2012
ENQU?TEENQU?TE
DE
RENDA
RENOVATIE
ENQU?TEENQU?TE
THEMA
DE BEWONER
CENTRAAL
renda special 2012/2 de renda renovatie enqu?te 201218
het samensmelten
van ambities en wensen
komen verwachtingen en
meningen van corporaties
en hun bewoners over
verbeteringen aan de
woning overeen? waar
liggen nog belangrijke
verbeterpunten? wat willen
bewoners eigenlijk als het
gaat om woningverbetering,
en weten ze wel hoe dit aan
te pakken? en de corpora-
ties; weten zij wat bewoners
willen? waar ligt voor hen
nog een cruciale taak om
bewoners te informeren
over wat kan en mag? deze
vragen kwamen aan bod in
de renda renovatie enqu?te
2012, uitgevoerd in de
corporatiesector door usp
Marketing Consultancy.
naast de focus op ambities
van corporaties voor de
korte en lange termijn wat
betreft hun woningbezit, is
dit jaar ook bewust gekozen
om de link te leggen met de
bewoner. in de vragen was
er speciale aandacht voor
energiebesparende maatre-
gelen bij woningverbetering.
de bewoner staat tenslotte
centraal.
ENQU?TE
DE
RENDA
RENOVATIE
ENQU?TE
RENOVATIE
ENQU?TE
renda special 2012/2de renda renovatie enqu?te 2012 19
tekst veerle forschelen-janssen, henri
busker en tanya beliaeva,
usp marketing consultancy
OnderzOeksOpzet en -verantwOOrding
De centrale vragen van het onderzoek zijn als
volgt geformuleerd:
Wat zijn de ambities van corporaties als het
gaat om hun woningbezit op korte, middel-
lange en lange termijn?
Welke zaken zou de bewoner aan de woning
willen verbeteren?
Wat zijn de wensen (willen) en kennis (weten)
van de bewoners aangaande verbeteren van
de woning en energiebesparende maatrege-
len?
Wat denkt de corporatie dat de bewoner wil
en weet over woningverbetering en specifiek
daarin energiebesparende maatregelen?
Wat zijn de rollen van de bewoner en de
corporatie in het proces van woningverbete-
ring?
Hoeveel invloed wil de bewoner hebben en
hoeveel invloed wil de corporatie geven?
Is de bewoner bereid tot investeren in een
betere kwaliteit of duurzamere woning?
Op welke wijze is de bewoner bereid tot
investeren, en is een huurverhoging een
optie wanneer dit een verlaging van de ener-
gielasten betekent?
Welke rol kan de corporatie spelen in het
stimuleren van bewoners om te investeren in
een energiezuinigere woning?
Hoe is het proces verlopen van gerealiseerde
onderhoudsprojecten en wat zijn belangrijke
aandachtspunten vanuit de bewoner richting
de corporatie?
Aan dit onderzoek hebben 102 corporatiepro-
fessionals (vastgoedmanagers of beleidsbepa-
lers) en ruim 300 huurders van corporaties in
Nederland deelgenomen. Het onderzoek onder
corporatiemedewerkers heeft telefonisch
plaatsgevonden door het eigen callcenter van
USP Marketing Consultancy. De ruim 300
corporatiehuurders zijn online ondervraagd via
het consumentenpanel DeelUwMening.nl.
Zowel corporatieprofessionals als huurders
vormen een representatieve afspiegeling van
de totale doelgroep in Nederland.
woonbedrijf
renda special 2012/2 de renda renovatie enqu?te 201220
72 procent van de corporaties
heeft energiezuinige voorraad
als belangrijkste ambitie 72%
Voor 72 procent van de corporaties is een
energiezuinige woningvoorraad de belang-
rijkste ambitie als het gaat om het woning-
bezit. Een energieneutrale woningvoorraad
is voor de meeste corporaties nog een brug
te ver, 2 procent noemt dit als ambitie. De
ambitie voor een energiezuinige voorraad
moet bij 66 procent van de corporaties v??r
2020 worden gerealiseerd. Adviseurs
spelen een belangrijke rol bij het behalen
van deze doelstelling; 55 procent zegt voor
oplossingen een adviseur in te schakelen.
De inkomsten uit de verkoop van bestaande
woningen en nieuwbouwprojecten zijn door
de problemen op de woningmarkt sterk
teruggelopen. De grootste hobbel die corpo-
raties moeten nemen om de ambities te
verwezenlijken, is dan ook van financi?le
aard. Voor 33 procent van de corporaties is
het verhogen van de huur de manier om de
ambities te kunnen verwezenlijken.
De omslag van huur- naar woonlasten kan
hierin wellicht uitkomst bieden en wordt
ook door steeds meer corporaties toege-
past; gemiddeld zegt 31 procent van de
corporaties inzicht te hebben in de woon-
lasten van haar huurders. Dit percentage
zal gezien de ambities en financierbaarheid
de komende jaren moeten gaan stijgen.
Ook bewoners zien huur en energie nog
vaak als twee aparte kostenposten
(47 procent). 44 procent denkt al in woon-
lasten. Een aanzienlijk deel van de bewo-
ners (45 procent) vindt de huidige woning
niet energiezuinig genoeg en bewoners
zien met name kansen om dit te verbete-
ren in de diverse vormen van isolatie (dak,
muur en vloer). Voor deze verbetering
leggen ze de bal bij de corporatie.
Bijna 60 procent van de bewoners maakt
zich ernstige zorgen over de stijgende
energieprijzen en ongeveer de helft van de
bewoners staat (zeer) open voor een huur-
verhoging mits de energierekening met
een gelijk aandeel daalt. Wanneer het
saldo verder oploopt in het voordeel van
de bewoner, neemt het percentage toe tot
70 procent van de bewoners bij 20 euro
besparing per maand. Ook is nog ongeveer
1 op de 5 bewoners bereid 10 euro per
maand meer te betalen voor energiebespa-
rende maatregelen. Corporaties schatten
deze interesse redelijk goed in, al zal er
rekening gehouden moeten worden met de
groep twijfelaars onder bewoners
(15-16 procent). Een belangrijk onderdeel
bij het aanbieden van energiebesparende
maatregelen bij bewoners zijn de garanties
op besparingen. Gelukkig werken steeds
meer corporaties met rekenvoorbeelden
en kunnen deze garanties ook steeds
vaker gegeven worden door middel van de
resultaten van pilotprojecten in de sector.
Belangrijkste verbeterpunten voor wat
betreft de woning zijn volgens bewoners de
(uitrusting van) de keuken en de badkamer.
Ze willen hier tot op zekere hoogte ook zelf
een rol in spelen en zelf of in overleg
keuzes kunnen maken, en stellen het zeer
op prijs dat corporaties steeds vaker keuze-
opties aanbieden. Comfortverbetering is de
belangrijkste reden voor deze woningverbe-
teringen. Ook is een groot deel van de
bewoners bereid om eenmalig of middels
een huurverhoging voor verbeteringen in de
woning te betalen. Zowel voor bewoners als
voor corporaties is het van belang dat de
keuzeopties niet te beperkt, maar ook niet
te uitgebreid zijn. Er dient een optimale mix
gemaakt te worden met voor elk wat wils,
maar (organisatorische) beheersbaarheid en
betaalbaarheid voor bewoner en corporatie
zijn minstens zo belangrijk.
Renovaties die de afgelopen drie jaar het
vaakst zijn uitgevoerd volgens de onder-
vraagde bewoners, zijn het schilderwerk
aan de buitenkant, het vervangen van
cv-ketels en onderhoud aan keuken, toilet
en badkamer. Waar de informatievoorzie-
ning voorafgaand aan het traject door de
bewoners als redelijk wordt beoordeeld,
gaat het bij de communicatie tijdens het
proces nogal eens mis. Ook over de tijds-
duur van het uitgevoerde traject zijn zij
minder tevreden. Duidelijke en eerlijke
communicatie over de planning (ook als de
planning niet gehaald wordt) is van groot
belang op dit punt. Maarliefst 60 procent
van de bewoners waarbij er vertraging is
opgetreden tijdens het proces, geeft aan
dat dit niet gecommuniceerd is. Een eerlijke
communicatie over wat kan en niet kan,
oftewel het managen van verwachtingen
zodat bewoners niet onnodig teleurgesteld
worden, wordt ook als belangrijk gezien.
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat het
goed maken en nakomen van afspraken
essentieel is voor een goed verloop van
het proces. Dit geldt zowel voor afspraken
met bewoners als tussen de aannemer en
de corporatie. Eerlijkheid en tijdigheid zijn
hierin kernbegrippen.
Na afronding geldt heel duidelijk: het eind-
resultaat telt. 64 procent van de bewoners
zegt dat het onderhoud aan de woning
heeft geleid tot verbetering van het woon-
comfort. Bij bewoners waarbij het onder-
houd geleid heeft tot een huurverhoging,
zegt het merendeel dat deze het waard is.
Concluderend kan worden gesteld dat er de
nodige ambities liggen bij corporaties, met
name voor het energiezuiniger maken van
de woningvoorraad. Het is een te prijzen
ambitie en het aangescherpte energiecon-
venant laat zien dat corporaties er ook werk
van willen maken. De huidige financi?le situ-
atie werkt echter als een rem en er zal dus
gezocht moeten worden naar slimme oplos-
singen en samenwerkingsverbanden.
Verder verdienen het betrekken van bewo-
ners en de communicatie en informatie rich-
ting bewoners aandacht. Ook het denken in
woonlasten in plaats van huur en energie als
losse elementen kan hierbij helpen. Veel
corporaties hebben al stappen gezet op dit
gebied en het lijkt erop dat dit een vliegwiel-
effect gaat hebben op de rest van de
sector. Doorpakken is nu het devies.
COnClusies en aanbevelingen
Uit het onderzoek zijn de volgende conclusies en aanbevelingen te formuleren:
renda special 2012/2de renda renovatie enqu?te 2012 21
BETREKKEN PARTIJEN VOOR REALISEREN AMBITIES
(volgens corporaties)
Weet niet/geen mening
Anders
Platform31/Energiesprong
Provincie
Architect
Installateur
Aannemer
Huurders/huurdersvereniging
Advies-/consultancybureau
Gemeente 41%
37%
29%
25%
12%
7%
7%
1%
35%
2%
De corporatiesector staat volop in de schijnwerpers. Door de econo-
mische crisis, overheidsmaatregelen en teruglopende woningverkopen
is er minder geld beschikbaar. Tegelijkertijd wordt er nog steeds veel
verwacht van corporaties, niet alleen op het gebied van woningen,
maar ook bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, leefbaarheid
in wijken, zorg en welzijn, veiligheid en het stimuleren van de lokale
economie. De noodzaak voor het stellen van prioriteiten, het maken
van scherpe keuzes, en het evalueren van acties, is dus zeer aanwe-
zig. In het onderzoek, dat deze zomer onder corporatieprofessionals
heeft plaatsgevonden, is dan ook gestart met de vraag wat de belang-
rijkste ambitie is voor de corporatie als het gaat om het woningbezit.
Oftewel: wat is de belangrijkste peiler van het strategisch voorraadbe-
leid van de corporatie? Het antwoord was duidelijk. Bijna driekwart
(72 procent) van de ondervraagde corporaties geeft aan dat een ener-
giezuinige woningvoorraad d? ambitie is voor wat betreft het woning-
bezit van de corporatie. Op grote afstand volgt het verwezenlijken van
levensloopbestendige woningen (22 procent). Ook al gaat de ambitie
om te streven naar een energieneutrale woningvoorraad het overgrote
deel van de corporaties te ver, de sector laat met het aangescherpte
energieconvenant wel zien er werk van te willen maken en er ook
concrete doelstellingen aan te koppelen. Een energiezuinige woning-
voorraad willen corporaties ook op redelijk korte termijn realiseren:
13 procent al voor 2015 en nog eens 53 procent na 2015, maar voor
2020. Bijna de helft zegt deze ambitie zelf te kunnen realiseren
(45 procent), maar een iets grotere groep (55 procent) zegt ??n of
meerdere adviseurs in te schakelen bij het realiseren van dit streven.
Naast adviseurs noemen de respondenten ook de gemeente als
belangrijke partij, huurders of huurdersorganisaties en aannemers
(figuur 1).
Het is al genoemd; de economische crisis, overheidsmaatregelen en
teruglopende woningverkopen zorgen ervoor dat er minder geld
beschikbaar is voor (extra) investeringen van corporaties. Meer dan de
helft van de corporaties (56 procent) zegt dan ook dat de grootste
obstakels op financieel gebied liggen. Ook de gebruikers en het
gedrag van bewoners worden genoemd als obstakel. Oftewel, corpo-
raties denken dat het moeilijk is de bewoners te overtuigen van het
belang van het waarmaken van deze ambitie, en dat het moeilijk is ze
zover te krijgen mee te investeren hierin. De resultaten van dit artikel
bieden concrete handvatten om deze obstakels uit de weg te gaan en
de ambitie van corporaties een stukje dichterbij te brengen.
renOveren als belangrijkste Middel
Het zal geen verrassing zijn dat corporaties tegenwoordig renovatie
als eerste noemen als middel om de ambities wat betreft energiebe-
sparing te halen. Sloop-nieuwbouw en ook nieuw te ontwikkelen loca-
ties zijn wellicht het meest geschikt om energiebesparing in toe te
passen, omdat energieneutraal bouwen tegenwoordig zeer goed
mogelijk is. Echter door de economische crisis zit hier flink de klad in.
Het aantal woningen dat de komende jaren gerenoveerd zal worden,
overstijgt vele malen het aantal nieuw te bouwen woningen. Gemid-
deld over de corporaties ligt het renovatiebudget op circa 8 miljoen
euro per jaar. Het aandeel energiemaatregelen is hiervan 40 procent,
een slordige 3 miljoen euro per jaar.
Figuur 1
ENQU?TE
DE
RENDA
RENOVATIE
ENQU?TE
RENOVATIE
ENQU?TE
woonbedrijf
renda special 2012/2 de renda renovatie enqu?te 201222
Naast renoveren noemt ook ruim een kwart van de corporaties
(26 procent) dat de ambities worden gehaald door te conserveren.
Met andere woorden, het uitvoeren van planmatig onderhoud voor de
korte tot middellange termijn. Dit zal met name het geval zijn bij de
corporaties met een nieuwere woningvoorraad. Voor corporaties ligt
het gemiddelde investeringsbudget voor conserveren ook rond de
8 miljoen euro per jaar. Het aandeel energiemaatregelen is weliswaar
kleiner dan bij renovatie (27 procent), maar dit komt nog steeds neer
op ruim 2 miljoen euro per jaar gemiddeld per corporatie.
van huurlasten naar wOOnlasten
Een derde van de corporaties (33 procent) geeft aan de ambities finan-
cieel te kunnen realiseren door middel van het doorberekenen van de
kosten aan de huurders, eenmalig of via het structureel verhogen van
de huren. Een belangrijk element hierbij is het denken van corporaties
en bewoners in woonlasten, in plaats van huur en energie als losse
kostenposten te blijven zien. Wanneer de investering in de energiebe-
sparende maatregelen leidt tot lagere energiekosten, kan wellicht de
investering terugverdiend worden. Door het als ??n geheel te
beschouwen, kunnen de investeringen misschien (gedeeltelijk) verre-
kend worden in de huur. Gemiddeld zegt 31 procent van de corpora-
ties inzicht te hebben in de woonlasten van haar huurders. Dit percen-
tage zal, gezien de ambities en financierbaarheid, de komende jaren
zeker moeten gaan stijgen.
Ook bewoners dienen deze omslag te maken. 47 procent van de
ondervraagde bewoners ziet huur en energie nog als twee aparte
kostenposten, 44 procent denkt daarentegen wel al in woonlasten. En
gezien het feit dat 45 procent van de bewoners de woning niet ener-
giezuinig genoeg vindt en bijna 60 procent van de bewoners zich
ernstige zorgen maakt over de stijgende energieprijzen, liggen hier
kansen. De helft van de bewoners (50 procent) staat (zeer) open voor
een huurverhoging mits de energierekening met een gelijk aandeel
47 procent van de
bewoners ziet huur
en energie als
aparte kostenposten
47%
roelsimons
renda special 2012/2de renda renovatie enqu?te 2012 23
Sta ik zeer voor open
Sta ik voor open
Sta ik niet voor open
Weet niet/geen mening
KOSTEN ENERGIE EN HUUR BIJ
ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN
(volgens bewoners)
16%
16%
34%
75%
67%
36%
22%
13%
16%
15%
16%
16%
2%
3%
29%
39%
7%
34%
31%
15%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Energierekening 30,-
lager en huur 50,- hoger
(saldo 20,- achteruit)
Energierekening 30,-
lager en huur 40,- hoger
(saldo 10,- achteruit)
Energierekening 30,-
lager en huur 30,- hoger
(saldo gelijk)
Energierekening 30,-
lager en huur 20,- hoger
(saldo 10,- vooruit)
Energierekening 30,-
lager en huur 10,- hoger
(saldo 20,- vooruit)
KOSTEN ENERGIE EN HUUR BIJ
ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN
(volgens corporaties)
14%
18%
52%
73%
81%
Energierekening
30,- lager en huur
50,- hoger (saldo
20,- achteruit)
Energierekening
30,- lager en huur
40,- hoger (saldo
10,- achteruit)
Energierekening
30,- lager en huur
30,- hoger (saldo
gelijk)
Energierekening
30,- lager en huur
20,- hoger (saldo
10,- vooruit)
Energierekening
30,- lager en huur
10,- hoger (saldo
20,- vooruit)
daalt. 15 procent weet het nog niet (figuur 2). Corporaties schatten dit
goed in, want zij denken dat 52 procent voor deze optie openstaat
(figuur 3). Wanneer het saldo verder oploopt in het voordeel van de
bewoner, neemt het percentage toe tot 70 procent van de bewoners
bij 20 euro besparing per maand. 16 procent weet het nog niet.
Corporaties schatten de interesse van bewoners bij een besparing van
20 euro per maand wat hoger in (81 procent), wat betekent dat zij de
groep twijfelaars minder groot inschatten. Van de bewoners is nog
ongeveer 1 op de 5 (19 procent) bereid 10 euro per maand meer te
betalen wanneer dit de woning energiezuiniger maakt. 15 procent weet
het nog niet. Corporaties schatten dit percentage op 18 procent.
Een belangrijk onderdeel bij het aanbieden van energiebesparende
maatregelen bij bewoners zijn de garanties op besparingen. Gelukkig
werken steeds meer corporaties met rekenvoorbeelden en kunnen de
garanties ook steeds vaker gegeven worden door middel van de resul-
taten van pilotprojecten in de sector. Samenwerking binnen en buiten
de sector is ook op dit gebied dus zeer belangrijk voor het uitwisselen
van resultaten op het gebied van besparingen die de energiebespa-
rende maatregelen op korte en langere termijn opleveren.
al jaren Op de gOede weg
Renda en Platform31 hebben de wensen en kennis
van bewoners in kaart gebracht, afgezet tegen die
van de woningcorporaties. Ook hebben ze gekeken
naar de impact van die wensen op de korte en lange
termijn. Voor Faay Vianen B.V. bevestigt dit rapport
dat wij al jaren op de goede weg zijn.
Het valt me op dat corporaties graag de bewoners-
belangen willen dienen z?nder het vastgoed uit het
oog te verliezen. Hun ambitie ligt vooral bij energie-
zuinige woningen. Ook voor bewoners is isolatie
een belangrijk punt. Bij stijgende energielasten
willen zij de huur kunnen blijven betalen. Veel bewo-
ners vinden hun woning niet energiezuinig genoeg
en willen betere isolatie. Zij gaan hier echter zelf
geen geld in steken; bewoners zien dit als een taak
van de woningcorporatie. Maar als door betere
isolatie de energierekening daalt, zijn bewoners
graag bereid om een hogere huur te betalen. Met
andere woorden: investeren in isolatie loont.
Dat past precies bij wat Faay Vianen doet. Onze
focus ligt al 40 jaar op renovatie. Sterker nog, de
renovatiemarkt ligt ten grondslag aan ons bedrijf:
het is de basis van onze wand- en plafondsyste-
men. Hierbij zijn corporaties een zeer belangrijke
doelgroep. Na-isolatie met onze producten levert
minimale overlast op voor bewoners, omdat al
onze producten kant-en-klaar zijn. Daardoor zijn ze
snel en in droogbouw te verwerken. En ze zijn nog
zeer `groen' ook: onze producten zijn gemaakt van
duurzame, hernieuwbare grondstoffen en kunnen
eindeloos worden hergebruikt.
In het rapport lees ik dat geluidsoverlast bij bewo-
ners op de tweede plaats van verbeterpunten
staat, een punt dat we dus evenmin uit het oog
mogen verliezen. Ook hier bieden wij een oplossing
voor. Wat verder naar voren komt, is dat bewoners
veel waarde hechten aan verbetering van keuken
en badkamer. Sinds kort bieden we een speciaal
prefab renovatieconcept. In slechts ??n dag is de
keuken of sanitairruimte gerenoveerd. Ook wat dit
betreft sluit ons aanbod naadloos aan op de
wensen van zowel corporaties als bewoners. Mijn
conclusie is dan ook dat Faay Vianen al jarenlang
op de goede weg zit.
Monique de Vos-Faay,
Commercieel directeur, Faay Vianen B.V.
Figuur 2
Figuur 3
60 procent van de
bewoners maakt
zich ernstige zorgen
over energieprijzen
60%
renda special 2012/2 de renda renovatie enqu?te 201224
gedeelde verantwOOrdelijkheid
Zoals hiervoor al bleek, zegt bijna de helft van de bewoners dat de
eigen woning niet energiezuinig genoeg is. Een groot deel van de
bewoners maakt zich zorgen over stijgende energieprijzen, maar het
overgrote deel van de bewoners zegt geen idee te hebben van het
energielabel van de eigen woning (82 procent). Deze informatie is
wellicht wel bekend bij de corporatie, maar wordt blijkbaar niet of te
weinig gedeeld met de bewoner. Het delen van deze informatie met de
bewoner kan een belangrijke stap zijn in de bewustwording. Dat geldt
voor besparingen die mogelijk zijn op dit gebied door grotere of klei-
nere ingrepen in en om de woning, maar ook voor verandering van
gedrag van de bewoner.
Aan bewoners is verder gevraagd welke energiebesparende maatrege-
len al zijn genomen in de woning en welke bewoners mogelijk in de
toekomst willen gaan nemen. Uit figuur 4 blijkt dat spaarlampen veruit
het meest toegepast zijn (87 procent). Dit is voor bewoners natuurlijk
een kleine en relatief makkelijk te realiseren investering. Ook dubbelglas
komt in de woning vaak voor (bij 80 procent van de ondervraagde bewo-
ners). Aan de grotere ingrepen in de woning, zoals het plaatsen van
zonnepanelen maar ook extra isolatiemaatregelen (vloer, muur, dak), is
redelijk wat behoefte onder bewoners. Zij zijn echter niet van plan zelf
op korte termijn actie te ondernemen op dit gebied, of ze weten niet hoe
zij dit aan moeten pakken. Het initiatief ligt dus bij de corporatie.
Vervolgens is aan de bewoners een aantal stellingen voorgelegd over
energiebesparende maatregelen, energieprijzen en kosten. Aan corpora-
ties zijn dezelfde stellingen voorgelegd, met de vraag daarbij hoe zij
denken dat de bewoner deze beantwoord heeft. In figuur 5 zijn de resul-
taten voor corporaties terug te zien, en in figuur 6 die voor bewoners.
82 procent van
de bewoners kent
energielabel eigen
woning niet
82%
Figuur 4
ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN
IN DE WONING
(volgens bewoners)
21%
22%
34%
37%
41%
47%
48%
49%
50%
51%
87%
4%
11%
3%
3%
16%
6%
11%
9%
7%
16%
13%
5%
33%
36%
22%
27%
26%
17%
26%
11%
18%
19%
19%
12%
3%
60%
43%
45%
47%
37%
30%
26%
32%
25%
25%
15%
4%
5%
2%
16%
80%
5%
4%
15% 21%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100%
Aanbrengen zonnepanelen/
-collectoren/-cellen
Vloerisolatie aanbrengen
Koelkastthermometer
Dakisolatie aanbrengen
Muurisolatie aanbrengen
Tochtstrippen plaatsen
Waterbesparend toilet
Groene stroom gebruiken
Stekkerdoos met losse aan/uitknop
Plaatsen HR-ketel
Energiezuinige huishoudelijke
apparaten
Waterbesparende douchekop
Dubbel glas
Spaarlampen
Reeds aanwezig
Van plan te nemen
Niet van plan om te nemen, maar wel behoefte
Niet van plan om te nemen en geen behoefte
roelsimons
renda special 2012/2de renda renovatie enqu?te 2012 25
woonbedrijf
renda special 2012/2 de renda renovatie enqu?te 201226
Zeer mee eens
Mee eens
Neutraal
Mee oneens
Zeer mee oneens
Weet niet/geen mening
ENERGIE EN DUURZAAMHEID
(volgens corporaties)
8%
10%
10%
49%
20%
6%
59%
51%
46%
20%
74%
43%
42%
16%
14%
24%
16%
8%
12%
16%
25%
16%
2%
4%
39%
40%
14%
2%
2%2%
2%
2%
2%
2%
4%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
De bewoner vindt prettig, comfor-
tabel en zorgeloos wonen belang-
rijker dan inspraak te hebben
hoe dit tot stand komt
Bij energiebesparende maatrege-
len wil de bewoner ge?nformeerd
worden over technische aspecten
De bewoner is bereid mee te
denken met de corporatie, hoe ze
samen de woningen kunnen
verbeteren
De bewoner is bereid energie-
rekening aan corporatie te
betalen, als totale kosten voor
huur en energie dalen
Het verlagen van het energie-
gebruik is een gedeelde verant-
woordelijkheid van de corporatie
en de bewoner
De bewoner is bereid meer huur te
betalen in ruil voor energieverbe-
terendemaatregelen, als daarmee
zijn energierekening met minimaal
hetzelfde bedrag daalt
De bewoner maakt zich ernstige
zorgen over de stijgende
energieprijzen
Zeer mee eens
Mee eens
Neutraal
Mee oneens
Zeer mee oneens
Weet niet/geen mening
1%
1%
ENERGIE EN DUURZAAMHEID
(volgens bewoners)
21%
15%
9%
13%
13%
11%
21%
51%
26%
47%
40%
38%
46%
30%
38%
21%
41%
31%
40%
28%
32%
34%
29%
2%
19%
6%
10%
4%
13%
7%
4%
4%
7%
1%
4%
6%
6%
2%
4%
5%
4%
7%
4%
3%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Indien mij besparingen worden
beloofd wil ik dat hier ook
garanties tegenover staan
Ik vind prettig, comfortabel en
zorgeloos wonen belangrijker dan
inspraak te hebben hoe dit tot
stand komt
Indien er energiebesparende
maatregelen worden genomen wil
ik ge?nformeerd worden over
technische aspecten
Ik ben bereid mee te denken met
de corporatie om te kijken hoe we
onze woningen kunnen verbeteren
Ik ben bereid mijn energie-
rekening aan de corporatie te be-
talen, als daarmee mijn totale
kosten voor huur en energie dalen
Het verlagen van het energie-
verbruik van de woning is een
gedeelde verantwoordelijkheid
van de corporatie en de bewoner
Ik ben bereid meer huur te
betalen in ruil voor energiever-
beterende maatregelen,als daar-
mee mijn energierekening met
minimaal hetzelfde bedrag daalt
Ik maak mij ernstig zorgen
over de stijgende energieprijzen
Uit de resultaten blijkt, dat vrijwel alle corporaties (94 procent) het
(zeer) eens zijn met de stelling dat het verlagen van het energiever-
bruik een gedeelde verantwoordelijkheid is van corporatie en bewoner.
Bij bewoners ligt dit percentage lager, 59 procent is het hier namelijk
(zeer) mee eens en 32 procent antwoordt neutraal op deze vraag. Bij
vrijwel alle stellingen geldt dat het percentage `neutraal' bij bewoners
vaker wordt ingevuld, ten koste van `(zeer) mee eens'. Met andere
woorden: de bewoner is nog afwachtender dan de corporaties denken.
Verder geldt dat 41 procent van de bewoners zegt bereid te zijn meer
huur te betalen als de energierekening evenredig daalt. Corporaties
komen hier dicht bij in de buurt en denken dat de bereidheid op
49 procent ligt. De bereidheid om de energierekening aan corporaties
te betalen als daarmee de totale kosten voor huur en energie omlaag
gaan, ligt bij bewoners op 51 procent. 28 procent antwoordt hier
neutraal. Corporaties schatten het percentage bewoners dat bereid is
de energierekening aan corporaties te betalen wanneer totale kosten
dalen op 69 procent. Er ligt dus nog een belangrijke taak voor corpora-
ties om de groep twijfelende bewoners over te halen. Dit gaat met
name om het informeren van bewoners in het algemeen, maar ook
specifiek gericht op hun eigen huishouden. Het gaat dan om informatie
omtrent het eigen energieverbruik en aanpassingen aan de woning,
maar ook om een attitudeverandering. Namelijk bij bewoners de
omslag maken van huur en energie als losse elementen, naar het
denken in woonlasten. Garanties zijn hierin voor bewoners zeer
belangrijk. 72 procent van de bewoners geeft aan dat ze garanties wil
als er besparingen beloofd worden.
Het feit dat bewoners zich zorgen maken over de stijgende energieprij-
zen ? 59 procent is het (zeer) eens met deze stelling ? laat zien dat er
mogelijkheden liggen. Zoals eerder genoemd kunnen rekenvoorbeel-
den en best practices uit de sector (en daarbuiten) hierbij helpen,
evenals informatie die op de specifieke situatie van de individuele
bewoner inspeelt. Corporaties kunnen zo bewoners een handje helpen
in het bewustwordingsproces, maar ook in de kennis die er op dit
gebied is. Vervolgens kan samen de verantwoordelijkheid opgepakt
worden.
betrOkkenheid van bewOners
De afgelopen jaren is er volgens bewoners met name onderhoud
gepleegd aan de buitenkant van de woning (schilderwerk), de cv, en
aan keuken, badkamer en toilet. Het initiatief voor het onderhoud lag
volgens bewoners in de meeste gevallen bij de corporatie. Bij onder-
houd aan de keuken, badkamer of toilet zegt ongeveer 1 op de 5
72 procent van de
bewoners wil
prestatiegarantie
op besparingen
72%
Figuur 5
Figuur 6
renda special 2012/2de renda renovatie enqu?te 2012 27
diChter bij elkaar
De renda renovatie enqu?te 2012
toont de spagaat tussen de terecht
hoge ambities van corporaties, en de
financi?le druk. Het antwoord van
Wienerberger is inzetten op een
collectieve langetermijnvisie, zowel
qua duurzaamheid als de totale cost of
ownership. Met de huidige (kerami-
sche) bouwmaterialen en technolo-
gie?n kunnen woningen zeker 100 tot
125 jaar meegaan. Dit is een funda-
menteel andere visie dan een tijdshori-
zon van 30 jaar.
Integraal kijken naar verschillende
bouwconcepten maakt kosten vooraf
inzichtelijk. Fabrikanten kunnen hierin
een grote rol spelen, als ze maar vroeg
in het proces worden betrokken.
Ketenintegratie ? nauwe samenwer-
king tussen opdrachtgever, bouwer en
fabrikant ? leidt tot oplossingen met
een langere levensduur en hogere
energetische waarden. Dit verbetert
de verhuurbaarheid van woningen.
Het onderzoek leert dat de corporatie
vaak beslissend is over de buitenschil.
Ons pleidooi tot ketenintegratie gaat
verder: betrek ook bewoners in het
proces, om ruimte te geven aan indivi-
duele expressie. Er is esthetisch zo
veel meer mogelijk in de buitenschil,
gevel en dak met tal van kleuren,
vormen en texturen van gevelbakste-
nen en keramische dakpannen. Door-
dachte materiaalkeuzes bepalen de
uitstraling van woning en wijk. Het is
onnodig om te melden dat dit bijdraagt
aan het bezit en ook de verhuurbaar-
heid.
Gezamenlijke oplossingen zijn ook
mogelijk bij het energiezuiniger maken.
We onderschrijven de conclusie dat de
bewoner moet beseffen dat een soms
ingrijpend renovatieproces tot minder
energiekosten en dus woonlasten
leidt. Juist de schil vormt de basis
voor comfort, leefbaarheid en energie-
reductie. Het verduurzamen van
bestaande bouw en het verhogen van
de energieprestaties van gevel, wand
en dak, dragen bij aan het gewenste
integrale denken op de lange termijn.
Betaalbare woningen en toekomst-
waarde kunnen samenkomen. Dit
gebeurt via het slim na-isoleren van
gevels, of via het opnieuw opbouwen
van de buitenschil met slanke stenen,
waardoor bij een gelijke muurdikte de
spouwmuur van extra thermische
isolatie is te voorzien. Ook voor het
(keramische) dak zijn legio slimme
renovatieoplossingen met een lange
levensduur beschikbaar. De grote
winst van het onderzoek? Het brengt
partijen dichter bij elkaar. Want dat is
de echte conclusie.
Tanja Bongers,
Marketing manager, Wienerberger BV
ENQU?TE
DE
RENDA
RENOVATIE
ENQU?TE
RENOVATIE
ENQU?TE
woonbedrijf
INVLOED OP WONINGVERBETERING
(volgens bewoners)
10%
20%
54%
52%
50%
41%
15%
28%
17%
34%
6%
7%
2%
2% 13%
10%
10%
5%
3%
17%
3%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
In zijn algemeenheid
Gehorigheid
van de woning
Keuken
Badkamer
Bewoners bepalen maatregelen, corporatie zoekt binnen welke voorwaarden de
maatregelen genomen kunnen worden
Corporatie en betrokken bewoners overleggen samen, bewoners hebben ook
beslissingsbevoegdheid
Corporatie en betrokken bewoners overleggen samen, maar corporatie bepaalt
Corporatie informeert betrokken bewoners, maar corporatie bepaalt
Corporatie bepaalt zonder betrokken bewoners te informeren
Weet niet/geen mening
Bewoners bepalen maatregelen, corporatie zoekt binnen welke voorwaarden de
maatregelen genomen kunnen worden
Corporatie en betrokken bewoners overleggen samen, bewoners hebben ook
beslissingsbevoegdheid
Corporatie en betrokken bewoners overleggen samen, maar corporatie bepaalt
Corporatie informeert betrokken bewoners, maar corporatie bepaalt
Corporatie bepaalt zonder betrokken bewoners te informeren
INVLOED OP WONINGVERBETERING
(volgens corporaties)
20%
6%
17%
60%
20%
17%
42%
33%
29%
20%
21%
29% 65%
20%
17%
20%
60%
40%
33%
57%
42%
50%
57%
40%
57%
80%
67%
50%
40%
30%
33%
29%
17%
17%
14%
40%
21%
33%
17%
10%
17%
14%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100%
Ventilatie/zonwering
Zonnepanelen/-collectoren/-cellen
Cv-/HR-ketels
Badkameronderdelen/sanitair
Complete badkamer
Keukenonderdelen
Complete keuken
Dak
Inbraakveiligheid/verlichting
Buitenkozijnen/beglazing
Gevel
Schilderwerk
Isoleren van de woning
Indeling van de woning
renda special 2012/228
bewoners zelf het initiatief genomen te hebben. Onderhoud aan de
schil (buitenkant van de woning en complex) is voor bewoners over-
duidelijk het domein van de corporatie, evenals planmatig onderhoud
aan cv's. Ook corporaties erkennen dat bewoners met name eigen
initiatief tonen bij onderhoud aan keuken (40 procent) en badkamer
(28 procent). Zij noemen met name isolatiewerkzaamheden als onder-
houd dat voornamelijk door de corporatie wordt uitgevoerd
(63 procent).
Bewoners zijn over het algemeen redelijk tevreden over hun woning.
De belangrijkste verbeterpunten liggen bij de algemene ruimten
(netheid en beveiliging van algemene ruimten), bij isolatie (zowel geluid
als warmte) en bij de uitrusting van keuken, badkamer en toilet. Bewo-
ners noemen bij het verbeteren van badkamer en keuken met name
dat het dan gaat om het verhogen van het comfort, respectievelijk 51
en 43 procent. Isolatie tegen gehorigheid is met name een wens om
de leefbaarheid te vergroten door de overlast te verminderen. Voor de
uitvoering laten bewoners de bal bij de corporatie liggen. Voor aanpas-
singen op het gebied van isolatie zegt 80 procent van de bewoners
dat corporaties dit moeten uitvoeren. Bij de badkamer ligt dit op
67 procent en bij de keuken op 55 procent. De meest ideale vorm bij
onderhoud voor ruim de helft van de bewoners, is dat bewoners en
corporatie in overleg gaan en dat bewoners ook mee kunnen beslis-
sen. Bij onderhoud aan keuken en badkamer zegt ongeveer 1 op de 5
bewoners dat zij zelf de maatregelen moeten bepalen. De corporatie
moet dan op zoek gaan binnen welke voorwaarden de maatregelen
genomen kunnen worden (figuur 7).
Logischerwijs gaan corporaties wat minder ver in het uit handen geven
van onderhoud. Maar corporaties zijn zeker bereid om op het gebied
van keuken en badkamer(onderdelen) huurders of een huurderscollec-
tief meer inspraak te geven (figuur 8). Met als voorwaarde dat de
corporatie uiteindelijk de eindbeslissing neemt. Met name qua buiten-
schil en (technische) installaties willen corporaties de regie zelf in
handen houden. Dit zijn ook elementen waarbij bewoners veel minder
behoefte hebben om invloed uit te oefenen. Dit komt door gebrek aan
(technische) kennis, maar ook doordat deze elementen veel minder
(zichtbare) invloed hebben op de directe woning of woonplezier.
bewOners willen invlOed
Wanneer gekeken wordt naar de aspecten waarop de bewoner het
liefst invloed wil hebben, blijkt dat ontwerp, functionaliteit en kleur
veruit het belangrijkst zijn. Met name bij keuken en badkamer, de
meest gewenste aanpassingen. Corporaties zeggen inderdaad ook dat
bewoners invloed willen uitoefenen op het ontwerp en de kleur, maar
onderschatten het belang van de functionaliteit voor de bewoner
enigszins. Qua ontwerp of de inrichting zijn corporaties bereid de
bewoner invloed te geven (56 procent). Bij invloed op kleur en functio-
naliteit zijn ze hier een stuk minder toe bereid, respectievelijk 33 en
Figuur 7
Figuur 8
ENQU?TE
DE
RENDA
RENOVATIE
ENQU?TE
RENOVATIE
ENQU?TE
woonbedrijf
renda special 2012/2de renda renovatie enqu?te 2012 29
56 procent van de
corporaties wil bewoner
invloed geven op ontwerp
en inrichting aanpassingen
56%
Meer kOersen Op wOOnlastendenken
De realisatie van de ambitie om de woningvoorraad
energiezuinig te maken, komt sneller dichterbij
door goed samenwerken in de gehele bouwketen.
Met een team van opdrachtgevers, deskundigen
en partners in ontwerp, uitvoering en lifecycle
verantwoordelijkheid kan dit verwezenlijkt worden.
Het sleutelwoord hierin is samenwerken met de
gehele keten; van planontwerp, via installatie en
realisatie, naar onderhoud en goede communicatie
in de hele levenscyclus van de woning. Wie doet
wat in het project, blijft betrokken en neemt zijn
verantwoording voor het eindresultaat? Dat is waar
we als markt op moeten koersen. Hiermee wordt
de financiering eenvoudiger en kunnen de ambities
voor een energiezuinige woningvoorraad, woonlas-
tenreductie en comfortverhoging in ??n keer gere-
aliseerd worden.
De spil in dit proces is de bewoner. Want ten slotte
gaat het om betaalbaar wonen in een verantwoord
binnenklimaat, met wooncomfort en -plezier voor
vele jaren. Bewoners vandaag de dag zijn mondig
en energiebewust. Ook zij hebben wel degelijk een
ambitie als het gaat om energiezuinig wonen.
Indien de woonlasten substantieel dalen door
woningen energiezuiniger te maken, zal de bewo-
ner na garanties ook bereid zijn een hogere huur te
betalen aan de woningcorporatie, blijkt uit het
onderzoek. Hierbij is de communicatie naar en met
de bewoners essentieel, om betrokkenheid in
kwaliteit, gebruik en woonlastendenken ook daad-
werkelijk te realiseren. Niet alleen vooraf, maar
juist ook tijdens het proces en zelfs daarna.
Woonlastendenken is het sleutelwoord. Het is
echter nog ver weg en heeft veel aandacht nodig.
Met de ketenpartners zal dit opgepakt moeten
worden om kennis en ervaring op te doen. N?g
meer samenwerken als marktpartijen om versnel-
ling te krijgen. Fabrikanten kunnen opdrachtgevers
met all-in concepten helpen hier duidelijkheid in te
scheppen. Zodat vooraf de ambities, investeringen,
kosten en baten inzichtelijk zijn, de bewoners
tevreden zijn, ?n een energiezuinige woningvoor-
raad daadwerkelijk binnen handbereik is.
Jan Rijnbeek,
Business unit manager Woning Renovatie
Projecten, Itho Daalderop
bouwhulpgroepbouwhulpgroep
renda special 2012/2 de renda renovatie enqu?te 201230
16 procent. Meer invloed geven op deze elementen kan de tevreden-
heid van de bewoner sterk vergroten, maar heeft ook risico's voor de
verhuurbaarheid op langere termijn. Een tip hierbij is dat invloed geven
niet hoeft te betekenen dat de bewoner volledig vrij gelaten wordt in
de keuze. Het kan ook betekenen dat de bewoner een aantal opties
voorgelegd krijgt (binnen het stramien wat voor de corporatie
aanvaardbaar is). Dit blijkt ook uit figuur 9. Het merendeel van de
bewoners kiest ervoor om binnen een compleet pakket een aantal
keuzes te kunnen maken. Slechts een klein deel zegt geheel vrij te
willen zijn in de keuzes.
Wat betreft de kosten van woningverbeterende maatregelen zijn
bewoners redelijk. Ongeveer een derde van de bewoners zegt eenma-
lig mee te willen betalen bij een verbetering van keuken of badkamer,
of zegt een huurverhoging van 2 of 5 procent ook nog redelijk te
vinden. Bewoners willen dus best meebetalen voor verhoging van het
wooncomfort. In het geval dat ze niet mee willen betalen, wordt met
name genoemd dat het huidige niveau eigenlijk niet aanvaardbaar is.
Bij verbetering op het gebied van isolatie van de woning zijn bewoners
minder bereid mee te betalen. Dit wordt meer gezien als basisvoor-
waarde voor een goede woning en dus als verantwoordelijkheid van
de corporatie. Corporaties zijn hier sceptischer over en denken dat
bewoners alleen willen betalen als er ook iets (geldelijks) voor terug-
komt, bijvoorbeeld bij energiebesparende maatregelen.
COMMuniCeren en afspraken nakOMen
Onderhoud aan binnen- of buitenkant van de woning heeft tijdelijk
invloed op het dagelijks leven van de bewoner. Het kan als zeer verve-
lend ervaren worden. Uiteraard is de `last' die de bewoner ervaart
afhankelijk van het type werkzaamheden. Bij werkzaamheden aan de
schil of algemene ruimtes zal de bewoner minder overlast ervaren dan
bij werkzaamheden in de woning zelf. Maar bij de verbouwing van een
badkamer zal er weer meer overlast ervaren worden dan bij het
opnieuw plaatsen van een cv-ketel in de zomer.
Het hele traject start met het informeren en betrekken van de bewo-
ners. Vooral dat laatste wordt soms vergeten. Bewoners worden
vaak ge?nformeerd wanneer de plannen al vast staan. Maar wanneer
bewoners of een afvaardiging van bewoners al in een eerder stadium
betrokken worden, kan er tijdens het proces veel beter ingespeeld
worden op wensen. Ook is de betrokkenheid van bewoners dan
groter, waardoor mogelijke problemen voorkomen kunnen worden.
85 procent van de bewoners zegt ge?nformeerd te zijn via een brief
85 procent van de
bewoners wordt via
brief op de hoogte
gesteld van renovatie
85%
bouwhulpgroep
renda special 2012/2de renda renovatie enqu?te 2012 31
Kiezen voor 1 compleet pakket zonder verdere opties
Kiezen voor 1 compleet pakket, met daarbinnen zelf keuzes maken
Volledig zelf samenstellen en kiezen
Weet niet/geen mening
KEUZEMOGELIJKHEDEN BIJ WONINGVERBETERING
(volgens bewoners)
10%
10%
59%
50%
71%
10%
23%
14%
21%
7%20%
5%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Gehorigheid van
de woning
Keuken
Badkamer
INFORMEREN BEWONERS OVER RENOVATIE
(volgens corporaties)
2%
7%
2%
9%
14%
57%
44%
53%
7%
7%
7%
18%
48%
78%
83%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100%
Weet niet/geen mening
Anders
Brief door aannemer
Persoonlijk bezoek door
medewerker aannemer
Website/internet
Persoonlijk bezoek door
corporatiemedewerker
Brief door corporatie
Informatiebijeenkomst
Werkelijkheid
Verwachting
van de corporatie. Corporaties zelf noemen, naast een brief, ook vaak
dat er een informatiebijeenkomst is geweest. 48 procent van de
corporaties noemt dat er een persoonlijk gesprek is geweest tussen
bewoner en medewerker van de corporatie. De corporaties verwach-
ten dat bewoners dit persoonlijke gesprek zeer op prijs stellen en
willen dit misschien vaker in gaan zetten (figuur 10).
De informatieverstrekking voorafgaand aan de renovatie wordt door
bewoners als redelijk beoordeeld. Corporaties hebben een goed beeld
waar bewoners minder tevreden over zijn. Namelijk de invloed op
keuzes die gemaakt zijn en de invloed van de bewoner op de uitvoe-
ring. Deze elementen scoren allen onder de 6. In een vorige alinea is al
gebleken dat bewoners meer invloed willen hebben of keuzes willen
kunnen maken. Corporaties zijn hier wat huiverig voor, maar met het
voorleggen van een aantal keuzeopties kan aan deze wens van de
bewoner toch voldaan worden. Het vergt wellicht wat meer tijd in de
voorfase, maar betaalt zich terug in de tevredenheid en het begrip van
de bewoner tijdens en na het proces. Bij de informatievoorziening
vooraf dient ook voldoende aandacht te zijn voor het effect dat de
werkzaamheden hebben op het dagelijks leven van de bewoner. Moet
deze bijvoorbeeld thuis blijven voor het onderhoud? Welke overlast zal
de bewoner hebben van lawaai, stof en andere spullen? En biedt het
tijdelijk verhuizen naar een andere woning wellicht uitkomst of vindt de
bewoner het ondanks de overlast prettiger om in zijn eigen huis te
blijven? Algemene elementen kunnen prima per brief of algemene
informatiebijeenkomst worden gecommuniceerd, maar individuele
wensen en mogelijkheden kunnen alleen in een persoonlijk gesprek
meegenomen worden.
Tijdens het onderhoud worden bewoners door zowel de corporatie als
door de aannemer ge?nformeerd. Veel corporaties hebben de commu-
nicatie tijdens het proces uitbesteed aan een externe aannemer.
Alhoewel deze natuurlijk het beste weet hoe het met het onderhoud
gaat, of de planning gehaald wordt en welke bijzonderheden er zijn,
blijft het voor een corporatie wel belangrijk in de gaten te houden hoe
deze communicatie verloopt. De aannemer communiceert en infor-
meert namelijk ook namens de corporatie. En wanneer dit niet op de
juiste manier gebeurt, wordt de corporatie hierop afgerekend. Onder
andere ter evaluatie van aannemers door corporaties, doet USP
Marketing Consultancy hier middels de Continue Klant Contact Moni-
tor (CKC-Monitor) veel onderzoek naar.
Figuur 9
Figuur 10
woonbedrijf
renda special 2012/2 de renda renovatie enqu?te 201232
Bij de communicatie tijdens het proces blijkt het nogal eens mis te
gaan. Deze wordt door bewoners namelijk het minst goed beoordeeld.
Vaak gaat het al mis bij het feit dat bewoners niet weten wie de
contactpersoon is tijdens het proces, dus met wie hij contact moet
opnemen voor vragen of opmerkingen. Ook over de tijdsduur van het
uitgevoerde traject zijn bewoners minder tevreden. Duidelijke en
eerlijke communicatie over de planning (ook als de planning niet
gehaald wordt) is van groot belang op dit punt. Maarliefst 60 procent
van de bewoners waarbij er vertraging is opgetreden tijdens het
proces, geeft aan dat dit niet gecommuniceerd is. Een eerlijke commu-
nicatie over wat kan en niet kan, oftewel het managen van verwachtin-
gen zodat bewoners niet onnodig teleurgesteld worden, wordt ook als
belangrijk gezien. Tussentijdse contactmomenten met bewoners en
aannemers zijn belangrijk in het volgen van het proces vanuit de corpo-
ratie. En houdt daarbij in gedachten dat afspraak is afspraak, tussen
alle partijen, corporatie, bewoner en eventuele aannemer(s). Door de
ervaring van USP Marketing Consultancy met dit soort processen bij
corporaties, blijkt dat het goed maken en het nakomen van afspraken
essentieel zijn voor een goed verloop van het proces. Wanneer het
toch niet mogelijk is een afspraak na te komen, leg dit dan op zijn
minst duidelijk en helder uit. De corporatie moet zich inleven in de
situatie van de andere partij, uitleggen waarom, en proberen te komen
tot nieuwe afspraken die elke partij tevreden stelt. Eerlijkheid en tijdig-
heid zijn hierin kernbegrippen.
het eindresultaat telt
Na afronding geldt heel duidelijk: het eindresultaat telt. 64 procent van
de bewoners zegt dat het onderhoud aan de woning heeft geleid tot
verbetering van het wooncomfort. Bij nog eens 23 procent is het gelijk
gebleven. Bij bewoners waarbij het onderhoud geleid heeft tot een
huurverhoging, zegt het merendeel dat deze het waard is. Verder zijn
de meeste bewoners tevreden (7,3) over het gehele proces, de vrien-
delijkheid van de medewerkers (7,4) en de kwaliteit van het eindresul-
taat (7,3). Corporaties erkennen de bovenstaande aandachtspunten.
Ongeveer een kwart van de corporaties denkt dat bewoners het minst
tevreden zijn over de tijdige afronding van het project.
Concluderend kan worden gesteld dat er de nodige ambities liggen bij
corporaties, met name voor het energiezuiniger maken van de woning-
voorraad. Het is een te prijzen ambitie en het aangescherpte energie-
convenant laat zien dat corporaties er ook werk van willen maken. De
huidige financi?le situatie werkt echter als een rem en er zal dus gezocht
moeten worden naar slimme oplossingen en samenwerkingsverbanden.
Verder verdienen het betrekken van bewoners en de communicatie en
informatie richting bewoners aandacht. Door de bewoner keuzemoge-
lijkheden voor te leggen, voldoende informatie te verstrekken, en reken-
voorbeelden en persoonlijk advies te geven, wordt de bereidheid om
ook zelf te investeren in energiebesparende maatregelen vergroot. Ook
het denken in woonlasten in plaats van huur en energie als losse
elementen kan hierbij helpen. Veel corporaties hebben al stappen gezet
op dit gebied en het lijkt erop dat dit een vliegwieleffect gaat hebben op
de rest van de sector. Doorpakken is nu het devies, niet alleen voor
corporaties maar ook voor andere partijen als gemeenten, beleggers,
adviseurs aannemers en natuurlijk bewoners.
60 procent van de
bewoners wijt
vertragingen werk-
zaamheden aan
gebrek communicatie
60%
ENQU?TE
DE
RENDA
RENOVATIE
ENQU?TE
RENOVATIE
ENQU?TE
roelsimons
renda special 2012/2de renda renovatie enqu?te 2012 33
je Maakt het in het vOOrtrajeCt
Voor de mensen van BAM Woningbouw is deze slogan in de
`nieuwbouw' een gevleugeld motto dat ? samen met
co-makers en opdrachtgevers ? op vele manieren succesvol
is vormgegeven. Ons W&R-product is daar een goed voor-
beeld van. Ook corporaties en andere bouwbedrijven `oefe-
nen' al een paar jaar met nieuwe contractvormen, waardoor
de verspilling van geld, tijd en energie in de ontwikkelings-
fase sterk wordt verminderd, en de wens en het belang van
de eindgebruiker eindelijk in zicht komt.
Opdrachtgevers als Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwen-
dienst zijn ons voorgegaan in het vernieuwen van hun relatie
met de markt. Samen met marktpartijen hebben zij nieuwe
werkvormen en andere manieren van selecteren ontwikkeld.
Daarmee stimuleren ze innovatie en hebben ze een effici?nte
en effectieve werkwijze gerealiseerd. Met name in de
wegenbouw heeft dit ook geresulteerd in een veel grotere
betrokkenheid bij projecten van mensen uit de omgeving.
Voor de aanpak van de bestaande bouw bestaan nog veel
minder beproefde vormen van samenwerking. De eerste
aanzet is er wel. Met Slim&Snel bijvoorbeeld, worden nieuwe
vormen van selectie ge?ntroduceerd. Het Netwerk Conceptu-
eel Bouwen laat mooie voorbeelden zien. Corporaties als
Ymere, De Alliantie, Havensteder en Mitros zoeken naar
nieuwe manieren om de markt te betrekken bij de aanpak van
de bestaande bouw. Door deze aanpak wordt de inzet van
een heel leger aan adviseurs in het voortraject beperkt, geven
zij marktpartijen een kans om ? gezamenlijk ? met innovatieve
oplossingen te komen, en maken zij tevens een besparing op
de transactiekosten mogelijk. Dit laatste doordat niet iedere
aanbieder een regiment rekenaars in hoeft te zetten om ? in
reactie op een uitgewerkt bestek ? tot een bod met de laagste
prijs te komen. Uiteindelijk zal het, hoop ik, veel discussies
over meerwerk aan het eind van het project voorkomen en
biedt het nieuwe mogelijkheden om bewoners in een vroeg
stadium daadwerkelijk bij het keuzeproces te betrekken.
De renda renovatie enqu?te laat zien dat er veel kansen zijn
om voortvarend met elkaar aan de slag te gaan:
Corporaties hebben middelen om de bestaande bouw aan
te pakken;
Bewoners denken meer en meer in woonlasten, waardoor
een gesprek over een andere verhouding tussen huur- en
energielasten mogelijk is; en
Marktpartijen staan (technisch) klaar om deze uitdaging
aan te gaan.
Laten we daarom onze krachten bundelen, niet iedere keer
het wiel opnieuw uitvinden en de komende jaren met elkaar
een superprestatie neerzetten. Voor medewerkers, directies
en toezichthouders van corporaties betekent dit het loslaten
van bestaande processen, procedures en zekerheden. Van
marktpartijen vraagt het de bereidheid om ?cht samen te
werken en om transparant te zijn over kosten en verdienmo-
dellen. Samen met bewoners gaat het ons lukken om over
onze eigen schaduw heen te stappen!
Margriet Drijver,
Directeur Wonen, BAM Woningbouw BV
woonbedrijf
2012
COLOFON
De renda renovatie enqu?te wordt jaarlijks uitgevoerd door
USP Marketing Consultancy in opdracht van renda, kennis-
platform bestaande bouw.
usp Marketing COnsultanCY
Tanya Beliaeva, Henri Busker en Veerle Forschelen-Janssen
renda
Fannie Groenen (uitgever)
Wilbert Leistra (vakredactie)
Janneke Klunder (eindredactie)
vOrMgeving
Twin Media bv, Rimke Bartels, Culemborg
reageren?
Heeft u een vraag/opmerking over dit artikel?
Neem dan gerust contact met ons op via renda@aeneas.nl
vOOrwaarden
Niets uit dit artikel mag worden overgenomen zonder toestem-
ming van de uitgever. De algemene publicatievoorwaarden van
de uitgever worden verondersteld bekend te zijn en zijn op
aanvraag beschikbaar. Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt
besteed aan de inhoud van het blad, zijn redactie en uitgever
van renda niet aansprakelijk voor de gevolgen, van welke aard
ook, van handelingen en/of beslissingen gebaseerd op de
informatie in dit artikel. Niet altijd kunnen rechthebbenden van
gebruikt beeldmateriaal worden achterhaald. Belanghebbenden
kunnen contact opnemen met de uitgever.
De renda renovatie enqu?te is alleen beschikbaar voor stan-
daardleden van renda, kennisplatform bestaande bouw. Het
volledige onderzoek is na inlog voor standaardleden te down-
loaden via www.renda.nl.
Standaard lidmaatschap per jaar: 250,- excl. btw
Kijk voor de voordelen en om u aan te melden op www.renda.nl
Aan de renda renovatie enqu?te
werkten onder andere de volgende
woningcorporaties mee:
Accolade Joure
Antares
De Alliantie Flevoland
De Goede Woning
De Sleutels
Destion Bergen en Mook
GroenWest Mijdrecht
Heuvelrug Wonen
Lefier Stadskanaal
LEKSTEDEwonen
Mooiland Maasland
Rondom Wonen
Th?s Wonen
UWOON vestiging Ermelo
Vestia Den Haag Scheveningen
Vestia Midden-Nederland
Vestia Rotterdam Feijenoord
Weller
WoCom
WonenBreburg
Woningstichting Bergh
Woningstichting Den Helder
Woningstichting Het Grootslag
Woningstichting Land Van Rode
Woningstichting Woensdrecht
Woongroep Twente
Woonplus Schiedam
Woonstichting De Marken
Woonstichting Stek
Zeeuwland
Reacties