Ter gelegenheid van het 10-jarig jubileum van dit blad schoven negen redacteuren uit heden en verleden aan tafel voor een discussie. Heeft het thema duurzaamheid in de bouw nog steeds toekomst? En zo ja, hoe?
2 O KTO B E R 2005
komt te staan. Noem het `kwalitatief bouwen'. En er lig-
gen opnieuw duidelijk kansen voor duurzaam bouwen.
Dit keer kan met consumentgerichte thema's als comfort
en gezondheid een doorbraak worden bereikt."
Generaties
De stedebouwkundige Smolders zet de toon voor de dis-
cussie die, ge?nspireerd op het essay `Spannende jaren' van
Michel Robles (zie vorige artikel), plaatsvindt op een
zwoele zomeravond in een fraaie binnentuin in het hartje
van Delft. Daar ontmoeten verschillende generaties redac-
tieleden van het tijdschrift Duurzaam Bouwen, thans
Puur Bouwen, elkaar.
In de naamsverandering van het blad ligt eigenlijk al de
door Smolders aangeduide koerswijziging opgesloten. Wil
duurzaam bouwen een verdere vlucht nemen, dan moet
minder dan voorheen de nadruk liggen op het op missio-
narisachtige toon gepredikte milieuevangelie. Het moet nu
kwalitatief hoogwaardig zijn (zonder economie en tech-
niek te veronachtzamen) en op de consument zijn gericht.
De bonte verzameling redacteuren legt hieromtrent een
grote consensus aan de dag. Ze zeggen dat het geen pas
geeft om kommer en kwel te klagen vanwege een terug-
tredende overheid, noch hete tranen te schreien omdat het
thema `milieu' uit zou zijn, laat staan vruchteloos te wach-
ten tot de politiek het thema ongetwijfeld weer een keer
herontdekt. Jammer is het misschien wel dat economische
recessie, terreurdreiging en ander modern leed de nobele
zaak van milieu en duurzaam bouwen niet wat meer wind
in de zeilen geeft. De wat luwe periode biedt echter ook
gelegenheid om de eigen spieren te stalen, krachten te
bundelen en nieuwe allianties aan te gaan.
In elk geval is de aandacht voor kwaliteit en de consument
logisch, want misschien is de bewoner te lange tijd ver-
waarloosd ? iets wat overigens ook met veel momenteel
wel actuele politieke thema's als onveiligheid en onbeha-
"Het is nog maar enkele tientallen jaren geleden dat de
mens zijn woning op effici?nte wijze bouwde met louter
materialen die in zijn directe omgeving verkrijgbaar wa-
ren", zegt Bert Smolders. "Je zou dat `economisch bou-
wen' kunnen noemen. Twintig jaar geleden introduceer-
den vooral de producenten talrijke innovaties, zoals slim-
me isolatietechnieken en driedubbelglas, die een belangrij-
ke impuls gaven aan duurzaamheid. Dat noem ik `tech-
nisch bouwen'. Beide perioden hadden een sterke duur-
zaamheidscomponent. Ik denk dat we nu aan het begin
staan van een tijdperk waarin de consument centraal
Ren? Didde
D e t o e k o m s t v a n d u u r z a a m b o u w e n
Ter gelegenheid van het 10-jarig jubileum
van dit blad schoven negen redacteuren uit
heden en verleden aan tafel voor een
discussie. Heeft het thema duurzaamheid in
de bouw nog steeds toekomst? En zo ja, hoe?
10jaar
Talpa bellen?
Foto:JoostBrouwers,Rotterdam
Foto:JoostBrouwers,Rotterdam
O KTO B E R 2005 3
"Maar de overheid moet wel doelen stellen. Het feit dat er
bijvoorbeeld in Rotterdam een warmtenet van de grond
komt waarbij restwarmte van industri?le bedrijven voor
energievoorziening in woningen voorziet, is het gevolg dat
de overheid verordonneert dat er milieuprestaties worden
geleverd. En de bedrijven kunnen er bovendien ook eco-
nomisch een klapper mee maken." Volgens Koning moe-
ten we niet doorschieten om duurzaam bouwen als `lekker
en leuk' te verpakken, maar daarnaast ook regels stellen.
"Overigens spraken wij in 1991 in Dordrecht al over een
`goede woning' in plaats van over een dubo-woning."
gen is gebeurd. Kwaliteit in het wonen wordt door de aan-
wezige redactieleden gezien als een extra laag, ja, `een ver-
rijking' van het arsenaal aan mogelijkheden die tot nog
toe vooral uit technische maatregelen en milieuregels be-
stonden.
Consument
"Er is een hoger niveau van duurzaam bouwen bereikt,"
betoogt Claudia Bouwens, "dat hebben we met zijn allen
binnengehaald. Nu komt het erop aan om de consument
meer keuzemogelijkheden te geven, en ook vanuit de be-
leidskanten meer te doen aan procesengineering op het ni-
veau van straat en wijk. Want de meest duurzame consu-
ment is namelijk degene die tevreden gedurende lange tijd
in het duurzame huis blijft wonen en ook betrokkenheid
toont voorbij de voordeur van de woning."
Bouwens' opmerking brengt de discussie naar de noodza-
kelijke herstructurering van de bestaande woningvoor-
raad. Zoals bekend zijn de bestaande woningen een mer a
boire als het gaat om milieuverbetering. Niet zelden zijn ?
zoals dat politiek correct zo mooi heet ? probleemwijken,
of althans stadsdelen die zich in een neerwaartse spiraal
bevinden, bij uitstek gebieden waar bewoners zich ergeren
aan elkaar en zich onveilig voelen.
Een belangrijke vraag daarbij is echter welke partijen nu
de kwaliteit en aandacht voor de woonconsument in sa-
menhang gaan brengen met de processen op straat- en
wijkniveau. Ondanks het feit dat de overheid zich lijkt te-
rug te trekken en meer dan ooit het primaat van de vrije
markt geldt, merken veel redactieleden op dat de overheid
toch de meest ge?igende partij is om dit complexe vraag-
stuk integraal op te pakken. Duurzaam bouwen in de con-
text van straat en wijk is immers een maatschappelijke
thema en lift dan vanzelfsprekend mee.
En er liggen meer taken. "Terecht moeten we meer uit-
gaan van wat de mensen willen", zegt Erica Koning.
? d e d i s c u s s i e
De redactie discussieert
Puur Bouwen, voorheen Duurzaam Bouwen, bestaat 10 jaar. Gedurende al die tijd
was Anke van Hal (de eerste jaren samen met Ronald Rovers) hoofdredacteur.
Anne Marij Postel verzorgt sinds acht jaar de bureau- en eindredactie. Zij omring-
den zich met een keur aan redactieleden waarvan een aantal kans zag deel te
nemen aan de jubileumdiscussie over de toekomst van duurzaam bouwen.
? Eric Paardekooper Overman: sinds 1996 redacteur, toen architect bij Atelier
PRO, nu bij OIII architecten. Verzorgt de buitenlandrubriek "Architectuur uit..."
? Claudia Bouwens: redacteur van 1996 tot eind 1997, destijds werkzaam bij ad-
viesbureau BOOM, nu projectleider bij SEV Realisatie. Maakte (ook later nog
als vaste medewerker) samen met Ger de Vries projectbeschrijvingen.
? Erica Koning: redacteur van 1996 tot 2003, toen werkzaam bij W/E Adviseurs,
nu bij het ingenieursbureau van de gemeente Rotterdam. Verzorgde de beeld-
redactie en schreef recensies.
? Ingeborg Absil: redacteur van 2003 tot 2004, toen co?rdinator duurzaam bou-
wen gemeente Rotterdam, nu hoofd ruimtelijke ordening dienst stedenbouw
Rotterdam.
? Anneklaar Wijnants: redacteur van 1998 tot 2004, destijds adviseur bij BOOM,
nu projectleider stedelijke waterbeheer bij adviesbureau Syncera Water.
? Bert Smolders: redacteur sinds 2001, stedenbouwkundige bij Arcadis.
? Eveline Boels, redacteur sinds 2004, werkzaam bij woningcorporatie Woonbron.
Foto:JoostBrouwers,Rotterdam
Foto:JoostBrouwers,Rotterdam
10jaar
4 O KTO B E R 2005
binnenhalen. In de Verenigde Staten daarentegen zijn
duurzame bouwmaterialen beter verkrijgbaar, via groene
bouwmarkten of per internet.
"Interessant is dan: waarom lukt dat daar wel en hier nog
steeds niet?" stelt Anne Marij Postel. De grote schaal in de
VS maakt een en ander wellicht economisch meer rendabel
en er is misschien een betere marktwerking, waardoor
bouwmarkten zich met groene producten kunnen profile-
ren. In de EU van vandaag de dag zou een dergelijke schaal-
vergroting ook een verdere penetratie en daling van de prij-
zen van duurzame materialen kunnen bewerkstelligen.
Want vaststaat dat ook het bedrijfsleven nog veel meer kan
doen. De redactieleden verlangen zowel hightech-tools, zo-
als een metertje in huis dat met een rood lampje aangeeft
dat het niet pluis is met de kwaliteit van de binnenlucht, als
low tech-oplossingen die inspelen op de moderne retro-
trend. Iedereen is het erover eens dat er behalve voor pro-
ducenten ook voor de projectontwikkelaars een uitdaging
ligt om zich met duurzaam bouwen te onderscheiden voor
de consument. Zeker in een tijd waarin er iets meer ont-
spanning op de woningmarkt lijkt te ontstaan.
En daarbij gaat het echt niet alleen om dure, exclusieve
woningen, aldus de redacteuren. De Hollandse consument
is prijsbewust, dus een slimme projectontwikkelaar kan
door prefab houtskeletbouw en schaalvergroting ook
goedkope duurzame huizen leveren. Er zijn talloze voor-
beelden in het nabije buitenland te vinden.
Streetmiles
Ook de veelbesproken bouwfraude biedt aanknopings-
punten voor bouwpartijen en aannemers om hun ge-
schonden imago op te poetsen met onder meer duurzaam
gebouwde woningen. Voor een meer milieuvriendelijke in-
richting van de openbare ruimte kan eveneens meer sa-
menwerking worden gezocht, bijvoorbeeld met bedrijven
die daar met hun vestigingen ter plaatse profijt van heb-
ben ."Waarom gaan we geen Streetmiles sparen in plaats
van Airmiles", oppert Anneklaar Wijnants.
Wat voor projectontwikkelaars en producenten geldt,
geldt ook voor energiebedrijven. Duurzame energie zou
Opleidingen
Een specifiek onderdeel dat op de lange termijn duurzaam
bouwen kan bevorderen, is de aandacht ervoor genereren
in de opleidingen bouwkunde, stedenbouw en architec-
tuur. "Het is momenteel heel mager wat de jonge ontwer-
pers en stedebouwers die bij de gemeente Rotterdam ko-
men werken hierover hebben meegekregen tijdens hun
studie", merkt Ingeborg Absil op. "Het is wel een cruciaal
gemis, want het is deze jonge generatie die bepaalt wat er
straks gebouwd gaat worden. Er zou veel meer aan duur-
zaam bouwen moeten worden gedaan tijdens de oplei-
ding."
De rol van de overheid in het nieuwe duurzaam bouwen
roept bij veel redactieleden reactie op. Er is enerzijds veel
vastgelegd in lijstjes, zodat er wel degelijk een basiskwali-
teit op duurzaam bouwen wordt gegarandeerd ? zoals het
bouwen in grotere maten en levensduurverlengend ont-
werpen. Anderzijds, menen velen, moet de overheid voor-
al doelen stellen, maar tegelijkertijd minder regels en lijst-
jes opstellen. Want die regels werken verstikkend, vindt
ook Eveline Boels.
"Het zicht op het einddoel van duurzaam bouwen is ver-
loren gegaan in een wirwar van middelen. We zien dat in
Rotterdam, waar bijvoorbeeld in Heijplaat conform het
rijksbeleid een substantieel deel van duurzame woningen
naar eigen inzicht op vrije kavels wordt nagestreefd. Dat
blijkt een moeilijke opgave. De verhouding tussen be-
bouwd en onbebouwd oppervlak ligt vast, de regels voor
het stratenpatroon zijn star, en het duurt ?berhaupt jaren
voordat de grond beschikbaar is, omdat alles vijf jaar te-
voren al in bestemmingsplannen is dichtgetimmerd", con-
stateert Boels.
Doorzettingvermogen
Het probleem van de beperkte praktische mogelijkheden
speelt ook op een ander schaalniveau. Wie zijn huis duur-
zaam wil verbouwen, moet over een flink doorzettings-
vermogen beschikken. FSC-hout is bijvoorbeeld vaak niet
beschikbaar, en je moest van goede huize komen wil je de
? inmiddels afgeschafte ? subsidie voor een zonneboiler
Foto:JoostBrouwers,Rotterdam
Foto:JoostBrouwers,Rotterdam
O KTO B E R 2005 5
drank, best bereid zijn diep in de buidel tasten. "Niettemin
zijn Duitsland en de Scandinavische landen meer koploper
op het gebied van duurzaam bouwen dan wij in Neder-
land", constateert Eric Paardekooper Overman. "Dat
komt niet alleen door de invloed van de individuele consu-
ment. Ook de overheid let hier meer en meer op de prijs in
plaats van de kwaliteit. Zo kan het gebeuren dat er ener-
zijds schande van wordt gesproken dat de lucht in gevan-
genissen schoner is dan op een doorsnee basisschool. Maar
als ik dan een duurzame school wil bouwen met een bete-
re kwaliteit binnenlucht dan stuit ik toch al snel op een ge-
meente die geen oog heeft voor deze kwaliteit."
Communiceren
Kortom, de rijksoverheid moet dus meer doelen stellen en
minder regels, alle overheden moeten zich actiever opstel-
len, in het onderwijs moet meer aandacht voor duurzaam
bouwen komen, het bedrijfsleven moet de commerci?le
mogelijkheden voor duurzaam bouwen beter benutten, en
energiebedrijven moeten hun verantwoordelijkheid ne-
men.
Maar bovenal, betoogt ten slotte Anke van Hal, moeten
alle partijen beter met elkaar communiceren. "Er is veel
meer samenwerking mogelijk tussen de bedrijven die
duurzame producten leveren. Ook het grote publiek kan
slimmer worden benaderd. Bijvoorbeeld door mooie
duurzame gebouwen te maken en daar de aandacht op te
vestigen. Duurzaam bouwen moet meer in de VT wonen
en de Margriet en Libelle. Ik schreef ??n keer een artikel in
een glossy consumententijdschrift en had meteen het En-
deMol-programma TV-makelaar aan de lijn. Mensen zijn
echt wel ge?nteresseerd maar kennen het gewoon niet."
Waarop Eveline Boels zegt: "Laten we Talpa bellen en een
duurzaam Big Brotherhuis bepleiten!" ??????????????s
op een aantrekkelijker manier kunnen worden gepresen-
teerd, meent Wijnants. "De huidige campagnes voor
duurzame energie hebben nog teveel een Postbus 51-ka-
rakter. Duurzame energie moet een imago krijgen van ver-
nieuwend, spannend, stoer, leuk om te hebben. Dat zou-
den energiebedrijven moeten propageren en in dit opzicht
verwacht ik ook veel meer van bedrijven als Shell. De stij-
gende olieprijs biedt daarbij kansen om meer duurzame
energiebronnen aan te boren. Moet kunnen, want energie
blijft een thema dat de consument direct raakt, namelijk
in zijn portemonnee."
Want je kunt de consument wel meer willen benaderen, het
extreme prijsbewustzijn van de Nederlander kan wellicht
een bottleneck zijn. `Ons ben zuunig'. Al blijkt uit onder-
zoek dat mensen voor het huis, anders dan voor voedsel of
Foto:JoostBrouwers,RotterdamFoto:JoostBrouwers,Rotterdam
Foto:JoostBrouwers,Rotterdam
Reacties