In Industrie en ontwerper kijken we naar verrassende samenwerkingsvormen in de bouw. Een bijdrage van Jeroen van Nieuwenhuizen: In de afgelopen decennia zijn het bouwproces en de context waarbinnen gebouwen gerealiseerd worden uitgehold. Partijen hebben zich gefocust op het realiseren van gebouwen, en het financieel optimaliseren van de bestaande bouwmethoden. Bij menig bouwproces komen partijen met elkaar in conflict, omdat de hoge eisen, lage budgetten en verschillende ambities van de betrokken partijen niet op elkaar aansluiten. Kan het ook anders?
Om in een nieuwe eeuw een stap voorwaarts te maken is het noodzakelijk
dat bouwprocessen, en het ontwerpproces in het bijzonder, meer ge?nte-
greerd gaan plaatsvinden. Daarbij moet het gebruik van het gebouw meer
centraal staan, en de rol van verschillende partijen moet veranderen.
Bij een ge?ntegreerd bouwproces worden in een zo vroeg mogelijk stadium
alle benodigde disciplines actief bij het ontwerpproces betrokken. Het tra-
ditionele proces met een haalbaarheidsfase, ontwerpfase, aanbestedings-
fase en uitvoeringsfase wordt aangevuld met de gebruiksfase. Daardoor
zullen partijen meer dezelfde belangen hebben en wordt de samenwerking
bevorderd. De architect zou niet langer de rol van bouwheer, pragmatisch
vormgever of esthetisch adviseur moeten vervullen, maar die van regisseur
met een uitgebreide kennis van het maken van ruimte. Kan de esthetica
van een gebouw nog langer leidend zijn in het ontwerpproces?
Anderzijds moeten andere partijen, zoals installateurs, aannemers en con-
30Realistische en fantasie-
volle architectuur
Industrie en ontwerper
Industrie en ontwerper
Realistische en fantasievolle architectuur
In Industrie en ontwerper kijken we naar verrassende samen-
werkingsvormen in de bouw. Een bijdrage van Jeroen van Nieuwen-
huizen: In de afgelopen decennia zijn het bouwproces en de context
waarbinnen gebouwen gerealiseerd worden uitgehold. Partijen
hebben zich gefocust op het realiseren van gebouwen, en het
financieel optimaliseren van de bestaande bouwmethoden. Bij
menig bouwproces komen partijen met elkaar in conflict, omdat de
hoge eisen, lage budgetten en verschillende ambities van de
betrokken partijen niet op elkaar aansluiten. Kan het ook anders?
Atrium bij schemering.
HANSVANHEESWIJKARCHITECTEN
structeurs, zich meer bewust worden van de uiterlijke kenmerken van keu-
zes in het ontwerpproces. Projectmanagers en aannemers moeten hun fo-
cus op financi?le haalbaarheid vervangen door de toetsing van het plan op
betaalbare kwaliteit in de gebruiksfase.
In tegenstelling tot initiatiefase gerichte ontwerpen streven gebruiksfase
gerichte ontwerpen geen eindbeeld na. Dit betekent niet dat een dergelijk
gebouw geen sterk beeld kan oproepen. Meestal heeft een gebouw dat
ontworpen is voor de gebruiksfase een robuuste structuur en een logische
routing.
Beheer en gebruik
De haalbaarheid van een project, en de gebouwstructuur, moeten vooral
op het beheer en gebruik zijn gebaseerd, waardoor het gebouw wellicht in
de initiatiefase meer kost, maar overall juist goedkoper zal zijn. De robuus-
te structuur heeft een (deels) aanpasbare constructieve, installatietechni-
sche en bouwkundige hoofdstructuur. Daardoor kan het gebouw verande-
ringen in het programma of in het gebruik moeiteloos in zich opnemen en
is het eenvoudig te beheren door de ontwikkelaar. Gebruiksfase gerichte
ontwerpen bieden door hun robuuste structuur ruimte voor veranderingen
en meer vrijheid voor de esthetica. Daardoor ontstaat ruimte voor een meer
fantasievolle architectuur.
De rol van de overheid en van de ontwikkelaar moet veranderen, hoewel er
op dit moment een aantal koplopers in ontwikkelingsland zijn te duiden. De
overheid moet het beheer van gebouwen door ontwikkelaars, in Amerika
heel gebruikelijk, afdwingen. Het ontwerp van een gebouw zal meer realis-
tisch worden als de gebruiksfase maatgevend is en de ontwikkelaar het
gebouw moet beheren en onderhouden. Op dit onderwerp lijkt in Neder-
land nog een taboe te rusten, hetgeen verbazing wekt omdat de gebruiks-
fase veruit de meest omvangrijke en belangrijkste fase is van een gebouw.
Om te komen tot een andere manier van bouwen zijn slimme bouwmetho-
den of nieuwe producten noodzakelijk. Voorbeelden zijn Industri?le Flexi-
bele en Demontabele bouwmethoden, nieuwe en lichtere vloersystemen of
staalframebouw systemen. Zou het gewicht per vierkante meter gebouw-
oppervlak niet eens onder de loep genomen moeten worden?
Productontwikkeling is in de bouw zeer beperkt in omvang en meestal is er
sprake van projectgebonden productontwikkeling. De belangrijkste weer-
stand voor productontwikkeling bestaat uit allerlei vormen van angst.
Belangrijke angstverlagende factoren zijn een duidelijke visie bij de op-
drachtgever, pioniers- en ondernemersgeest bij de ontwikkelende partijen,
een hoog kennisniveau van de betrokkenen en een organisatie of omge-
ving die initiatieven stimuleert. Een goede samenwerking binnen een ge?n-
tegreerd bouwproces kan dan een goede basis vormen voor succes.
Ge?ntegreerd ontwerpproces
Het Cultureel Educatief Centrum Ganzenhoef is een combinatiegebouw
waar een Regionaal Opleiding Centrum is gehuisvest samen met een res-
taurant, een vergadercentrum, een sportschool en verschillende culturele,
maatschappelijke en stadsdeelorganisaties. De overkapping van het atrium
van het CEC te Amsterdam, naar ontwerp van Hans van Heeswijk architec-
ten, is als lichtdoorlatende huid uitgevoerd. Het atrium is als semi-openbaar
overdekt plein een belangrijke schakel in de routing van het gebouw.
Of dit atriumdak een voorbeeld is van een ge?ntegreerd ontwerpproces, is de
vraag, maar de gebruiksfase is wel in het proces betrokken. Er kunnen naast
de dagelijkse functies ook manifestaties en tentoonstellingen plaatsvinden,
waardoor het gebouw robuuster wordt en de levensduur wordt verlengd.
Doordat de overkapping is uitgevoerd als een luchtkussendak van ETFE-
folie is zowel het gewicht van de huid, als die van de staalconstructie veel
lager dan het geval zou zijn bij een glazen overkapping. Omdat ETFE-folie
ongeveer 95% daglicht doorlaat is de zoninstraling getemperd door middel
van een bolletjesprint. Deze print is in de dagsituatie vrijwel onzichtbaar ter-
wijl in de avondsituatie het dak prachtig oplicht door de in de constructie
opgenomen verlichting. De milieuvriendelijkheid van het gebouw neemt toe
doordat de aan het atrium grenzende gevels minder energie verliezen in de
wintersituatie en de gebruikers prettige werkplekken bieden.
De realisatie van het luchtkussendak is vooral te danken aan een soort `de-
sign en build' constructie. Een samenwerking tussen de architect, de leve-
rancier van het dak, Skyspan, en de constructeur, van der Lune & Rienksma.
De constructeur moest niet alleen samen met de architect en de leverancier
het dak ontwerpen, maar had ook budgetverantwoordelijkheid voor dit on-
derdeel van het gebouw. De overkapping is ongeveer 50% goedkoper dan
een oplossing met glas, en biedt de gebruikers dezelfde flexibele ruimte.
De oplossing met folie levert een betere akoestiek op dan met glas, door-
dat het geluid minder wordt weerkaatst. Het dak zal bij brand geen risico
vormen op het gebied van vallende gebouwonderdelen. Door het gebruik
van de ETFE-folie kon een prachtige slanke staalconstructie ontworpen
worden, de maatgevende belasting was immers de mogelijkheid tot op-
waaien van het dak. Het is een realistische oplossing, met een fantasievol
beeld, waarbij het gebruik centraal staat.
Voor de ge?nteresseerde lezer zijn de volgende bronnen interessant:
Website Hans van Heeswijk architecten, www.heeswijk.nl.
Bouwwereld nr. 20, 18 november 2002, artikel door Carla Debets, Lucht-
kussens voor een licht atrium.
Website gemeente Amsterdam, Dienst Ruimtelijke Ordening, www.dro.
amsterdam.nl, projectenbank.
Industrie en ontwerper
Jeroen van Nieuwenhuizen
Jeroen van Nieuwenhuizen is architect en heeft een eigen bureau,
MoveYou, Architectuur en onderzoek, in Den Haag.
Detailfoto atriumdak.
HANSVANHEESWIJKARCHITECTEN
Reacties