden gezet ? rekening houdend met de impact van de toegepaste materialen.
Alleen dan kunnen we goede integrale oplossingen aanbieden voor de aanpak van
bestaande en nieuwe gebouwen.
Bijna nulenergie
Terug nu naar de vraag wat `bijna nul' is, zoals dat
omschreven staat in de EU-richtlijn. Dit vraagt haast om
eindeloze discussies. En dat dan 27 keer, want ieder EU-
land staat vrij dat `bijna' zelf in te vullen. Zoals ook de
eerste ronde EPBD heeft geleid tot 27 verschillende
aanpakken in de 27 EU-landen. Maar uiteindelijk gaan we
toch naar nulenergie, direct of met verbeterde of nieuwe
technieken in de nabije toekomst. De meest praktische en
effectieve oplossing is dat ieder gebouw, woning of
renovatieproject in elk geval verplicht als
nulenergiegebouw wordt ontworpen. Dit geeft namelijk de
enige garantie dat er een optimale afweging gemaakt
wordt tussen energie- en materiaalgebruik samen, in
relatie tot hernieuwbare energie.
* Overigens kan daarin best nog wel
fossiele energie in meegenomen
worden, die is immers
oorspronkelijk ook afkomstig uit
zonne-energie via de biomassa-
sedimentatieroute en miljoenen
jaren van koken en persen in de
ondergrond. Dat komt in tijd en
ruimte neer op ca. 0,0012 kWh olie
per hectare per jaar. Ofwel het
zonne-energierendement is
daarvan, ruwweg uitgerekend,
1x10-9%, tegenover 14% voor
multikristallijn PV.
5
Zeker in het begin zal de business case voor dat nulenergieontwerp of renovatiepakket niet
altijd sluitend te krijgen zijn. In dat geval kan vervolgens in de uitvoering besloten worden
dat, vanwege bijvoorbeeld investeringsoverwegingen, niet de gehele productiekant van het
nulenergieontwerp wordt ingevuld. Dat kan in de praktijk neerkomen op het aanbrengen van
slechts een deel van de elektriciteitsopwekkende zonnepanelen. Met als resultaat dat het
heel eenvoudig is om een aantal jaren later dat aantal zonnecellen aan te vullen tot de
nulsituatie bereikt wordt. Op dat moment is wellicht de investering lager dan tijdens de
oplevering, maar ook
eenvoudiger omdat de
woning daar al op
voorbereid is. Het juiste
dakvlak is bijvoorbeeld al
beschikbaar en de
installatie is uitgerust met
de nodige voorzieningen.
Bovendien zorgt het
ervoor dat we niet
nodeloos in materialen
investeren en dat er ook
gereageerd kan worden
op technieken op een
ander schaalniveau dan
de woning.
Een bijna nulenergie-
woning is dus een
nulenergiewoning
waarvan nog niet alle opwekking is gerealiseerd. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen waar
de praktische balans ligt. EPC, Trias Energetica en primaire energie hebben hun langste tijd
gehad. Een nulbalans van energievraag, -productie en toepassing van materialen samen
moet de standaard worden.
Reacties