Marjet Rutten is een warm pleitbezorger van geïndustrialiseerde woningbouw en een ruimer gebruik van biobased bouwmaterialen. Bouwen kan volgens haar sneller en goedkoper, als bouwers de kans krijgen eerder aan tafel te schuiven bij ontwikkelaars en gemeenten. "Creëer samen de ideale omgeving."
Marjet Rutten omschrijft zichzelf als aanjager van innovaties. Zij probeert al decennia de niet zelden wat behoudende bouwsector enthousiast te maken voor vernieuwing en verandering. Zij richt haar pijlen in het bijzonder op bouwers en ontwikkelaars; juist gebouwen zijn van grote invloed op de leefomgeving van alledag. “Ik vind veranderen leuk, ik ben resultaatgericht, dus mij gaat het nooit snel genoeg. En die bouwcultuur laat zich ook niet in een dag veranderen, bovendien is de decision making unit uiterst complex. Er zijn bij het realiseren van een bouwwerk ontzettend veel partijen betrokken, met heel verschillende belangen. Dat maakt het moeilijk snel te innoveren, maar het is ook weer niet zo dat er helemaal niets gebeurt.”
Jarenlang beijverde zij zich voor het versnellen van de bouw van woningen in fabrieken. Rutten telde al die tijd persoonlijk de productie van de verschillende bouwers. “Zeven jaar geleden zat ik op een fabrieksmatige bouw van 4.300 woningen, afgelopen jaar telde ik een dikke 14.000 woningen. In het licht van de totale woningbouwproductie is dat misschien niet zoveel, maar er is over die periode wel sprake van een verdrievoudiging. De capaciteit van de fabrieken is nog vele malen groter, er kunnen nu al wel 50.000 woningen per jaar worden gebouwd. Overigens, die capaciteit is niet onmiddellijk te ontsluiten. Dergelijke hoge aantallen zijn niet haalbaar zonder de invoering van ploegendiensten, dat heeft een bedrijf niet zomaar voor elkaar. Het gaat niet alleen om meer menskracht, werknemers moeten ook bereid worden gevonden in een dergelijke structuur te werken.”
De afzet van fabrieksmatig geproduceerde woningen wordt anderzijds sterk bepaald door schommelingen in de vraag. In 2023 was de woningproductie opvallend genoeg hoger dan in 2024. Die afname verklaart Rutten onder meer uit een mindere vraag naar flex-woningen. “We kennen allemaal het enorme woningtekort, de nood is hoog, maar als het ontbreekt aan voldoende bouwgrond en locaties waar kan worden gebouwd, dan wordt er simpelweg niet gebouwd.” In het verleden was dat wellicht anders, maar er is volgens haar geen sprake meer van huiver voor industriële bouw aan de kant van investeerders, ontwikkelaars of corporaties. Zij verwijst naar BPD Ontwikkeling. Daar hebben ze een voorkeur voor fabrieksmatig geproduceerde woningen, tenzij zo’n product in een specifieke situatie niet past. “Onder ontwikkelaars heeft een cultuurkentering plaatsgevonden. Dat is ook niet gek: die fabrikanten bieden meer zekerheid over kwaliteit en kosten. Er wordt ook al enige tijd gewerkt aan het realiseren van een (technische) typegoedkeuring. Als dat eenmaal rond is, ik heb daar goede verwachtingen van, dan kan dat de afname van industrie gebouwde woningen verder versterken.”
Reacties