In elk nummer van Puur Bouwen aandacht voor een integraal onderwerp. Voor de praktische vertaling van het onderwerp wordt deze door duurzaam-bouwendetails ondersteund. Dit keer over waterdichte aansluitingen tussen daken en het opgaand werk.
W A T E R D I C H T E A A N S L U I T I N G E N
Het Bouwbesluit stelt dat de uitwendige schei-
dingsconstructie van een verblijfsgebied, toilet- en
badruimte waterdicht moet zijn (afdeling 3.6). Dit
geldt niet alleen voor nieuwbouw, maar ook voor
de bestaande bouw. Vanuit het Bouwbesluit wordt
voor de bepaling van de waterdichtheid de NEN
2778 aangestuurd. In NEN 2778 staat wat water-
dichtheid betekent: namelijk het vermogen van
een constructie om te verhinderen dat water door
een grenslaag heendringt.
WATERDICHTHEID
Om na te gaan of een constructie waterdicht is,
dient (bij regen- en windbelasting) te worden be-
oordeeld of er a. geen water zichtbaar is (het mag
niet lekken) en b. het hygroscopisch evenwichts-
vochtgehalte niet wordt overschreden (bij een re-
latieve vochtigheid van 95%). Dit laatste betekent
dat er in het materiaal niet meer vocht aanwezig
is, dan je op grond van dat materiaal en de bin-
nenvochtigheid mag verwachten. Overschrijding
van deze waarde duidt meestal op doorslaand of
optrekkend vocht.
Materialen die als waterdichte laag kunnen wor-
den toegepast, zijn lood, EPDM-folie (al dan niet
versterkt) en moderne bitumineuze materialen.
Het Nationaal Pakket schrijft in variabele maatre-
gel S501 voor dat bij voorkeur materialen met een
gesloten kringloop worden toegepast.
Boven een waterdichte laag moeten open stoot-
voegen voor de waterafvoer worden aangebracht.
Breng deze open stootvoegen aan op een hart-op-
hart-afstand van 1,0 m. Voorkom dat de open
stootvoegen dichtgevoegd worden. Het later
openmaken van de open stootvoegen is lastig en
leidt regelmatig tot grote schades.
AANSLUITING
In de aansluiting van het platte dak met opgaand
werk moet de waterdichte laag minimaal 180 mm
worden opgezet. Dit komt ongeveer overeen met
drie lagen metselwerk. Voorkom doorzakken van
de waterdichte laag, door deze te ondersteunen
met bijvoorbeeld een hard isolatiemateriaal. De
waterdichte laag moet afwaterend naar buiten toe
worden aangebracht (afschot 10?). In de SBR-re-
ferentiedetails zijn al deze aandachtspunten ver-
werkt.
Onderlinge verbindingen kunnen waterdicht ge-
maakt worden door felsen, afplakken, aanbran-
den op een onbrandbaar materiaal of toepassen
van een lapnaad. Pas, om scheurvorming te voor-
komen, bij het gebruik van lood geen stukken toe
van langer dan 1.500 mm. Wanneer grind als bal-
last op het platte dak wordt gebruikt, moet de wa-
terdichte laag hiervan worden vrijgehouden. De
overlap tussen de waterdichte dakbedekking en de
waterdichte laag moet tenminste 75 mm zijn (zie
foto). In het detail is onder de waterdichte laag
cellenbeton geplaatst, om koudebruggen en daar-
mee extra warmteverliezen te voorkomen. ????s
In elk nummer van Puur
Bouwen aandacht voor een
integraal onderwerp. Voor
de praktische vertaling van
het onderwerp wordt deze
door duurzaam-bouwen-
details ondersteund. Dit keer
over waterdichte aanslui-
tingen tussen daken en het
opgaand werk.
Peter Smits & Harry Nieman
DUURZAAMBOUWENINDETAIL
O KTO B E R 2005 1
SBR-Referentiedetail Woningbouw 451.1.0.01:
Vloer in werk gestort, gietbouw met gemetseld buitenspouwblad.
Waterdichte laag.
Reacties