Gemeenten hebben ambities. Ontwikkelaars en corporaties bóuwen. Vanaf begin jaren ’90 zoeken gemeenten naar wegen om marktpartijen te bewegen anders en meer duurzaam te bouwen. Halverwege de jaren ‘90 deed het convenant opgang. Anno 2005 zijn convenanten nog steeds in gebruik, maar zijn ook andere manieren om de relatie met marktpartijen vorm te geven in opkomst. Waarom?
2 O KTO B E R 2005
nieuwing. Vanuit de gemeente geven we kwalititeitseisen
mee bij nieuwbouwprojecten. Dan werk je met verschil-
lende maatregelenlijsten voor duurzaam bouwen, levens-
loopbestendigheid en veiligheid. Voor een ontwikkelaar is
het werken met al die lijstjes niet handig. Bovendien kun-
nen er tegenstrijdigheden in zitten. We hadden behoefte
aan een integraal instrument voor wat wij noemen `toe-
komstgericht bouwen."
Sake Kuipers, beleidsadviseur van de Milieudienst Mid-
den-Holland vult aan: "We constateerden ook dat de in-
tentieverklaring veel te ver afstond van de mensen die be-
slissingen nemen in de bouwprojecten. Vanuit dat gegeven
zoeken we nu naar een werkwijze waarin de direct be-
trokkenen ? de projectleiders van de ontwikkelaar, de ar-
chitect en de gemeente ? zich als het ware persoonlijk ver-
binden aan afspraken over kwaliteit en duurzaamheid."
De projectgroep duurzaam bouwen in de regio werkt aan
de voorbereiding van een nieuwe werkwijze. Kuipers: "In
ontwikkeling is de `projectverklaring kwaliteit en duur-
zaamheid', waarmee de beslissers zich per project direct
verbinden aan de intenties voor duurzaam bouwen. De
projectgroep zoekt naar een nieuw instrument voor het
weergeven van prestaties en ori?nteert zich nu op de inzet
van het instrument GPR Gebouw. Parallel werkt de pro-
jectgroep een transparante procedure uit: beslissers en
ontwerpers weten wat wordt verwacht en weten ook wat
anderen doen. Belangrijk element daarin is terugkoppe-
ling van resultaten: de regio neemt zich voor jaaroverzich-
ten van prestaties te publiceren."
De voorstellen worden besproken met marktpartijen en
dit najaar voorgelegd aan de regionale bestuurcommissie.
Bij goedkeuring stapt Midden Holland af van een algeme-
ne intentieverklaring ?n van het Nationaal Pakket Duur-
zaam Bouwen als toets- en afsprakenkader.
Samen verantwoordelijkheid nemen voor het milieu, sa-
menwerking zoeken tussen lokale overheid en private par-
tijen, en vervolgens duidelijke afspraken maken. Dat was
de strategie in de jaren '90, die op veel plaatsen vorm
kreeg als `regionaal convenant duurzaam bouwen'. De re-
gio's gaven hiermee invulling aan het landelijke beleid
voor duurzaam bouwen: niet vanuit wet- en regelgeving,
maar als afspraken tussen lokale partners en vanuit moti-
vatie en betrokkenheid. Het stadsgewest `s-Hertogen-
bosch gaf het voorbeeld (1994). Het Nationaal Pakket
werd na de introductie in 1995 in veel regio's de inhoude-
lijke basis van de convenanten.
Op veel plaatsen vormde de ondertekening van de conve-
nanten een veelbelovend begin. Maar evaluaties wijzen uit
dat in veel gevallen vrij snel daarna een scherpe daling in
de aandacht volgde. Mogelijke verklaringen daarvoor zijn
dat convenanten worden getekend door directeuren (be-
slissers in projecten zijn vaak nauwelijks op de hoogte),
werken met lijsten van maatregelen blijkt niet stimule-
rend, en bovendien blijkt een convenant onderhoudsge-
voelig en niet automatisch te leiden tot de gewenste resul-
taten.
Anno 2005 is het oorspronkelijke vraagstuk echter nog
steeds actueel: hoe krijg of houd je als gemeente of regio
grip op duurzaam bouwen?
Regio Midden-Holland
Gemeenten in de streek tussen de gemeenten Bodegraven,
Nederlek en Schoonhoven, ofwel 14 gemeenten rond
Gouda, zijn vanaf de jaren '90 actief met duurzaam bou-
wen. In de regio is naast een intentieverklaring voor de
woningbouw (1996) een aparte verklaring opgesteld voor
renovatie en onderhoud (2001).
Heleen van Praag werkt mee vanuit de gemeente Gouda:
"De intentieverklaring voor nieuwbouw was toe aan ver-
Kees Bakker & John Mak
Gemeenten hebben ambities. Ontwikkelaars en corporaties b?uwen. Vanaf begin
jaren '90 zoeken gemeenten naar wegen om marktpartijen te bewegen anders en
meer duurzaam te bouwen. Halverwege de jaren `90 deed het convenant opgang.
Anno 2005 zijn convenanten nog steeds in gebruik, maar zijn ook andere manieren
om de relatie met marktpartijen vorm te geven in opkomst. Waarom?
instrumenten
Convenant of
G r i p o p d u u r z a a m b o u w e n v a n u i t g e m e e n t e l i j k
DE AUTEURS
Kees Bakker en
John Mak zijn
beide werkzaam
bij W/E adviseurs
(Utrecht/Tilburg)
O KTO B E R 2005 3
en gemeenten een kwaliteitsimpuls geven aan bouwen en
wonen in Flevoland.
In het juninummer van Puur Bouwen stelde Alex van
Oost dat de aanpak nauw aansluit bij de grote groeiopga-
ve van Flevoland: "We kunnen hier tegelijkertijd zowel
robuust (in grote uitleggebieden) als zorgvuldig (op ge-
bouwniveau) opereren." Met Nieuw Flevolands Peil kiest
de provincie voor een strategie van verleiden en verbinden
van betrokken partijen.
Bergen op Zoom
De gemeente Bergen op Zoom ontwikkelde een projectge-
bonden convenantmodel. Piet Hack, regionaal DuBo-consu-
lent in deze regio: "De gemeente stelt nu per project een
overeenkomst op aan de hand van het modelconvenant.
Daarbij binden de ontwikkelaars, en met name de verant-
woordelijke personen, zich direct aan prestatieafspraken.
Zij verplichten zich tot een investering en geven zelf aan op
welke manier zij deze verplichting invullen. Dit is veel effec-
tiever dan een breed en algemeen convenant, vooral omdat
het de creativiteit van de ontwikkelaars stimuleert. En daar
ontbreekt het aan als je met lijsten van maatregelen werkt."
Nieuw Flevolands Peil
Niet alleen Midden-Holland zoekt naar nieuwe wegen.
De provincie Flevoland geeft met het Nieuw Flevolands
Peil een ander voorbeeld. Op hun website presenteren be-
trokkenen het manifest voor goed bouwen en prettig wo-
nen in Flevoland. Met het manifest willen marktpartijen
anders?
e n r e g i o n a a l p e r s p e c t i e f
Gemeenten, ontwikkelaars en architecten in Midden-Holland spraken op
1 september over een nieuwe aanpak. Ontwikkelaars en corporaties zijn
positief over de voorstellen, maar willen de nieuwe instrumenten graag eerst
uitproberen. Dhr. Convent, directeur van bouwgroep Ouwe Gouwe Holding
BV: "Ik wil graag met de nieuwe werkwijze aan de slag. In onze projecten
passen we nieuwe materialen toe, ik wil graag weten hoe deze oplossingen
in GPR Gebouw scoren."
Specifieke afspraken maken waar iedereen
mee uit de voeten kan...
Foto:AnitaPatterson
PEILERS VAN DE VOORGESTELDE AANPAK
IN DE REGIO MIDDEN-HOLLAND
verbreding met de kwaliteitsthema's gezondheid en
woonkwaliteit
per project een door direct verantwoordelijken onder-
tekende verklaring kwaliteit en duurzaamheid
bieden van ontwerpvrijheid door prestatiegericht wer-
ken met professioneel instrumentarium
consequente registratie van projectprestaties en publi-
catie op openbare website
consequente toetsing via regionale milieudienst
monitoring, verantwoording en publicatie van jaar-
overzichten van projectprestaties
PEILERS NIEUW FLEVOLANDS PEIL
benutten van de competentie van bewoners
formuleren en realiseren van basiskwaliteit en top-
kwaliteit
integreren van duurzaamheid in reguliere activiteiten
realiseren van voorbeeldprojecten
jaarlijks communiceren over de resultaten
instrumenten
4 O KTO B E R 2005
Met deze conclusies legt het onderzoek de sterke en zwak-
ke kanten van een regionaal convenant bloot. Sterke kan-
ten: een start markeren, lokale partijen betrekken, afspra-
ken, verplichtingen en verwachtingen vastleggen. Zwakke
kant zijn: een convenant staat ver af van de projectprak-
tijk, ontwikkelaars zijn vaak geen regionale organisatie,
een convenant vraagt regelmatig actualisatie, heeft een be-
perkte houdbaarheid en kampt met snel afnemende aan-
dacht.
Nieuwe initiatieven lijken in te spelen op de sterke en
zwakke punten van het convenant: met een convenant of
manifest een start of herijking markeren en lokale partijen
betrekken blijft belangrijk. Zwakke punten worden aan-
gepakt met nieuwe wegen. Waargenomen zijn onder meer
projectovereenkomsten met afspraken over duurzaam
bouwen. Ook zien we het gebruik van nieuwe instrumen-
ten: als vervolg op het Nationaal Pakket Duurzame Wo-
ningbouw werken gemeenten en regio's met prestatie-ins-
trumenten voor duurzame woningbouw. Ook transparan-
tie en zichtbaar maken van prestaties (monitoring) krijgen
aandacht. Flevoland is daarbij het meest expliciet in haar
strategie: verbinden en verleiden staat daar voorop.
Tot slot
Nieuwe initiatieven laten zien dat (samenwerkende) ge-
meenten vanuit bestaande convenanten en/of beleidska-
ders een vernieuwde aanpak ontwikkelen. Centraal staat
het streven naar een directe binding van projectverant-
woordelijken, een versoepeling van de communicatie en
het transparant maken van prestaties. De verwachting is
dat dat lukt door beter aan te sluiten op de denk- en werk-
wijze ?n de belangen van de ontwikkelende en bouwende
partijen, bijvoorbeeld door verbreding van aandacht en
onderwerpen, het ontwikkelen van consumentenlabels en
een prestatiegerichte werkwijze. ????????????????????
Evaluatieonderzoek
Onderzoeksinstituut OTB publiceerde in 2002 in samen-
werking met een aantal regio's onderzoek naar de inhoud
en werking van het regionaal convenant. In de conclusies
stelt het OTB onder meer dat de convenanten `helder zijn
opgezet met duidelijke verplichtingen en verwachtingen
van partijen', maar dat een convenant `niet impliceert dat
vervolgens inhoud wordt gegeven aan de verplichtingen'.
Ook wordt aangegeven dat convenanten in de praktijk in
de vergetelheid raken.
Foto:MaartjevanCaspel
Convenant of niet?
Gouden tips
Een convenant all??n biedt kennelijk geen garantie. Maar
waarmee kun je wel successen boeken? De gouden regels:
? beslissers in projecten waarderen het vastleggen van af-
spraken op projectniveau, hiermee ontstaat ruimte voor
maatwerk, specifieke ambities en binding van die beslis-
sers;
? de markt waardeert goed hanteerbaar instrumentarium
waarmee zichtbaar wordt h?e goed een gebouw presteert
en waarmee het effect van alternatieven op betrouwbare
manier inzichtelijk wordt; de nieuwe generatie prestatie-
instrumenten speelt in op deze behoefte;
? de markt heeft behoefte aan terugkoppeling: men wil ho-
ren dat prestaties worden gezien, erkend en vergeleken.
Geen terugkoppeling is dodelijk voor de motivatie en be-
trokkenheid!
AANPAK BERGEN OP ZOOM
modelconvenant als basis voor een projectgebonden
overeenkomst
instemming met investeringsbudget is voorwaarde bij
gronduitgifte
prestatiegericht werken met de vorm van financi?le
verantwoording van de prestatie
Reacties