Het convenant dat in 2008 van kracht werd, heeft al tot aantoonbare resultaten  

geleid. Maar het tempo van energiebesparing in de huursector moet omhoog om de doelstellingen te halen en daarmee de woonlasten van huurders te beperken. Daarom is er in het aangepaste convenant meer aandacht voor duurzame energie (bijvoorbeeld de toepassing van zonnepanelen) en gemengde (VVE-) complexen. De convenantpartijen onderzoeken hoe de knelpunten en belemmeringen voor collectieve invoering van duurzame energie weggenomen kunnen worden. Daarnaast gaan de partijen een visie ontwikkelen hoe ze zo snel en zo goed mogelijk een eind kunnen maken aan de niet-groene labels in de woningvoorraad. Ook zal de ontwikkeling van de woonlasten (huur, energie, huurtoeslag) van huurders landelijk in kaart worden gebracht en lokaal gemonitord.

De Nederlandse Woonbond denkt dat lokale huurders-  en verhuurdersorganisaties nu nog voortvarender aan de slag kunnen gaan met energiebesparing. Jan Laurier, voorzitter van de Woonbond: “Het is mooi dat verhuurders zelfs in deze economisch moeilijke tijden erop blijven inzetten dat de woonlasten van huurders moeten dalen na energiebesparende maatregelen. Dat is nu extra hard nodig voor huurders. En het is heel goed dat ook de particuliere sector werk gaat maken van energiebesparing en dus bijdraagt aan lagere woonlasten voor huurders.”

De corporaties hebben zich gecommitteerd aan een totale energiebesparing van 33 procent over de periode 2008 tot en met 2020 in de 2,4 miljoen huurwoningen die zij in bezit hebben. Als dat lukt komt de voorraad corporatiewoningen gemiddeld uit op label B in 2021. “Het blijft een zware opgave en het zal beslist niet gemakkelijk zijn deze doelstelling te halen”, aldus bestuurslid Wim Hazeu, die het convenant namens Aedes, vereniging van woningcorporaties, heeft ondertekend. “Ook omdat de middelen van corporaties om te investeren de laatste tijd onder grote druk staan. Maar desondanks willen Aedes en de corporaties zich met de Woonbond en het ministerie van BZK serieus blijven inspannen om de doelstelling te realiseren. Investeringen in energiebesparing en duurzaamheid verhogen het wooncomfort van de huurders, verlagen de energielasten en zijn goed voor het milieu. Bovendien is het goed voor de waardeontwikkeling van de woningen. Iedereen heeft hier dus groot belang bij”, aldus Hazeu.

Voor de particuliere huursector is het doel dat 80 procent van de woningen voor eind 2020 is verbeterd tot label C of beter. Hein Bos, directeur Vastgoed Belang: “In de korte periode nadat wij betrokken waren bij dit convenant hebben wij een heldere, haalbare en meetbare doelstelling neergelegd, niet alleen voor de woningbouwsector, maar ook voor de utiliteitssector. Voorop blijft wel staan dat investeren moet renderen.” Met de Woonbond onderzoekt Vastgoed Belang hoe de woonlastenwaarborg ingezet kan worden in kleine complexen. Vastgoed Belang is inmiddels samen met de gemeente Amsterdam een pilot gestart om het hele proces vanaf labelen tot en met renovatie te doorlopen en te bezien of de besparingen voor de huurder afgezet tegen de investeringen van de verhuurder, daadwerkelijk tot een besparing op de (toekomstige) woonlasten kunnen leiden.