Log in
inloggen bij Renda
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Columns

Hoe architecten consumentgericht worden

Reimar von Meding
Marketing, acquisitie, reclame. Voor een architect zijn dat vieze woorden. Ik sprak onlangs nog een architect die mij vertelde dat hij ‘nu voor het eerst aan zijn eigen marketing wil beginnen’. En diezelfde architect gaat nu consumentgericht bouwen. Hoe moet dat in vredesnaam?

Een architect die aan woningbouw doet, stelt zich sowieso de vraag: wie is mijn klant? Je wordt betaald door iemand die business maakt van het verkopen of verhuren van woningen. De eindgebruiker blijft over het algemeen op afstand. Tegelijkertijd komt hij dichtbij, zeker als je met bestaande bouw en zittende bewoners te maken hebt. Toch blijft het spanningsveld in de architectuur tussen de concrete wensen van de eerste gebruiker en die van een toekomstige bewoner.

Is het niet belangrijk om vooral voor de eerste bewoner te ontwerpen? Natuurlijk. Maar ook hij is gebaat bij een woning die hij ooit weer kan verkopen. En een buurt is gebaat bij consistente bewoning gedurende decennia. Een corporatie heeft continuïteit in bewoning nodig. Je zou dus kunnen denken dat een architect om die reden juist bewust ‘over de huidige bewoner heen’ moet ontwerpen. Maar dan gooi je het kind met het badwater weg.

Een bewoner die ergens woont, doet dat met een bepaalde reden en achtergrond. Hij heeft zijn keuze om ergens te wonen ooit gebaseerd op iets dat hij aantrekkelijk vond, al was het maar omdat hij op die plek betaalbaar aan een woning kon komen. Ook dat is een motivatie. Als je in staat bent om iets aantrekkelijks te maken voor de huidige bewoner, kun je veronderstellen dat de volgende bewoner ook gemotiveerd kan kiezen. En als je dat goed doet, werk je aan het zelf selecterende vermogen van buurten. Voor toekomstbestendigheid niets beters dan dat. Luisteren naar de wensen van de huidige bewoner is dus de basis voor een oplossing die ook bij de toekomstige bewoner aansluit.

Vindt u dit te makkelijk gezegd? Is het ook. Want de grote vraag is natuurlijk: hóe kun je naar de wensen van de bewoner luisteren? En vooral: hoe moet een architect dat doen, die vooral getraind is om te zenden? De gemiddelde architect is een redelijk slechte ‘bewonersbegeleider’. Het draait toch altijd op hetzelfde uit: vragen stellen aan mensen, suggereren dat je ‘hun input nodig hebt als uitgangspunt om iets moois te maken’, en uiteindelijk gewoon een ontwerp maken en dat tegen alle weerstand in vasthouden. Het onderscheidende vermogen zit hem ergens anders in.

Een goede architect kan wat niemand anders kan: iets laten leven dat er nog niet is. Verbeelden en verleiden. Een maquette is een toekomstperspectief. Dit is de kern waar elke producent in de consumentenmarkt naar op zoek is om te kunnen verkopen. Als je als architect nou gewoon loslaat dat je mensen een-op-een moet bedienen. Als je in staat bent om analytisch naar een wijk te kijken. Als je in staat bent om oplossingen te bedenken die niet letterlijk een vraag beantwoorden, maar een latente vraag kunnen bedienen. Als de architect nou hetzelfde zou doen als wat de hele branche aan consumentenproducten altijd al deed. Dan voorspel ik dat de consument als vanzelf centraal komt te staan in het werk van een architect. En de architect vindt een nieuw perspectief. Hij was bouwmeester, werd autonoom kunstenaar, is nu adviseur in een integraal proces, en wordt de ontwerper van een homogene groep die producten ontwikkelt.

Architect-partner van KAW architecten en adviseurs

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren