Minister Blok ziet ‘mooie en creatieve kansen’ voor herbestemming van de 500 rijkskantoorpanden, -kazernes en -gevangenisgebouwen. Hij spoort marktpartijen dan ook aan om meer initiatief te nemen. Het optimisme van een verkoopmakelaar heeft de minister zich snel eigen gemaakt, maar dat betekent nog niet dat het Rijk verstand heeft van de markt. Door 3,5 miljoen m² rijksvastgoed toe te voegen aan de reeds 9 miljoen ongebruikte m², ontstaat er een probleem dat niet met een commercieel praatje wordt opgelost.
de toekomstige stad staat er al8 nr 1 2015
de toekomstige stad
staat er al
Minister Blok ziet `mooie en
creatieve kansen' voor herbe-
stemming van de 500 rijks-
kantoorpanden, -kazernes en
-gevangenisgebouwen. Hij
spoort marktpartijen dan ook
aan om meer initiatief te
nemen. Het optimisme van
een verkoopmakelaar heeft
de minister zich snel eigen
gemaakt, maar dat betekent
nog niet dat het Rijk verstand
heeft van de markt. Door
3,5 miljoen m2
rijksvastgoed
toe te voegen aan de reeds
9 miljoen ongebruikte m2
,
ontstaat er een probleem dat
niet met een commercieel
praatje wordt opgelost.
tekst paul diederen, diederendirrix
architecten en theo hauben, hau
Het probleem van de leegstand wordt bemoeilijkt door de crisis in de hele
bouwketen. De keten is vooral ingericht op grote nieuwbouwprojecten in
lege weilanden. Gemeenten verdienden goed geld aan de verkoop van
grond. Investeerders en ontwikkelaars behaalden mooie rendementen
met makkelijke nieuwbouw. Aannemers boekten door een zeer effici?nte
manier van bouwen hoge winsten met nieuwbouw. En architecten moch-
ten op een maagdelijk stuk grond keer op keer een mooi kunstje doen.
Renovatie, herbestemming en gebouwtransformatie zijn tot nog toe
marginale onderdelen geweest van de bouw. Dat is niet zo vreemd,
omdat tot in het eerste decennium van deze eeuw steden de taak
hadden om de groeiende bevolking te huisvesten. De bevolking in grote
steden groeit nog steeds. Echter groeit het aantal ongebruikte vier-
kante meters in steden veel harder. De uitdaging van Rijk en gemeen-
ten is nu het opvullen van de leegstand in de bestaande stad.
De recessie en de leegstandproblematiek zijn evenwel niet op te lossen
met de denkwijze die de problemen heeft veroorzaakt. Bestaande
gebouwen transformeren vraagt om een andere aanpak. De noodzake-
lijke vernieuwing in de bouwsector en het oplossen van de enorme
leegstand gaan juist goed samen.
STOP MET ONVERANTWOORDE NIEUWBOUW
Voor deze vernieuwing moet het Rijk zijn bestaande economische topsec-
torenbeleid loslaten en zich enkel richten op de stad. Toekomstige
welvaart zal grotendeels daar worden gecre?erd. Kenniseconomie, crea-
tieve industrie en nieuwe maakindustrie hebben geen nieuwe, grote,
monofunctionele gebouwcomplexen nodig, maar slimme duurzame gebou-
wen waar wonen, werken, studeren en recre?ren soepel samengaan. Het
hergebruiken van gebouwen uit het industri?le verleden is een goed begin.
Gemeenten moeten ophouden nieuwe grond uit te geven aan de
rand van de stad en onverantwoorde nieuwbouw toe te staan. Met
de huidige leegstand is dit onnozel; het frustreert aanpassingen van
het bestaande vastgoed en de stedelijkheid wordt er niet beter van.
Het is bovendien geen proactieve en duurzame manier van werken.
Een verdienmodel dat is gebaseerd op transformatie en niet op
nieuwbouw, dient door gemeenten en marktpartijen te worden
ontwikkeld.
Transformatie door reorganisatie is toegepast op
Philips-gebouw Anton op Strijp-S in Eindhoven
arthurbagen
de toekomstige stad staat er al nr 1 2015 9
DE KRACHT VAN VROEGER VOOR LATER
Uitgangspunten bij hergebruik van een gebouw, zijn dat het beoogde
programma aansluit bij de stedelijke of regionale ontwikkeling, het past
in het bestaande gebouw en het waarde toevoegt aan de directe leef-
omgeving. Hergebruik om uitsluitend de architectonische kwaliteiten of
de bijzondere geschiedenis, is kwetsbaar. Leegstaande gebouwen die
niet in de stad staan of niet goed zijn aangesloten op de stedelijke voor-
zieningen, zijn rijp voor sloop.
De economische, maatschappelijke en ruimtelijke condities van het
bestaande leiden, in combinatie met het nieuwe programma, altijd tot
unieke opgaven. Standaardoplossingen zijn bij transformatieopgaven
nooit aan de orde. Toch zijn er grofweg drie vormen van transformatie
te onderscheiden: 1) toevoeging, 2) reorganisatie en 3) metamorfose.
Respectievelijk tasten ze in hogere mate het bestaande object aan.
Vaak komen ze in combinatie voor.
1. TOEVOEGING
Allereerst kunnen door een aanbouw extra verdiepingen, een verbin-
dingsstuk of het integreren van een ander volume, bestaande ruimten
worden vergroot, gepenetreerd of geherpositioneerd. Terwijl het oude
gebouw deels intact blijft, wordt het door een toevoeging geschikt
gemaakt voor het nieuwe programma en krijgt het voorkomen een
nieuw kader. Bij een dergelijke ingreep zijn de verschillende tijdlagen
vaak duidelijk afleesbaar. Tegelijkertijd geldt dat een toevoeging pas
succesvol is als het bestaande een vanzelfsprekend geheel vormt met
het nieuwe. Vaak zijn hierbij de karakteristieken van de oudbouw
leidend voor de architectuur van de toevoeging.
De voormalige Constant Rebecque Kazerne in Eindhoven is daarvan een
goed voorbeeld. De kazerne van architect kapitein der genie A.G.M.
Boost en omliggend terrein zijn herbestemd tot onderwijscampus voor
de Internationale School Eindhoven1
). Het ontwerp omvat de renovatie
van een aantal monumentale gebouwen uit 1938 en nieuwbouw van een
serie panden op het terrein. De bestaande en nieuwe bouwvolumes zijn
door een strategisch gepositioneerd souterrain met elkaar verbonden.
Het complex is hierdoor ??n logistiek geheel, terwijl de school op maai-
veld uit verschillende volumes bestaat. Dit project is uitgebreid beschre-
ven in het artikel `Oude kazerne (1938) is als herboren', Renda 2014/2.
2. REORGANISATIE
Een tweede manier is reorganisatie: de prominente schil wordt zo veel
mogelijk intact gelaten vanwege haar historische waarde, terwijl het interi-
eur wordt aangepast ten behoeve van de nieuwe functie. Soms gebeurt dit
radicaal, maar ook kleine ingrepen kunnen een groot effect hebben. Deze
manier van transformeren is ook toegepast bij gebouw Anton2
) op Strijp-S
in Eindhoven. Het bestaande, representatieve voorkomen ? dat herinnert
aan de grootschalige productie door Philips ? is niet uitgewist en tegelijker-
tijd is de ruimtelijke potentie als plek voor ontmoeting geopenbaard.
Gebouw Anton is een van de oude Philips-fabrieken die de status van
rijksmonument hebben gekregen. Momenteel wordt dit voormalige indus-
triegebied getransformeerd tot een levendige woonwijk. Ooit werden er
radio's van Philips geproduceerd in het voormalige SBP-gebouw uit
1929, nu is het een gebouw om in te wonen, werken en ontspannen. Op
de begane grond en de eerste verdieping zijn commerci?le publieke func-
ties als restaurants, bars en winkels te vinden. De tweede tot en met de
zesde verdieping zijn opgedeeld in loftunits van 50 of 80 m2
. Deze units
zijn te koppelen en te gebruiken als woon-werkruimte, waarmee op de
behoeften van de toekomstige gebruikers is ingespeeld. Op het dak is
een gemeenschappelijke tuin ingericht met een indrukwekkend uitzicht.
Programmatisch heeft het gebouw veel weg van een kleine stad. Maar
om een vorm van stedelijkheid te cre?ren, is het van belang dat er ook
ontmoetingen plaatsvinden en lokale netwerken ontstaan. Om dit moge-
lijk te maken, doorboren vijf ellipsvormige cilinders met smalle trappen de
horizontale structuur van het gebouw. Zo is naast het bestaande stelsel
Voor de Internationale School Eindhoven is een serie gebouwen toegevoegd aan de
bestaande panden uit 1938
1
) Internationale School Eindhoven, omvang 18.700 m2
, realisatie 2010-2013, opdrachtgever
gemeente Eindhoven, ontwerp diederendirrix architecten.
2
) Gebouw Anton in Eindhoven, omvang 22.500 m2
, realisatie 2009-2013, opdrachtgever
woningcorporatie Trudo, ontwerp diederendirrix architecten.
arthurbagen
de toekomstige stad staat er al10 nr 1 2015
van trappen en liften een nieuw en informeler ontsluitingssysteem ge?n-
troduceerd. Hierdoor kunnen de gebruikers zich op verschillende manie-
ren door het pand bewegen, wat de kans dat ze elkaar treffen vergroot.
Door de bestaande betonnen constructie, die een flexibele indeling van
de plattegrond mogelijk maakt, voegt het nieuwe programma zich haast
geruisloos in de voormalige radiofabriek. De toegevoegde cilinders
openbaren echter zijn potentie om te functioneren als een stukje stad in
plaats van als een monofunctioneel gebouw.
3. METAMORFOSE
De laatste vorm van transformeren is de metamorfose, een totale make-
over. Het bestaande gebouw wordt opnieuw ge?nterpreteerd naar heden-
daagse maatstaven. Dit resulteert in diepgaande architectonische ingrepen
die maken dat het object verandert van verschijning, vorm of structuur. De
ruimtelijke potentie van de robuuste draagstructuur ? (meestal) het enige
element dat in dit geval wordt behouden ? staat centraal. Deze potentie
wordt uitgebuit en uitgebreid ten behoeve van het nieuwe programma,
zodat de oudbouw een nieuw leven tegemoet gaat. Zo werd het zielto-
gende multifunctionele wijkcentrum 't Karregat3
) in Eindhoven (van archi-
tect Frank van Klingeren) een herschepping van zijn gedachtegoed.
Het concept van 't Karregat, is dat zich onder ??n dak verschillende
belangrijke voorzieningen voor de achterliggende woonwijk bevinden
zoals een basisschool, bibliotheek en supermarkt. Dankzij de stalen
parapluconstructie die het dak draagt, ontstond een open plattegrond
om de samenwerking tussen de functies te bevorderen. Helaas bleek
dit niet te werken; de functies verschilden te veel om zich in dezelfde
open ruimte te bevinden. Diverse aanpassingen maakten dat de kracht
van het ontwerp van Van Klingeren ? de oorspronkelijke dakconstructie
en de stalen paraplu's ? onzichtbaar is geworden.
De herontwikkeling van 't Karregat gaat wederom uit van deze kracht,
al is de indeling anders georganiseerd. In het nieuwe ontwerp worden
de paraplu's ingepakt met doorschijnend materiaal zodat de achterlig-
gende stalen constructie nog steeds zichtbaar is. Hierdoor kan het licht
diep in het gebouw komen en worden tegelijkertijd stofoverlast en
klimatologische problemen voorkomen. Door het realiseren van een
nieuwe (deels) transparante glazen gevel, wordt de karakteristieke
dakconstructie weer goed zichtbaar en wordt het concept van `meer-
dere functies onder ??n dak' in ere hersteld.
Middenin het gebouw komt een flexibele kern met daarin de buurtontmoe-
ting, gymzaal, evenementenhal en een nieuwe patio voor meer daglicht-
toetreding. Hier omheen worden de andere functies georganiseerd. Dit
maakt van de kern een multifunctionele zone die bijna alle gebruikers
doorkruisen. Op deze manier worden de oude idealen van ontmoeten en
samenwerken op een nieuwe manier gefaciliteerd, zodat het complex
straks wel functioneert zoals al jaren geleden de bedoeling was.
EEN NIEUWE WERKWIJZE
De voorbeelden bij de verschillende manieren van transformatie
voldoen aan de basisuitgangspunten: de nieuwe functies zijn van belang
om de Brainport regio Eindhoven verder te versterken, ze zijn goed
geschikt voor het bestaande gebouw en ze bevorderen de leefbaarheid
van de omliggende wijk. Met veel aandacht, toewijding, geduld en door
wederzijds vertrouwen van alle betrokken partijen zijn deze projecten
van de grond gekomen.
Minister Blok lijkt alleen gefocust op het behalen van de hoogste
opbrengst voor het rijksvastgoed. Echter heeft het Rijk als grootste
vastgoedeigenaar wel de taak ruimtelijke vernieuwing te stimuleren om
gebouwtransformaties mogelijk te maken. Er dient samen met overheid,
onderwijs en marktpartijen een nieuwe werkwijze te worden ontwikkeld
voor transformatie van het bestaande vastgoed, waarmee economie,
ruimtelijke ontwikkeling en de bouwsector zijn gediend. De minister
vindt herbestemming geen taak van de overheid. Dat klopt, maar het
Rijk heeft er belang bij het economische perspectief van een stad te
verbeteren. Dit leidt uiteindelijk tot meer rendement.
De Internationale School Eindhoven, gebouw Anton en 't Karregat zijn niet
ontwikkeld vanuit een dogmatisch manier van financiering, traditionele
toepassing van techniek en een strikte ontwerpmethode. Bij deze trans-
formatieopgaven werd van vastgoedeigenaren, bouwers en ontwerpers
een heel andere houding gevraagd. Niet vastgoedwaarde op korte termijn,
maar de gebruikswaarde op langere termijn was maatgevend. Niet een
bouwsysteem was het uitgangspunt, maar het bestaande gebouw
dicteerde de bouwmethode. Vorm volgt functie werd vorm zoekt functie.
Voor het nieuwe ontwerp van wijkcen-
trum 't Karregat worden de paraplu's
ingepakt met doorschijnend materiaal,
zodat de achterliggende stalen
constructie zichtbaar blijft
3
) 't Karregat in Eindhoven, omvang 7300 m2
, realisatie 2010-heden, opdrachtgever gemeente
Eindhoven, ontwerp diederendirrix architecten in samenwerking met architecten|en|en.
diederendirrixarchitecten
Reacties