In januari 2006 wordt de European Directive on Energy Performance of Buildings van kracht. Voor alle 25 lidstaten van de Europese Unie: dus ook voor de tien nieuwe leden; juist in deze landen valt een grote slag te slaan. Zwak punt: de vele al bestaande eengezinswoningen (in de vijftien oorspronkelijke EU-landen zo’n 45% van de gebouwde omgeving) vallenvooralsnog deels buiten de regeling.
36 A U G U S T U S 2005
De European Directive on Energy Performance of Buil-
dings (EPBD; Energie Prestatierichtlijn voor Gebouwen,
zie kader), wordt in januari 2006 van kracht. De EPBD
houdt in dat energieprestatie-eisen worden gesteld aan
nieuwe gebouwen (zoals Nederland nu ook al doet met de
EPN) en bij renovatie van grote gebouwen. Bovendien
moet bij elke transactie (verkoop of verhuur) van een ge-
bouw of woning een energieprestatiecertificaat overlegd
worden, dat voor de gebruiker duidelijkheid geeft over het
te verwachten energiegebruik.
De EPBD heeft direct een invloed op de nationale regelge-
ving: de lidstaten zijn verplicht energieprestatie-eisen te
stellen in hun nationale wet- en regelgeving, en die elke 5
jaar te evalueren. De energieprestatie moet in alle lidstaten
op basis van dezelfde rekenregels worden vastgesteld. Dat
betekent dat veel lidstaten de huidige regels moeten aan-
passen of zelfs geheel moeten vervangen door de uniforme
Europese normen op dit terrein.
Bestaande voorraad
Om de Kyoto-afspraken te halen moet in de EU jaarlijks
8% energie bespaard worden en de EPBD zal hiervan een
aanzienlijk deel voor zijn rekening moeten nemen. De
bouwsector is tenslotte verantwoordelijk voor circa 40%
van het totale energieverbruik in de landen van de EU.
Vergeleken met de huidige situatie, dus voorafgaand aan
de introductie van het nieuwe instrument, zou de EPBD
kunnen leiden tot een energiebesparing van ruim 11%.
De grootste energiebesparing is echter te bereiken in de
bestaande voorraad. De EPBD-richtlijn schrijft voor dat
er eisen gesteld worden aan de minimale energieprestatie
bij ingrijpende renovatie van een gebouw met een vloer-
oppervlak groter dan 1.000 m2. Daarbij vallen de be-
staande (een- en meer)gezinswoningen dus buiten de boot,
terwijl in de vijftien `oude' EU-landen zo'n 45% van de
Anke van Hal
E u r o p e s e e n e r g i e p r e s t a t i e r i c h t l i j n
In januari 2006 wordt de European Directive on Energy Perfor-
mance of Buildings van kracht. Voor alle 25 lidstaten van de
Europese Unie: dus ook voor de tien nieuwe leden; juist in deze
landen valt een grote slag te slaan. Zwak punt: de vele al
bestaande eengezinswoningen (in de vijftien oorspronkelijke
EU-landen zo'n 45% van de gebouwde omgeving) vallen
vooralsnog deels buiten de regeling.
wetgeving
Bestaande voorraad
Onderzoek
De informatie in dit artikel is gebaseerd op twee onderzoe-
ken die ECOFYS heeft uitgevoerd in opdracht van EURIMA
(the European Insulation Manufacturers Association), Euro-
Ace en de European Alliance of Companied for Energy Effi-
ciency). Het betreft `Mitigation of CO2; Emissions of the Buil-
ding Stock' en `Cost effective Climate Protection'; te bestel-
len bij Eurima in Brussel (tel. 0032-26262090 of info@euri-
ma.org) en te downloaden op www.eurima.org.
DE AUTEUR
Anke van Hal is hoofdre-
dacteur van Puur Bouwen,
zelfstandig adviseur duur-
zaam bouwen en gastdo-
cent bij de TU Delft. Dit arti-
kel kwam tot stand met
dank aan Chris Hamans,
projectleider voor Eurima
(the European Insulation
Manufacturers Association)
in de diverse projecten die
Ecofys (Keulen) uitvoerde
voor deze organisatie.
Cover rapport `Cost effective Climate Protection'
A U G U S T U S 2005 37
gebouwen uit eengezinswoningen bestaat. Als die ook
worden meegenomen, kan de besparing verdubbelen (zie
tabel 1).
Een belangrijke vraag bij dit soort rekenexercities is na-
tuurlijk de vraag of de investeringen tegen de baten opwe-
gen. Dat er zoveel energie bespaard kan worden is na-
tuurlijk prachtig, maar tegen welke prijs?
Rendabel
Uit berekeningen blijkt dat er jaarlijks, te beginnen in
2006, door de vijftien `oude' EU-landen zo'n tien miljard
euro ge?nvesteerd moet worden in de nieuwe regeling.
Zou de regeling ook van toepassing zijn bij renovatie van
bestaande kleine woongebouwen, dan zou dit bedrag
twee?nhalf keer zo groot zijn. Dit lijkt een enorme inves-
tering, maar van de totale kosten die bij bouw en renova-
tie van gebouwen gemoeid zijn, is het aandeel van de ener-
getische verbetering zo'n 1 tot 3% van de kosten.
De investeringen hebben bovendien een dusdanige terug-
verdientijd dat ze als rendabel beschouwd kunnen wor-
den. De nieuwe regeling kan namelijk in 2010 al leiden tot
een netto voordeel (jaarlijkse kapitaalkosten minus bespa-
ring op energiekosten) van bijna vier miljard euro. Wan-
neer het om alle typen woningen zou gaan zelfs tot zeven-
enhalf miljard euro (zie tabel 2).
In de acht Oost-Europese nieuwe EU-landen wordt per m2
woonruimte gemiddeld 25% meer energie voor verwar-
ming gebruikt dan in de landen die al langere tijd lid zijn.
Hier lijkt met de EPBD dus een nog grotere slag te slaan
(waarbij wel moet worden aangetekend dat de woon-
ruimte gemiddeld 40% kleiner is en het energieverbruik
voor verwarming daarmee dus per inwoner 15% lager
uitvalt).
In zowel de oude als de nieuwe EU-landen geldt dat het
na-isoleren van bestaande gebouwen tot de grootste be-
sparingen leidt. Het implementeren van energiebesparen-
de maatregelen tijdens een toch al geplande grootonder-
houd- of renovatiebeurt is kostentechnisch het meest gun-
stig.
De Kyoto-afspraken zullen met de EPBD-regeling in de
huidige vorm echter niet worden gehaald. Het is een be-
langrijke eerste stap, maar deze zal nog groter zijn wan-
neer ook bestaande eengezinswoningen bij renovatie in de
regeling worden opgenomen. Omdat een dergelijke uit-
breiding ook een extra positief effect kan hebben op de
werkgelegenheid en de verbetering van de luchtkwaliteit,
is daar zeker iets voor te zeggen. ????????????????????I
k a n m e e r o p l e v e r e n
valt buiten de boot
EPBD
Nederland moet op 4 januari 2006 de Europese Richtlijn
energieprestaties van gebouwen (EPBD) hebben omgezet in
wetgeving. De huidige Nederlandse regelgeving voorziet al
in diverse bepalingen van de richtlijn. Zo zijn in de Neder-
landse bouwregelgeving voor (nieuwe) woningen en utili-
teitsgebouwen al eisen vastgelegd voor de energieprestatie
van gebouwen bij nieuwbouw en ingrijpende renovatie
(EPN); ook beschikken we in Nederland al over berekenings-
methodieken om de energieprestatie (EPC) te meten. De
richtlijn verplicht verder gebouweigenaren tot het overleggen
van een energieprestatiecertificaat bij bouw, verkoop, ver-
huur en ingrijpende renovatie van grote gebouwen. Verder
moeten diverse soorten cv-ketels en airconditioningsystemen
(vanaf een bepaald vermogen) periodiek worden ge?nspec-
teerd. Ook worden verplicht haalbaarheidsstudies uitge-
voerd voor alternatieve systemen van energievoorziening in
grote gebouwen (>1000 m2). Voor een aantal aspecten
moet de Nederlandse wet- en regelgeving nog worden aan-
gepast. Naar verwachting gaat de certificaatverplichting in
per 1 januari 2007. Info: www.vrom.nl en www.senterno-
vem.nl/epadesk.
kosteneffectiviteit (2010) EPBD
en mogelijke uitbreidingen
besparing CO2-emissie
(vergeleken met BAU)
jaarlijksekosten
(miljd.euro's/pj)
besparingCO2-emissie
(Mt/pj)
EPBD
uitgebreide
EPBD
> 200 m2
uitgebreide
EPBD alle
woningen
20
15
10
5
0
0
n totale kapitaalkosten 3,9 5,1 8,4
n besparing energiekosten 7,7 9,6 15,9
n totale kostenbesparing 3,8 4,5 7,5
benodigde investeringen 9,6 13,8 25,3
2006 2010 2015
n EPBD 15 34 56
n uitgebreide EPBD > 200 m2 17 42 69
n uitgebreide EPBD alle woningen 22 70 119
20
40
60
80
100
0120
140
Tabel 1: Verwachte besparing op CO2-uitstoot
(tonnen per jaar) bij toepassing van EPBD bij
renovatie volgens huidige regeling (boven
1.000 m2; blauw); of bij uitbreiding met ge-
bouwen groter dan 200 m2 (oranje), resp.
alle gebouwen (geel) ten opzichte van `busi-
ness as usual' (in de huidige EU).
Tabel 2: Jaarlijkse kapitaalkosten, besparing op
energiekosten en netto besparing bij de verschil-
lende EPBD-versies (in miljarden euro's per jaar)
in de huidige EU. Daaronder: kosten van maat-
regelen.
RapportCosteffectiveClimateProtection
Reacties