Log in
inloggen bij Renda
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Nieuws

Compacte warmteopslag

28 april 2011

Zonne-energie in de zomer opvangen, op een compacte manier opslaan om vervolgens de warmte in de winter weer te gebruiken. Dit ziet Wim van Helden als dé manier om de bestaande bouw in de toekomst energiezuiniger te maken. Nu vindt er al warmteopslag in water plaats, maar dat is volgens de directeur van Renewable Heat voor de bestaande bouw geen bruikbare optie. “Opslag in water vereist enorme tanks, de ruimte daarvoor ontbreekt vrijwel altijd.”

Toch ziet Van Helden mogelijkheden voor opslag in water. “Dan denk ik aan collectieve opslag per rij woningen. Bijvoorbeeld door bij een renovatie-ingreep per rij één woning ervoor vrij te maken. Of door silo’s in de buurt te plaatsen, zoals nu al met biomassa wordt gedaan.”

Keukenzout

Het onderzoek naar compacte warmteopslag richt zich deels op het zoeken naar de juiste materialen. Van Helden: “We gebruiken hier nu een eenvoudig materiaal voor, een zouthydraat. Dat is in feite niets meer of minder dan het keukenzout dat we allemaal kennen.”

Reactor

Nadat de warmte in de zomer zonder verlies is opgeslagen, moet die in de winter weer vrij worden gegeven. Hiervoor heeft Energie Onderzoekcentrum Nederland (ECN) een systeem ontwikkeld dat uitgaat van verliesvrije opslag, in combinatie met een opgeschaalde reactor met een inhoud van tien liter die de warmte weer kan vrijgeven. Volgens Van Helden duurt het nog drie à vier jaar tot de eerste werkende systemen kunnen worden getest. “Dit heeft ook te maken met de levensduur van de systemen. Die moeten toch wel zo’n dertig jaar mee kunnen gaan.”

Internationaal

Het onderzoek naar compacte warmteopslag beperkt zich niet tot Nederland. Via de International Energy Agency (IEA) werkt Van Helden mee aan een internationale aanpak van het probleem. Samen met een Duitse collega is hij projectleider van Task 42. “Dit programma richt zich op het bundelen van onderzoek naar compacte warmteopslag en materialen. Het programma duurt in totaal vier jaar en is nu op de helft. Aan het eind moeten we een stap hebben gezet in de ontwikkeling van nieuwe materialen, een numerieke methode hebben ontwikkeld om ze te kunnen simuleren, en prototypes van reactoren hebben ontwikkeld waarmee de eerste demonstratieprojecten zijn uitgevoerd.”

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren